Een van de opvallende nieuwe punten die het Ministerie van Onderwijs en Opleiding voorstelt in het wetsontwerp over leraren, is het delegeren van het initiatief aan de onderwijssector voor het werven en inzetten van leraren.
Het ministerie van Onderwijs en Vorming is bezig met het ontwikkelen en ontvangen van commentaar op het wetsontwerp inzake leraren. Volgens de agenda van de 8e zitting van de 15e Nationale Vergadering op 9 november zal het wetsontwerp inzake leraren voor het eerst ter commentaar aan de Nationale Vergadering worden voorgelegd.
Verwacht wordt dat het wetsontwerp over leraren een doorbraak zal betekenen in de opbouw en ontwikkeling van het team. Daarbij wordt allereerst gekeken naar veranderingen in het staatsmanagement van leraren.
Het wetsontwerp inzake leraren stelt dan ook voor om de onderwijssector het initiatief te geven bij de werving en inzet van leraren. Concreet zullen onderwijsmanagementinstanties de werving, mobilisatie, plaatsing en benoeming van leraren voorzitten (of delegeren aan onderwijsinstellingen).

Wat betreft bevoegdheden, volgens het ontwerp worden leraren in openbare onderwijsinstellingen gerekruteerd door de bevoegde onderwijsinstelling of door de gedelegeerde instantie. Voor onderwijsinstellingen met autonomie is de werving in handen van het hoofd van de onderwijsinstelling.
Leraren in niet-openbare onderwijsinstellingen worden door de onderwijsinstelling gerekruteerd volgens de regelgeving inzake de organisatie en werking van de onderwijsinstelling.
De bevoegdheid om leraren te mobiliseren en te detacheren ligt bij het onderwijsmanagementagentschap of wordt op basis van decentralisatie en autorisatie uitgevoerd.
De benoeming van docenten voor managementfuncties in openbare onderwijsinstellingen wordt voorgezeten, geadviseerd, besloten of erkend door de onderwijsmanagementinstantie, overeenkomstig haar bevoegdheid.
In het bijzonder zullen het Ministerie van Onderwijs en Opleiding en het Ministerie van Arbeid, Invaliden en Sociale Zaken verantwoordelijk zijn tegenover de regering voor de uitvoering van het staatsmanagement van leraren. Zij zullen de instanties zijn die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van strategieën, projecten, ontwikkelingsplannen en de totale personeelsbezetting van leraren die onder hun beheer vallen en die ter besluitvorming aan de bevoegde autoriteiten worden voorgelegd. Dit zijn ook de instanties die criteria, normen, wervingsmethoden en pedagogische praktijkinhoud vaststellen voor de werving en het examen van leraren. Zij coördineren ook de personeelsbezetting van leraren in openbare onderwijsinstellingen op basis van het aantal dat door de bevoegde autoriteiten is toegewezen.
Moeten leraren aangestuurd worden volgens een HR-managementmodel?
Dr. Pham Do Nhat Tien zei dat het huidige staatsmanagementmodel voor leraren het probleem van het personeel onopgelost laat.
In werkelijkheid heeft in het huidige eengemaakte staatsbeheer van het onderwijs alleen het ministerie van Onderwijs en Vorming het recht om het professionele beheer van het onderwijs te verenigen; het ministerie van Binnenlandse Zaken verenigt het personeelsbeheer van het onderwijs; het ministerie van Financiën verenigt het financiële beheer van het onderwijs. Dat wil zeggen, hoewel het ministerie van Onderwijs en Vorming verantwoordelijk is tegenover de staat en de samenleving bij de implementatie van het staatsbeheer van het onderwijs, heeft het geen recht om beslissingen te nemen over de twee belangrijkste middelen voor de implementatie: geld en mensen.
Volgens de heer Tien is een dergelijke verdeling van verantwoordelijkheden tussen het Ministerie van Onderwijs en Opleiding en het Ministerie van Binnenlandse Zaken bij het staatsmanagement van leraren een kenmerk van het model voor personeelsbeheer en moet dit worden gewijzigd.
"Dit managementmodel is een van de redenen waarom het probleem van het samenstellen van een voldoende groot en omvangrijk lerarenteam nog niet bevredigend is opgelost. Het moet worden vervangen door een model voor humanresourcemanagement. Hierbij adviseert en coördineert het ministerie van Binnenlandse Zaken met het ministerie van Onderwijs en Vorming en het ministerie van Arbeid, Invaliden en Sociale Zaken om te adviseren en voor te leggen aan de bevoegde autoriteiten om te beslissen over het aantal en de toewijzing van personeelsquota aan de onderwijssector, en om de implementatie te monitoren en te evalueren. Het ministerie van Onderwijs en Vorming en het ministerie van Arbeid, Invaliden en Sociale Zaken zijn verantwoordelijk voor de toewijzing van personeelsquota aan ministeries en provinciale volkscomités, en leiden de implementatie binnen de toegewezen taken en bevoegdheden", stelde de heer Tien voor.
Veel mensen zijn van mening dat als de inhoud van het wetsontwerp over leraren wordt geïmplementeerd, de onderwijssector proactiever zal zijn in het aansturen en ontwikkelen van docenten.
Bovendien kan de onderwijsadministratie met een dergelijke proactieve bevoegdheid het onderwijzend personeel met expertise en kwaliteit aansturen, in plaats van met administratieve instrumenten die niet passen bij de professionele kenmerken van deze groep. Dit draagt bij aan de standaardisatie van het onderwijzend personeel, wat de kwaliteit van het gehele onderwijssysteem verbetert.
Bovendien kunnen de regels voor het staatsmanagement van leraren, die zijn opgesteld in het project Lerarenrecht, ook bijdragen aan het oplossen van veel van de huidige tekortkomingen, zoals het lokale overschot en tekort aan leraren in het voorschoolse en algemene onderwijs, dat al jaren bestaat.
Ministerie van Onderwijs en Opleiding legt voorstel uit om geen informatie over overtredingen van leraren openbaar te maken totdat er een conclusie is getrokken
Voordelen voor leraren in het ontwerp van de Wet op het lerarenberoep
Waarom heeft het Ministerie van Onderwijs en Vorming de regeling inzake praktijkcertificaten uit het wetsontwerp inzake leraren ingetrokken?
Bron: https://vietnamnet.vn/du-thao-luat-nha-giao-giao-quyen-tuyen-va-su-dung-giao-vien-cho-nganh-giao-duc-2339695.html






Reactie (0)