Het Ministerie van Openbare Veiligheid is bezig met het opstellen van een decreet ter vervanging van Decreet nr. 109/2009/ND-CP van 1 december 2009 betreffende de signalering van voorrangsvoertuigen.
In het ontwerp staat duidelijk vermeld dat prioriteitssignaleringsapparatuur het volgende omvat: een prioriteitssignaleringshoorn, een prioriteitsvlag en een prioriteitssignaleringslicht.
Momenteel worden in artikel 3 van decreet 109/2009/ND-CP vier groepen voertuigen onderscheiden die noodtaken uitvoeren, waaronder: militaire voertuigen die noodtaken uitvoeren; politievoertuigen die noodtaken uitvoeren; ambulances die noodtaken uitvoeren; en voertuigen die noodtaken uitvoeren (voertuigen die speciale maatregelen nemen bij een ernstige bedreiging van de nationale veiligheid en de openbare orde en veiligheid, of bij een grote ramp of gevaarlijke epidemie).
In het ontwerpbesluit stelde het Ministerie van Openbare Veiligheid echter voor dat de volgende partijen met voorrang voertuigsignaleringsapparatuur mogen installeren en gebruiken:
Allereerst gaat de brandweerwagen aan het werk.
Ten tweede, militaire voertuigen die worden ingezet bij noodmissies, waaronder: militaire voertuigen voor brandbestrijding, reddingsoperaties, gevechtsleiding, het verstrekken van urgente informatie, het aansturen van konvooien, het uitvoeren van militaire controlemissies, het controleren van militaire voertuigen en het beschermen van konvooien; voertuigen die arrestaties verrichten, zoekacties uitvoeren of onderzoeken verrichten, criminelen en gevangenen begeleiden en deelnemen aan antiterrorismeoperaties.
Ten derde, politievoertuigen die worden ingezet voor noodmissies, waaronder: voertuigen voor reddingsoperaties; voertuigen voor arrestaties, huiszoekingen of onderzoek, het begeleiden van criminelen en gevangenen, het bestrijden van protesten en rellen, het uiteendrijven van menigten die de openbare orde verstoren; voertuigen voor verkeerscontrole en -patrouilles; voertuigen voor bewakingsmissies; voertuigen van het antiterreurcommando; informatievoertuigen voor urgente missies; en voertuigen die militaire konvooien aansturen.
Ten vierde, een politieauto van de verkeerspolitie rijdt voorop.
Ten vijfde is een ambulance in nooddienst een voertuig dat een patiënt in nood vervoert of ophaalt.
Vrijdag gaan de voertuigen voor dijkbewaking in dienst, voertuigen die ingezet worden om te reageren op incidenten, natuurrampen en epidemieën.
Ten zevende, voertuigen die in een noodsituatie dienstdoen zoals wettelijk voorgeschreven, waaronder: voertuigen ten dienste van de stuurgroepen die de premier bijstaan bij de uitvoering van de resolutie van het Permanent Comité van de Nationale Vergadering of het decreet van de president waarin de noodtoestand wordt afgekondigd; voertuigen ten dienste van reddingsdiensten, medische diensten, milieubescherming, landbouwdiensten en andere eenheden die door de stuurgroep zijn gemobiliseerd om speciale maatregelen uit te voeren in een noodsituatie.
In het ontwerpbesluit stelde het Ministerie van Openbare Veiligheid ook voor om de volgende verboden handelingen vast te leggen:
Voorrangsvoertuigen hebben echter claxons, vlaggen en voorrangssignalen van het verkeerde type, op de verkeerde plaats of niet volledig geïnstalleerd volgens de bepalingen van dit decreet.
Voertuigen met voorrang gebruiken voorrangssignalen wanneer ze niet in dienst zijn of maken misbruik van voorrangssignalen om illegale handelingen te plegen.
Voertuigen die in een noodsituatie dienstdoen, zoals wettelijk voorgeschreven, gebruiken voorrangssignalen wanneer er geen noodsituatie is afgekondigd en passen speciale maatregelen toe in een noodsituatie.
Bestuurders van voertuigen met voorrang die voorrangssignalen gebruiken op een manier die andere weggebruikers in gevaar brengt, de veiligheid en orde verstoort, en die zich niet houden aan de aanwijzingen van de verkeersregelaar, overtreden de verkeersregels.
Motorvoertuigen die niet onderworven zijn aan voorrangsregelingen, maar wel claxons, vlaggen, voorrangslichten of soortgelijke apparaten installeren of gebruiken die verwarring veroorzaken bij andere weggebruikers.
Hoe wordt er omgegaan met de ongeoorloofde installatie en het gebruik van signaleringsapparaten op voertuigen met voorrang?
Artikel 15, lid 2, van decreet 109/2009/ND-CP van 1 december 2009 van de regering bepaalt: "Het is ten strengste verboden voor motorvoertuigen die geen voorrangsvoertuigen zijn om claxons, vlaggen en voorrangssignalen te installeren of te gebruiken, of voor voorrangsvoertuigen om claxons, vlaggen en voorrangssignalen te installeren of te gebruiken die niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit decreet."
Voertuigen die geen voorrang hebben en die de signalering van voertuigen met voorrang installeren of gebruiken, zijn onderworpen aan administratieve sancties overeenkomstig de bepalingen van punt e, lid 4, artikel 5 en punt g, lid 2, artikel 6 - Besluit nr. 100/2019/ND-CP van 30 december 2019 van de regering (gewijzigd en aangevuld bij Besluit nr. 123/2021/ND-CP van 28 december 2021) betreffende sancties voor administratieve overtredingen op het gebied van weg- en spoorverkeer.
Concreet wordt een boete van 2.000.000 tot 3.000.000 VND opgelegd aan bestuurders van personenauto's en soortgelijke voertuigen die een van de volgende overtredingen begaan: Voertuigen die geen voorrang hebben, installeren of gebruiken signaleringsapparatuur van voertuigen die wel voorrang hebben.
Naast een boete worden bij bestuurders van personenauto's en soortgelijke voertuigen die de bovengenoemde overtredingen begaan, de geïnstalleerde of in strijd met de regelgeving gebruikte richtingaanwijzers in beslag genomen en wordt hun rijbewijs voor 1 tot 3 maanden ingetrokken. In geval van een overtreding die een verkeersongeval veroorzaakt, wordt het rijbewijs voor 2 tot 4 maanden ingetrokken.
Er worden boetes van 300.000 tot 400.000 VND opgelegd aan bestuurders van motorfietsen, bromfietsen (inclusief elektrische motorfietsen), motorfietsachtige voertuigen en bromfietsachtige voertuigen die een van de volgende overtredingen begaan: Voertuigen die geen voorrang hebben, installeren of gebruiken richtingaanwijzers van voertuigen die wel voorrang hebben.
Naast een boete worden bij bestuurders van motorfietsen, bromfietsen (inclusief elektrische motorfietsen), motorfietsachtige voertuigen en motorfietsachtige voertuigen die de bovengenoemde overtredingen begaan, ook de geïnstalleerde of in strijd met de regelgeving gebruikte richtingaanwijzers in beslag genomen. In geval van een overtreding die een verkeersongeval veroorzaakt, wordt hun rijbewijs voor 2 tot 4 maanden ingetrokken.
Hoe hoog is de boete als je geen voorrang verleent aan voertuigen met voorrang?
Volgens decreet 100/2019/ND-CP worden voertuigen die de wet overtreden door geen voorrang te verlenen of door voertuigen met voorrang die tijdens hun diensttijd voorrang aangeven te hinderen, beboet met de volgende bedragen:
Nee. | Voertuig | Strafniveau | Baseren |
1 | Auto | + Van 3 tot 5 miljoen VND; + Intrekking van het rijbewijs voor 1 tot 3 maanden. + Intrekking van het rijbewijs voor 2 tot 4 maanden (indien u een verkeersongeval veroorzaakt). | Punt h, Clausule 5, Punt b, Punt c, Clausule 11, Artikel 5 |
2 | Motorfiets | + Van 600.000 VND tot 1 miljoen VND; + Intrekking van het rijbewijs voor 1 tot 3 maanden; + Intrekking van het rijbewijs voor 2 tot 4 maanden (indien u een verkeersongeval veroorzaakt). | Punt d, Clausule 4, Punt b, Punt c, Clausule 10, Artikel 6 |
3 | Tractoren, gespecialiseerde voertuigen | + Van 800.000 VND tot 1 miljoen VND; + Rijbewijs en certificaat van verkeersrecht worden voor 1 tot 3 maanden ingetrokken. + Rijbewijs en certificaat van verkeersrecht worden voor 2 tot 4 maanden ingetrokken. | Punt e, Clausule 4, Punt a, Punt b, Clausule 10, Artikel 7 |
Volgorde van voertuigen met voorrang
Overeenkomstig artikel 22 van de Wegenverkeerswet van 2008 hebben de volgende voertuigen voorrang op andere voertuigen bij het oversteken van kruispunten vanuit elke richting, in de volgende volgorde van prioriteit:
1- Brandweerwagen in dienst
2. Militaire voertuigen, politievoertuigen op noodmissies, konvooien met politieauto's voorop.
3. De ambulance is in nooddienst.
4. Voertuigen voor dijkbescherming, voertuigen die ingezet worden bij natuurrampen, epidemieën of in noodsituaties zoals wettelijk voorgeschreven.
5. Begrafenisstoet.
Volgens bovenstaande regelgeving hebben dus 5 soorten voertuigen voorrang bij het oversteken van kruispunten vanuit elke richting.
De bovengenoemde voertuigtypen (met uitzondering van rouwstoeten) moeten tijdens hun dienst de voorgeschreven claxons, vlaggen en verlichting gebruiken; er gelden geen snelheidslimieten; ze mogen op de tegengestelde rijstrook en op andere toegankelijke wegen rijden, zelfs bij rood licht, en ze hoeven alleen de aanwijzingen van verkeersregelaars op te volgen.
Bij een signaal van een voertuig met voorrang moeten alle andere weggebruikers snel snelheid minderen, uitwijken of dicht bij de rechter stoeprand stoppen om voorrang te verlenen. Belemmer het voertuig met voorrang niet.
Tue Minh
Bron







Reactie (0)