Bij de invoering van de salarishervorming per 1 juli 2024 wordt ook het basissalaris afgeschaft. Verandert de pensioenberekening dan ook bij de afschaffing van het basissalaris?
Verandert de pensioenberekening als het basissalaris per 1 juli 2024 vervalt?
De pensioenberekeningsmethode wordt toegepast overeenkomstig artikel 56 van de Wet op de sociale verzekeringen 2014 en artikel 7 van decreet 115/2015/ND-CP als volgt:
Maandelijks pensioen = Maandelijks uitkeringsbedrag x Gemiddeld maandsalaris voor sociale verzekeringsbijdrage
Het maandelijkse pensioenpercentage voor mannelijke werknemers die 20 jaar sociale zekerheid hebben betaald, bedraagt 45%. Daarna stijgt het percentage met 2% voor elk extra jaar sociale zekerheid. Voor vrouwelijke werknemers die 15 jaar sociale zekerheid hebben betaald, bedraagt het percentage 45%. Daarna stijgt het percentage met 2% voor elk extra jaar sociale zekerheid. Het maximumpercentage is 75%.
Het gemiddelde maandinkomen voor de sociale verzekeringsbijdragen wordt berekend door het maandinkomen voor de sociale verzekeringsbijdragen van de gehele bijdrageperiode te middelen.
Werknemers die meer dan het aantal jaren dat overeenkomt met het pensioenpercentage van 75% sociale verzekeringen hebben betaald, ontvangen bij pensionering naast het pensioen ook een eenmalige uitkering.
Als de salarishervorming volgens Resolutie 27/NQ-TW vanaf 1 juli 2024 zoals gepland wordt doorgevoerd, verandert de formule voor de pensioenberekening mogelijk niet.
Artikel 56 en artikel 71 van de Wet op de Sociale Verzekeringen 2014 bepalen echter dat het laagste pensioenniveau bij deelname aan de verplichte sociale verzekering gelijk is aan het basissalaris.
Momenteel bedraagt het basissalaris VND 1.800.000, dus het laagste pensioen bedraagt VND 1.800.000/maand.
Daarom is het nodig om bij het afschaffen van het basissalaris richtlijnen te geven voor het bepalen van het laagste pensioenniveau.
Voorbeeld van een pensioenberekening: Een mannelijke werknemer betaalt 30 jaar lang verplichte sociale verzekeringen en gaat in november 2023 met pensioen op de leeftijd van 60 jaar en 9 maanden. Het gemiddelde maandsalaris voor sociale verzekeringen bedraagt 3,5 miljoen VND/maand. Hoeveel bedraagt het maandelijkse pensioen?
De verplichte sociale verzekeringsperiode bedraagt 30 jaar, wat overeenkomt met een pensioenpercentage van 65%. Het maandelijkse pensioen bedraagt dus VND 3.500.000 x 65% = VND 2.275.000 per maand.
**Volgens de Minister van Financiën wordt verwacht dat met de verwachte inkomsten en uitgaven van de begroting van 2024, samen met het gebruik van een deel van de geaccumuleerde bron van de salarishervorming van de centrale begroting en lokale begrotingsbronnen, voldoende implementatie van de synchrone hervorming van het salarisbeleid overeenkomstig Resolutie 27 wordt gegarandeerd, terwijl de pensioenen vanaf 1 juli 2024 worden verhoogd.
Zullen de pensioenen stijgen als de salarishervorming wordt doorgevoerd?
Volgens Resolutie 27/NQ-TW vervangt het nieuwe salarissysteem, gebaseerd op functiepositie, titel en leidinggevende positie, het huidige salarissysteem. Het oude salaris wordt omgezet in een nieuw salaris, waarbij ervoor wordt gezorgd dat dit niet lager is dan het huidige salaris.
Bij de hervorming van de salarissen verandert ook het sociale premieloon van ambtenaren en overheidspersoneel.
Volgens de volgende pensioenberekeningsformule wordt de hoogte van het pensioen berekend op basis van het gemiddelde maandsalaris voor sociale verzekeringsbijdragen en het pensioenpercentage.
Wanneer het gemiddelde maandsalaris voor de sociale verzekeringsbijdrage stijgt, stijgt ook het pensioen.
Met hoeveel zal de pensioenleeftijd voor werknemers in 2024 stijgen?
Artikel 169 van de Arbeidswet 2019 bepaalt de pensioenleeftijd van werknemers als volgt:
Werknemers die voldoen aan de voorwaarden voor de betalingsperiode van de sociale verzekering conform de bepalingen van de Wet op de sociale verzekeringen, hebben recht op pensioen wanneer zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken.
De pensioenleeftijd van werknemers onder normale arbeidsomstandigheden wordt aangepast volgens het stappenplan en bedraagt in 2028 62 jaar voor mannelijke werknemers en in 2035 60 jaar voor vrouwelijke werknemers.
Vanaf 2021 bedraagt de pensioenleeftijd van werknemers onder normale arbeidsomstandigheden 60 jaar en 3 maanden voor mannelijke werknemers en 55 jaar en 4 maanden voor vrouwelijke werknemers. Daarna neemt de leeftijd elk jaar met 3 maanden voor mannelijke werknemers en met 4 maanden voor vrouwelijke werknemers toe.
Werknemers met een verminderde arbeidscapaciteit; werknemers die bijzonder zware, toxische of gevaarlijke beroepen of banen uitoefenen; werknemers in gebieden met bijzonder moeilijke sociaaleconomische omstandigheden mogen met pensioen gaan op een lagere leeftijd, maar niet later dan 5 jaar, tenzij de wet anders bepaalt. Werknemers met hoge technische en professionele kwalificaties en enkele bijzondere gevallen mogen met pensioen gaan op een hogere leeftijd, maar niet later dan 5 jaar, tenzij de wet anders bepaalt.
Zo bedraagt de pensioenleeftijd in 2024 voor mannelijke werknemers onder normale omstandigheden 61 jaar; voor vrouwelijke werknemers onder normale omstandigheden bedraagt deze 56 jaar en 4 maanden.
Bron






Reactie (0)