Om hun rechten te waarborgen, moeten leraren de regels inzake jaarlijks verlof, die onlangs zijn uitgevaardigd door het Ministerie van Onderwijs en Opleiding in Circulaire 05/2025, goed begrijpen. Deze circulaire vervangt Circulaire 28/2009 en treedt in werking op 2 april.
Meer specifiek bepaalt artikel 6 van de Circulaire 05/2025 de jaarlijkse vakantie van leraren als volgt:
- De zomervakantie voor kleuter- en basisschoolleerkrachten bedraagt 8 weken (inclusief jaarlijks verlof).
- Verlof voor feestdagen, Tet en andere feestdagen overeenkomstig de bepalingen van de Arbeidswet en de Wet op de Sociale Verzekeringen;
- De directeur regelt het jaarlijkse verlof voor leerkrachten op passende wijze en volgens de regelgeving, rekening houdend met de planning van het schooljaar, de omvang, de kenmerken en de specifieke omstandigheden van de school, en zorgt daarbij voor een passend tijdsbestek voor het schooljaar.

Jaarlijks verlof voor leraren. (Illustratiefoto)
De zomervakantie en het zwangerschapsverlof van leerkrachten zijn als volgt geregeld.
- Het zwangerschapsverlof bedraagt 6 maanden zoals voorgeschreven;
- Zomervakantie buiten het zwangerschapsverlof (voor of na het zwangerschapsverlof);
- Indien de zomervakantie korter is dan het aantal vakantiedagen dat de Arbeidswet voorschrijft, hebben leerkrachten recht op extra vakantiedagen. Het totale aantal extra vakantiedagen en het aantal vakantiedagen worden toegepast conform de Arbeidswet. Extra vakantie wordt flexibel geregeld in overleg tussen de leerkracht en de directeur.
Indien een mannelijke leraar recht heeft op zwangerschapsverlof wanneer zijn vrouw bevalt, conform de bepalingen van de Wet op de Sociale Verzekeringen, heeft de mannelijke leraar tijdens het zwangerschapsverlof het recht om de voorgeschreven lesuren te geven en hoeft hij dit niet in te halen. Als het zwangerschapsverlof van de mannelijke leraar samenvalt met de zomervakantie, heeft hij bovendien geen recht op inhaalverlof.
Flexibele zomervakantie voor schooldirecteuren en adjunct-directeuren
Artikel 6 van Circulaire 05/2025 bepaalt ook duidelijk de jaarlijkse vakantie van de hoofd- en adjunctdirecteur. De jaarlijkse vakantie van de hoofd- en adjunctdirecteur omvat met name: zomervakantie; feestdagen, Tet en andere feestdagen zoals voorgeschreven door de Arbeidswet en de Wet op de Sociale Verzekeringen.
De zomervakantie van de directeur en adjunct-directeur wordt flexibel ingedeeld gedurende het schooljaar en tijdens de zomervakantie van de leerkrachten, om ervoor te zorgen dat schoolactiviteiten normaal verlopen en dat taken die door de beheersinstanties op alle niveaus zijn opgedragen, worden afgerond (indien van toepassing).
Daarnaast moet het vakantierooster van de schooldirecteur en de adjunct-schooldirecteur worden gemeld bij de bevoegde beheersautoriteit of volgens de hiërarchie.






Reactie (0)