
Voordat de afgevaardigden van de Nationale Vergadering stemden over de goedkeuring van de twee wetsontwerpen, presenteerde de inspecteur-generaal van de regering, Doan Hong Phong, een rapport over de verwerking van feedback, toelichtingen en herzieningen in de twee wetsontwerpen.
Volgens de inspecteur-generaal van de regering heeft het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet ter voorkoming en bestrijding van corruptie, na verwerking van de adviezen van afgevaardigden, vele wijzigingen en herzieningen ondergaan om de tekortkomingen van de huidige wet te verhelpen en in overeenstemming te brengen met de partijreglementen.
Concreet behoudt het wetsontwerp de bepaling dat de Inspectiecommissie van de Partij verantwoordelijk is voor de controle op bezittingen en inkomsten; het Bureau van de Nationale Vergadering controleert de onderwerpen onder haar jurisdictie en de agentschappen van de Nationale Vergadering. Op dezelfde manier controleert het Centraal Comité van het Vietnamese Vaderlandsfront de onderwerpen onder haar beheer en de politieke en maatschappelijke organisaties op centraal niveau.
Volgens de heer Doan Hong Phong is de regeling die personen die zijn aangewezen om deel te nemen aan het management en de exploitatie van staatsbedrijven met meer dan 50% van het maatschappelijk kapitaal verplicht hun vermogen en inkomen aan te geven, passend om te voldoen aan de eisen van de huidige anticorruptiewerkzaamheden en in overeenstemming te zijn met de bepalingen van de Ondernemingswet en de Wet op het Beheer en Gebruik van Staatskapitaal geïnvesteerd in Productie en Bedrijfsvoering bij Ondernemingen.
Op basis daarvan zal de regering bepalen dat degenen die verplicht zijn om vermogen en inkomen in staatsbedrijven aan te geven, de directe eigenaren, vertegenwoordigers van het staatskapitaal en bepaalde functies en titels binnen staatsbedrijven zijn, met uitzondering van buitenlanders of personen uit de niet-statelijke sector.
Het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van diverse artikelen van de Wet ter voorkoming en bestrijding van corruptie verhoogt ook de drempels voor te declareren vermogen. De waarde van het vermogen en inkomen dat voor het eerst/jaarlijks moet worden aangegeven, is daarmee gestegen van 50 miljoen VND naar 150 miljoen VND. De drempel voor vermogenswijzigingen gedurende het jaar die aanvullend moeten worden aangegeven, is gestegen van 300 miljoen VND naar 1 miljard VND. Deze aanpassing is te verklaren door de verdrievoudiging van het basissalaris en de veranderde sociaaleconomische omstandigheden, met prijsschommelingen die bijna drie keer zo groot zijn als in 2018. Wat betreft "digitale activa" zijn deze niet opgenomen in de aangifteplicht vanwege het ontbreken van een volledig wettelijk kader.

Het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet ter voorkoming en bestrijding van corruptie bevat ook een bepaling om de methode van steekproefsgewijze controle van vermogen en inkomen (ten minste 20% van de instanties, 10% van de personen/eenheden) te handhaven, in combinatie met controle bij aanwijzingen van overtredingen, om objectiviteit en afschrikking te waarborgen.
Daarnaast zullen er maatregelen worden genomen tegen degenen die valse vermogensverklaringen afleggen. Dienovereenkomstig zullen degenen die valse verklaringen afleggen of valse uitleg geven over de herkomst van toegenomen vermogen: van de kandidatenlijst worden verwijderd, niet worden benoemd/herbenoemd, of onderworpen worden aan disciplinaire maatregelen, afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding.
Om degenen te beschermen die corruptie melden en aan de kaak stellen. Rekening houdend met de adviezen van de vaste commissie van de Nationale Vergadering, is in het wetsontwerp een lijst met verboden handelingen ter bescherming van klokkenluiders aangevuld en gespecificeerd, waaronder: het verbieden van bedreigingen, geweld, laster, isolatie en beledigingen jegens klokkenluiders; het verbieden van schendingen van hun huis, eigendom, gezondheid en persoonlijke veiligheid; het verbieden van represailles en discriminatie in personeelszaken (evaluatie, beloningen, disciplinaire maatregelen, overplaatsingen, enz.); het verbieden van het veroorzaken van moeilijkheden bij de uitvoering van administratieve procedures, professioneel werk, werk of opleiding; en het verbieden van het achterhouden of vernietigen van bewijsmateriaal of het openbaar maken van vertrouwelijke informatie tijdens het beschermingsproces.
Intussen is in het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van diverse artikelen van de Wet op de Burgerontvangst, de Klachtenwet en de Meldingswet de online burgerontvangst in de wet opgenomen om aan te sluiten bij de huidige digitale transformatie. Gedetailleerde informatie over de organisatie, procedures, enzovoort, zal specifiek worden geregeld in het bijbehorende uitvoeringsbesluit.
Wat de organisatiestructuur betreft, hanteert de Wet op de Burgeropvang een gestroomlijnde aanpak en worden er geen nieuwe burgeropvangcomités op gemeentelijk niveau opgericht. In plaats daarvan wordt deze taak uitgevoerd door een daarvoor geschikte ambtenarenafdeling van het gemeentelijk Volkscomité, gevestigd op het hoofdkantoor of een door de voorzitter van het gemeentelijk Volkscomité aangewezen locatie. Het is niet toegestaan de burgeropvang aan afgevaardigden te delegeren, om de directe verantwoordelijkheid van het hoofd van de betreffende instantie te benadrukken.
De klachtenwet bepaalt dat ingetrokken klachten niet opnieuw in behandeling worden genomen of afgehandeld, tenzij kan worden bewezen dat de intrekking het gevolg was van dwang of bedreiging. Maatregelen ter bescherming van de identiteit van klokkenluiders zullen in het decreet nader worden uitgewerkt, in overeenstemming met de partijreglementen.
Bron: https://www.sggp.org.vn/cam-de-doa-gay-kho-khan-doi-voi-nguoi-to-cao-tham-nhung-post827941.html










Reactie (0)