Het ministerie van Financiën vraagt om commentaar op het ontwerp van de investeringswet (gewijzigd en vervangen), dat naar verwachting tijdens de 10e zitting (oktober 2025) aan de Nationale Assemblee zal worden voorgelegd. Op basis van het overzicht van de implementatiepraktijken is de opsteller van de wet van mening dat wijziging en aanvulling van de investeringswet noodzakelijk is. Een van de gewijzigde beleidslijnen betreft de regelgeving inzake voorwaardelijke investeringen en bedrijfssectoren.
Volgens de ingediende aanvraag omvat de lijst van voorwaardelijke investerings- en bedrijfssectoren zoals vastgelegd in Bijlage IV van de Investeringswet 2014 267 sectoren en beroepen. Momenteel is het aantal voorwaardelijke investerings- en bedrijfssectoren, conform de bepalingen van de Investeringswet 2020 (gewijzigd en aangevuld door Wet nr. 90/2025/QH15), teruggebracht tot 237 sectoren en beroepen.
Sommige voorwaarden, zoals naleving van de planning, het hebben van een bedrijfsplan of kapitaalvereisten, zijn versoepeld, waardoor er gunstiger omstandigheden zijn ontstaan voor bedrijven om deel te nemen aan de markt.

Volgens het Ministerie van Financiën is deze vermindering echter niet substantieel, voornamelijk in de vorm van het combineren van namen of het gebruik van branchenamen met een breed scala aan regelgeving. In veel sectoren wordt nog steeds het mechanisme van "pre-inspectie" toegepast (waarvoor een vergunning vereist is), ook al is dat niet nodig. Denk bijvoorbeeld aan de bouw van nieuwe, reparerende en restaurerende binnenvaartvoertuigen of de productie van helmen. Dit beperkt de vrijheid van ondernemen en creëert belemmeringen voor toetreding tot de markt.
Sommige nieuwe sectoren die potentiële risico's vormen voor de veiligheid, orde en volksgezondheid, vallen niet onder de regulering van voorwaardelijke investeringen en handel. Dit maakt het voor overheidsinstanties lastig om deze sectoren te beheren. Voorbeelden hiervan zijn platforms voor het delen van persoonlijke gegevens of deepfake-technologie.
Stel 3 wijzigingsopties voor
Het ministerie van Financiën stelde drie opties voor om de regelgeving rond voorwaardelijke investeringen en bedrijfssectoren te wijzigen.
Optie 1: De wet legt alleen het principe vast van het aanwijzen van voorwaardelijke investerings- en bedrijfssectoren en beroepen als sectoren en beroepen waarin investeringen en bedrijfsactiviteiten moeten voldoen aan noodzakelijke voorwaarden om redenen van nationale defensie, veiligheid, maatschappelijke orde en veiligheid, sociale ethiek en volksgezondheid.
De overheid is belast met het vaststellen van de lijst met voorwaardelijke investeringen en bedrijfssectoren en beroepen.
Het uitgangspunt is dat gespecialiseerde wetten geen voorwaardelijke investeringen en bedrijfssectoren en beroepen mogen reguleren, maar alleen in de Investeringswet of de besluiten die daarbij horen, om een consistente implementatie van de regelgeving ter beperking van de zakelijke rechten van investeerders te waarborgen.
Herzie en stel voor om onnodige en onredelijke industrieën en beroepen die de productie en bedrijfsactiviteiten belemmeren, af te schaffen. Schakel over van pre-inspectie naar post-inspectie. Schaf tegelijkertijd industrieën, beroepen en/of investerings- en bedrijfsomstandigheden af die beheerd kunnen worden door technische normen en regelgeving, zoals: Zakelijke dienstverlening zoals het bouwen, ombouwen, repareren en restaureren van binnenvaartvoertuigen en -schepen; zakelijke dienstverlening zoals boekhouding...
Optie 2: Handhaaf de huidige regelgeving met betrekking tot de beginselen voor het bepalen van voorwaardelijke investerings- en bedrijfssectoren en de lijst met voorwaardelijke investerings- en bedrijfssectoren in de Investeringswet. Herzie, wijzig en vul de lijst met voorwaardelijke investerings- en bedrijfssectoren aan met het oog op het voorstellen om onnodige sectoren en bedrijfssectoren af te schaffen die niet voldoen aan de beginselen voor het bepalen van investerings- en bedrijfsvoorwaarden zoals voorgeschreven in artikel 7 van de Investeringswet.
Optie 3: Handhaaf de huidige regelgeving.
Van de drie opties adviseert het Ministerie van Financiën om optie 1 te kiezen.
De reden hiervoor is dat het Politburo in Conclusie nr. 119 de richting van innovatie en verbetering van het wetgevingsproces heeft bepaald. De bepalingen in de wet moeten daarom stabiel zijn en een langetermijnwaarde hebben; ze moeten alleen kaderkwesties en principes regelen die onder het gezag van de Nationale Vergadering vallen. Praktische kwesties die regelmatig veranderen, worden aan de regering, ministeries, afdelingen en gemeenten overgelaten. Bovendien reguleert de grondwet geen administratieve procedures, procedures en documenten, maar is deze aan de regering en ministeries overgelaten om deze uit te vaardigen volgens hun bevoegdheid.
Daarom is het noodzakelijk om de principes voor het bepalen van de investeringsvoorwaarden voor bedrijven te perfectioneren, in die zin dat de wet alleen de principes voor het bepalen van de investeringsvoorwaarden voor bedrijven vastlegt; waarbij de overheid de opdracht krijgt om de lijst met voorwaardelijke investeringssectoren en -beroepen vast te stellen.
Tegelijkertijd moet de wijziging van de regelgeving met betrekking tot de lijst met voorwaardelijke bedrijfsactiviteiten gericht zijn op het afschaffen van onnodige en onredelijke bedrijfsactiviteiten; door over te stappen van het mechanisme van "pre-inspectie" naar het mechanisme van "post-inspectie". Bedrijfsactiviteiten, handels- of investeringsvoorwaarden die kunnen worden beheerd door technische normen en regelgeving, zullen van de lijst worden verwijderd om het investerings- en ondernemingsklimaat te verbeteren en de vrijheid van ondernemen te waarborgen.
Als opties 2 en 3 worden gekozen, is het ministerie van Financiën van mening dat de bestaande problemen niet worden opgelost.

Bron: https://vietnamnet.vn/dich-vu-ke-toan-dong-tau-co-the-duoc-go-bo-khoi-vong-xin-phep-2431441.html
Reactie (0)