Baanbrekend denken uit decennialange onderwijspraktijk
Volgens docent Tran Trung Hieu, docent geschiedenis aan de Phan Boi Chau High School voor Hoogbegaafden ( Nghe An ), wordt sinds het zesde partijcongres in 1986 een alomvattende en synchrone vernieuwing bekrachtigd, waarbij onderwijs en training de sleutelgebieden zijn.
In de loop van bijna veertig jaar zijn er veel belangrijke richtlijnen en beleidsmaatregelen uitgevaardigd, zoals Resolutie 29-NQ/TW over fundamentele en alomvattende vernieuwing in onderwijs en opleiding, of Resolutie 88/2014/QH13 van de Nationale Assemblee over vernieuwing van algemene onderwijsprogramma's en leerboeken.
Sterker nog, de Partij en de Staat beschouwen onderwijs, samen met wetenschap en technologie, altijd als het belangrijkste nationale beleid. Onderwijs en opleiding zijn echter niet echt de belangrijkste drijvende kracht geworden achter de baanbrekende ontwikkeling van het land.
Op veel niveaus, in verschillende sectoren en op lokaal niveau is het standpunt dat "onderwijs het belangrijkste nationale beleid is, een zaak van het hele volk" nog niet diepgeworteld en krachtig geïmplementeerd. Daarom is de noodzaak van een baanbrekende oplossing onvermijdelijk, vooral in de context van het land dat een tweeledig bestuursmodel implementeert, waarbij het onderwijssysteem solide vooruitgang moet boeken om aan de ontwikkelingseisen te voldoen.
Belangrijkste hoogtepunten van Resolutie 71-NQ/TW
Volgens de heer Hieu is het belangrijkste sleutelwoord van Resolutie 71-NQ/TW "doorbraak". Vanuit het perspectief van een leraar die rechtstreeks lesgeeft, is hij van mening dat de resolutie kernpunten heeft aangeraakt en veel "knelpunten" in het onderwijssysteem heeft weggenomen.
Ten eerste plaatst de resolutie de ontwikkeling van onderwijs en opleiding in het kader van nationaal en sociaal bestuur, gekoppeld aan de sociaaleconomische ontwikkelingsstrategie. Dit bevestigt dat onderwijs niet zomaar een aparte sector of vakgebied is, maar de basis van alle maatschappelijke vooruitgang.
Ten tweede benadrukt Resolutie 71-NQ/TW, wat betreft instellingen en mechanismen, de bevordering van decentralisatie en delegeren van bevoegdheden, gecombineerd met een passende toewijzing van middelen, waardoor lokale overheden proactiever kunnen zijn in de ontwikkeling van onderwijs. Dit is een stap in lijn met de context van de twee-niveau-overheid die wordt geïmplementeerd.
Ten derde voorziet Resolutie 71-NQ/TW in een speciaal en uitstekend voorkeursbeleid voor leraren. Dit betreft met name een verhoging van de beroepsvoorkeursregeling tot minimaal 70% voor leraren en minimaal 30% voor personeel; leraren in achterstandsgebieden, grensgebieden, eilanden en gebieden met etnische minderheden hebben recht op 100%. Dit beleid verbetert niet alleen het leven van leraren, maar stimuleert ook de geest van toewijding aan het onderwijs.
Ten vierde zorgt Resolutie 71-NQ/TW ervoor dat er landelijk een uniforme set leerboeken beschikbaar is, terwijl ernaar gestreefd wordt om alle studenten in 2030 gratis leerboeken te verstrekken. Dit is een humane stap voorwaarts, die bijdraagt aan het verminderen van de kostenlast en het waarborgen van gelijke toegang tot kennis.
Ten vijfde stelt de resolutie duidelijk dat het noodzakelijk is het model van gespecialiseerde scholen en scholen voor getalenteerde leerlingen te vernieuwen en te focussen op de ontwikkeling van nationaal talent. Tegelijkertijd wordt benadrukt dat openbaar onderwijs de hoeksteen is en dat niet-openbaar onderwijs een belangrijk onderdeel is van het nationale onderwijsstelsel.
Ten zesde garandeert de resolutie volledige en uitgebreide autonomie voor instellingen voor hoger onderwijs, waardoor de voorwaarden worden geschapen waarin scholen hun interne kracht kunnen vergroten, internationaal kunnen integreren en de kwaliteit van de opleidingen kunnen verbeteren.
Ten zevende bevestigt de resolutie dat de staatsuitgaven voor onderwijs en opleiding ten minste 20% van de totale begrotingsuitgaven moeten bedragen. Tegelijkertijd moet een nationaal beurzenfonds worden opgericht en moeten er fondsen voor leren en talentontwikkeling uit verschillende bronnen effectief worden bevorderd om leren te stimuleren en talenten te koesteren.
Met bovenstaande punten in gedachten merkte de heer Hieu op dat resolutie 71-NQ/TW niet alleen de "knelpunten" die al jaren bestaan oplost, maar ook meer potentieel, menselijke hulpbronnen en materiële middelen creëert, waardoor er kansen ontstaan voor een opmerkelijke ontwikkeling van onderwijs en training in Vietnam in de nieuwe periode.

Om de resolutie binnenkort tot leven te brengen
Naast de positieve beoordeling deed de heer Tran Trung Hieu ook een aantal aanbevelingen om Resolutie 71-NQ/TW snel in de praktijk te brengen.
Ten eerste moet het Ministerie van Onderwijs en Opleiding bij de Nationale Vergadering wijzigingen en aanvullingen op een aantal relevante wetten indienen, waaronder de Wet op het Onderwijs, om te voldoen aan de nieuwe vereisten die in de resolutie zijn vastgelegd.
Ten tweede moet de regering de inhoud van de resolutie snel omzetten in concrete, haalbare beleidsmaatregelen, gekoppeld aan een routekaart en specifieke monitoringmechanismen.
Ten derde is het essentieel om voldoende middelen voor de implementatie vrij te maken. De overheid moet de begroting voor het schooljaar 2025-2026 veiligstellen, zodat het beleid snel in de praktijk kan worden gebracht en praktische resultaten kan opleveren.
De heer Hieu bevestigde: “Met de geest van doorbraak en hoge politieke vastberadenheid zal resolutie 71-NQ/TW een nieuwe vitaliteit creëren, die meer motivatie toevoegt aan de onderwijszaak, zodat onderwijs werkelijk het belangrijkste nationale beleid wordt en een beslissende bijdrage levert aan de duurzame ontwikkeling van het land.”
Bron: https://giaoducthoidai.vn/nghi-quyet-71-nqtw-dong-luc-dot-pha-cho-giao-duc-viet-nam-post747597.html
Reactie (0)