Op de ochtend van 11 juli hield het Bureau van de President een persconferentie om het besluit van de President bekend te maken om de wetten af te kondigen die door de 15e Nationale Vergadering tijdens haar 9e zitting waren aangenomen.
De heer Pham Ngoc Thuong, plaatsvervangend minister van Onderwijs en Opleiding, gaf informatie over de belangrijkste inhoud van de Wet op Leraren.

De heer Pham Ngoc Thuong, vice-minister van Onderwijs en Opleiding
FOTO: GIA HAN
De salarissen van leraren zijn het hoogst.
Met meer dan 1 miljoen leraren in het hele land is de Wet op Leraren een belangrijk juridisch instrument dat zorgt voor completere en betere beleidsregels, zodat leraren met een gerust hart kunnen werken en zich kunnen wijden aan hun beroep.
Met name de Wet op het Onderwijs verbetert het inkomensbeleid voor leraren. Met name de salarissen van leraren staan bovenaan in het systeem van salarisschalen voor administratieve beroepen.
Artikel 23 van deze wet bepaalt dat "de salarissen van leraren het hoogst zijn in het systeem van salarisschalen voor administratieve beroepen" en geeft de overheid de opdracht om de details van het salarisbeleid voor leraren vast te leggen.
Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding legt momenteel de laatste hand aan een ontwerpbesluit waarin het beleid inzake salarissen, toelagen, ondersteunings- en aantrekkingsregelingen voor leraren wordt vastgelegd. Dit beleid moet worden geïmplementeerd wanneer de Wet op leraren van kracht wordt.
Zoals gepland zal het Ministerie van Onderwijs en Opleiding de regering adviseren om de salarissen voor een aantal lerarenfuncties opnieuw in te delen (zoals kleuterleidsters, leraren algemeen onderwijs, voorbereidende universitaire leraren, leraren beroepsonderwijs groep IV, enz.) om de salaristabellen voor professionele functies van leraren en ambtenaren en andere sectoren en vakgebieden gelijk te trekken; daarmee wordt de levensstandaard van leraren gewaarborgd.
Daarnaast hebben leerkrachten volgens de wet recht op aanvullende speciale toelagen, verantwoordelijkheden, prikkels, subsidies voor achterstandswijken, subsidies voor inclusief onderwijs, anciënniteit, mobiliteit, etc., die bijdragen aan een hogere inkomstenbron.
De onderwijssector is proactief in het werven van leraren.
De wet op het onderwijs is bovendien een aanvulling op het beleid om onderwijsgevenden te ondersteunen en aan te trekken, zodat zij kunnen voldoen aan de vraag naar hooggekwalificeerde arbeidskrachten voor de onderwijssector.
De wet breidt het systeem van ondersteuningsbeleid uit en consolideert het, met de nadruk op: ondersteuning voor sociale huisvesting of huur voor leraren in bijzonder moeilijke gebieden; periodieke gezondheidszorgvoorzieningen, training en professionele ontwikkeling voor alle leraren, ongeacht of ze openbaar of niet-openbaar zijn; voorrang bij de werving, overplaatsing en opvang van leraren die in afgelegen gebieden werken...
Kleuterleidsters die tot 5 jaar eerder met pensioen willen gaan zonder pensioenkorting (mits zij 15 jaar sociale verzekeringspremies hebben betaald).
Ondertussen mogen hoogleraren, universitair hoofddocenten, artsen en leraren die in specifieke vakgebieden werken, op latere leeftijd met pensioen gaan om talent te behouden.
De wet voegt bovendien twee normenstelsels (beroepstitels en beroepsnormen) samen tot één systeem van titels die verband houden met normen voor beroepsbekwaamheid, die op uniforme wijze worden toegepast op zowel de publieke als de niet-publieke sector.
Met name de wet op het lerarenkorps zorgt ervoor dat de onderwijssector het initiatief kan nemen bij de werving van leraren en decentraliseert de wervingsbevoegdheid naar de directeuren van openbare universiteiten en beroepsopleidingsinstellingen, zodat zij zelfstandig leraren kunnen werven.
De minister van Onderwijs en Vorming reguleert de bevoegdheid om leerkrachten aan te werven voor instellingen voor kleuteronderwijs, algemeen onderwijs en permanente educatie.
De wet bepaalt ook dat het Ministerie van Onderwijs en Opleiding de voorzittende instantie is die in coördinatie met ministeries, agentschappen op ministerieel niveau en provinciale volkscomités strategieën, projecten, ontwikkelingsplannen en de totale personeelsbezetting van leraren ontwikkelt die onder zijn beheer vallen en die ter besluitvorming worden voorgelegd aan de bevoegde autoriteiten.
Tegelijkertijd moeten we, in samenwerking met ministeries, agentschappen op ministerieel niveau en provinciale volkscomités, voorstellen aan de bevoegde autoriteiten om het aantal leraren in openbare onderwijsinstellingen goed te keuren.
Bron: https://thanhnien.vn/bo-gd-dt-du-kien-de-xuat-xep-lai-luong-mot-so-chuc-danh-nha-giao-185250711100802561.htm






Reactie (0)