Het Ministerie van Volksgezondheid heeft zojuist Circulaire nr. 26/2025/TT-BYT van 30 juni 2025 uitgevaardigd, die ingaat op 1 juli 2025, waarin het voorschrijven van chemische en biologische geneesmiddelen voor poliklinische behandelingen in medische onderzoeks- en behandelcentra wordt geregeld.
Opvallend is dat de circulaire een lijst bevat van ziekten en ziektegroepen waarvoor poliklinische recepten voor meer dan 30 dagen zijn toegestaan, bestaande uit 252 ziekten en ziektegroepen. Voor ziekten op deze lijst bepaalt de voorschrijver het aantal dagen gebruik van elk medicijn op basis van de klinische toestand en stabiliteit van de patiënt, met een maximale gebruiksduur van 90 dagen per medicijn.
Daarom heeft een arts, in gevallen waarin de documenten die als basis dienen voor het voorschrijven van medicatie, zoals de bijsluiter, diagnostische en behandelingsrichtlijnen of de Vietnamese Nationale Farmacopee, geen richtlijnen geven over het aantal dagen dat de medicatie moet worden gebruikt, de bevoegdheid om de medicatie voor maximaal 90 dagen voor te schrijven aan de betreffende patiënt.
Daarnaast voegt de circulaire een aantal verplichte informatievelden toe aan recepten, waaronder het persoonlijke identificatienummer, het burgerservicenummer of het paspoortnummer van de patiënt. Dit sluit aan bij het principe van elektronische gegevensuitwisseling voor burgers: Vietnamese burgers die hun persoonlijke identificatienummer opgeven, hoeven geen informatie over geslacht, geboortedatum of woonadres te verstrekken.
De voorschrijver moet echter duidelijk de dosering per dosis, het aantal doses per dag en het aantal dagen dat het medicijn gebruikt moet worden, in het recept voor de patiënt vermelden.
Deze circulaire actualiseert met name de nieuwe regelgeving conform de Wet op Medisch Onderzoek en Behandeling 2023, zoals: Het voorschrijven van geneesmiddelen moet voldoen aan de technische beroepsvoorschriften die zijn uitgevaardigd of erkend door de Minister van Volksgezondheid ; Het gebruik van geneesmiddelen bij medisch onderzoek en behandeling moet de volgende principes waarborgen: (1) Het voorschrijven van geneesmiddelen wanneer dit werkelijk noodzakelijk is, voor het juiste doel, veilig, redelijk en effectief; (2) Het voorschrijven van geneesmiddelen moet in overeenstemming zijn met de diagnose van de ziekte, de toestand van de patiënt en de gewijzigde en aangevulde Wet op de Farmacie 2024, zoals: Regelgeving betreffende de behandeling van verdovende middelen, psychotrope geneesmiddelen en precursoren die aan patiënten zijn verkocht/verstrekt maar niet zijn gebruikt of tot de dood hebben geleid.
Concreet mag de hoeveelheid voorgeschreven verdovende middelen voor de behandeling van acute aandoeningen niet meer bedragen dan een voorraad voor 7 dagen. De voorschrijvende arts moet de patiënt of diens vertegenwoordiger (in gevallen waarin de patiënt niet naar de medische instelling kan komen of niet volledig wilsbekwaam is) een verklaring laten ondertekenen met betrekking tot het gebruik van verdovende middelen. Deze verklaring moet worden opgesteld volgens het formulier in Bijlage IV van deze circulaire en in twee identieke exemplaren worden gemaakt: één exemplaar wordt bewaard in de medische instelling en één exemplaar wordt aan de patiënt of diens vertegenwoordiger gegeven. De medische instelling moet een lijst met voorbeeldhandtekeningen van voorschrijvende artsen voor verdovende middelen samenstellen en deze ter informatie naar de relevante afdelingen binnen de instelling sturen.
Bij het voorschrijven van verdovende middelen voor pijnbestrijding bij kankerpatiënten, moeten medische instellingen, na de diagnose kanker, een poliklinisch behandeldossier voor de patiënt aanleggen. De voorschrijvende arts moet de patiënt of diens vertegenwoordiger een toestemmingsformulier laten ondertekenen met betrekking tot het gebruik van verdovende middelen, zoals bepaald in paragraaf 3, artikel 7 van deze circulaire. Elk recept mag maximaal 30 dagen geldig zijn en moet drie opeenvolgende behandelperioden op één recept vermelden, waarbij elke periode niet langer mag zijn dan 10 dagen (met duidelijke vermelding van de begin- en einddatum van elke behandelperiode).
In gevallen waarin verdovende middelen worden voorgeschreven voor pijnbestrijding bij kankerpatiënten thuis die niet in staat zijn een medische instelling te bezoeken, moet het recept worden uitgeschreven door een arts van een medische instelling met bedden voor klinische opname. De patiënt moet een bevestiging hebben van het hoofd van de lokale gezondheidsdienst (gemeente, wijk of speciale zone) waar de patiënt woont, dat de pijnbestrijding met verdovende middelen moet worden voortgezet, conform het voorgeschreven formulier, samen met een samenvatting van het medisch dossier. Als de medicatie is voorgeschreven door de laatste medische instelling die de patiënt heeft behandeld, is een samenvatting van het medisch dossier niet vereist.
hanoimoi.vn
Bron: https://baolaocai.vn/252-benh-nhom-benh-duoc-ap-dung-ke-don-thuoc-ngoai-tru-tren-30-ngay-post647981.html






Reactie (0)