Kinhtedothi - De gewijzigde wet op het voorkomen en bestrijden van mensenhandel is zojuist door de Nationale Vergadering aangenomen, met regels over het voorkomen, opsporen en aanpakken van mensenhandel; ondersteuning en bescherming van slachtoffers en mensen die in het proces zitten om als slachtoffer geïdentificeerd te worden.
Op de ochtend van 28 november stemde de Nationale Vergadering met een meerderheid van de afgevaardigden vóór de gewijzigde Wet op het voorkomen en bestrijden van mensenhandel.

De Wet op het voorkomen en bestrijden van mensenhandel (gewijzigd) bestaat uit 8 hoofdstukken en 63 artikelen. Deze regelen de preventie, opsporing en aanpak van mensenhandel en schendingen van de Wet op het voorkomen en bestrijden van mensenhandel; het ontvangen, verifiëren, identificeren, ondersteunen en beschermen van slachtoffers en personen die in het proces van slachtofferidentificatie zitten; het beheer door de staat en de verantwoordelijkheden van instanties, organisaties, families en personen bij het voorkomen en bestrijden van mensenhandel; en de internationale samenwerking bij het voorkomen en bestrijden van mensenhandel.
De wet beschrijft verboden handelingen, beginselen voor het voorkomen en bestrijden van mensenhandel, het overheidsbeleid inzake het voorkomen en bestrijden van mensenhandel en de rechten en plichten van slachtoffers en mensen die in het proces van slachtofferidentificatie zitten.
Tegelijkertijd worden in de wet de rechten en verantwoordelijkheden vastgelegd van personen die betrokken zijn bij de preventie van mensenhandel; en de verantwoordelijkheden van gezinnen, beroepsopleidingsinstellingen, organisaties, ondernemingen, zakelijke en dienstverlenende instellingen en sociaal- politieke organisaties bij de preventie van mensenhandel.

De wet regelt de ontvangst en verificatie van mensen die aangifte doen als volgt: Iedereen die redenen heeft om aan te nemen dat hij/zij een slachtoffer is of een wettelijke vertegenwoordiger die redenen heeft om aan te nemen dat de persoon die hij/zij vertegenwoordigt een slachtoffer is, moet zich wenden tot het Volkscomité op gemeentelijk niveau, de politie, de grenswacht, de kustwacht of de dichtstbijzijnde instantie of organisatie om melding te maken van mensenhandel.
De politie, grenswachten, kustwacht, instanties en organisaties die de melding ontvangen, zijn verantwoordelijk voor het onmiddellijk overbrengen van de persoon naar het Volkscomité van de gemeente waar de instantie of organisatie is gevestigd; het Volkscomité van de gemeente is verantwoordelijk voor het onmiddellijk in kennis stellen van de gespecialiseerde instantie Arbeid - Invaliden en Sociale Zaken op districtsniveau. In geval van nood verleent het Volkscomité van de gemeente die de melding heeft ontvangen ondersteuning overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk V van deze wet.
Na ontvangst van de kennisgeving van het Volkscomité op gemeentelijk niveau, zal het gespecialiseerde agentschap van Arbeid - Invaliden en Sociale Zaken op districtsniveau onmiddellijk ondersteuning ontvangen en verlenen en, uiterlijk binnen 3 dagen, het voorzitterschap waarnemen en samenwerken met de politie van het district, de provincie, de stad, de stad, de stad, die onder de centrale overheid valt (gezamenlijk de districtspolitie genoemd) om de eerste informatie te verifiëren.
Nadat de initiële informatie is geverifieerd en er geen papieren of documenten zijn zoals gespecificeerd in Clausule 1, Artikel 33 van deze wet, zal de gespecialiseerde instantie van Arbeid - Invaliden en Sociale Zaken op districtsniveau de districtspolitie verzoeken het slachtoffer te verifiëren.

Wat betreft de onderwerpen en ondersteuningsregelingen, bepaalt de wet dat slachtoffers die Vietnamese staatsburgers zijn en staatlozen die permanent in Vietnam verblijven, recht hebben op de volgende ondersteuningsregelingen: ondersteuning voor essentiële behoeften; medische ondersteuning; vertaalondersteuning; juridische ondersteuning; rechtsbijstand; ondersteuning bij reiskosten; psychologische ondersteuning; ondersteuning bij culturele studie; ondersteuning bij beroepsopleidingen, counseling, het creëren van arbeidsvoorwaarden; een initiële uitkering voor moeilijke tijden en steun bij leningen.
De wet bepaalt dat de verantwoordelijkheid voor het staatsbeheer van de preventie en bestrijding van mensenhandel berust bij het Ministerie van Openbare Veiligheid, het Ministerie van Nationale Defensie, het Ministerie van Arbeid, Oorlogsinvaliden en Sociale Zaken, het Ministerie van Volksgezondheid, het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ministerie van Justitie en de volkscomités op alle niveaus.
Deze wet treedt in werking op 1 juli 2025.
Voordat de wet werd aangenomen, presenteerde Le Thi Nga, voorzitter van de Commissie Justitie van de Nationale Vergadering, een rapport waarin het gewijzigde wetsontwerp inzake de preventie en bestrijding van mensenhandel werd toegelicht, goedgekeurd en herzien. Met betrekking tot de beginselen van preventie en bestrijding van mensenhandel waren er dan ook meningen die voorstelden om specifieke bepalingen toe te voegen over gespecialiseerde ondersteuningsregelingen om tegemoet te komen aan de genderbehoeften, -rechten en legitieme belangen van slachtoffers in elk geval, of het nu gaat om mannen, vrouwen, homoseksuelen, biseksuelen of transgenders. Hiermee moest de integratie van gendergelijkheid in het wetsontwerp worden gewaarborgd.
De Permanente Commissie van de Nationale Assemblee oordeelde dat de beginselen voor het voorkomen en bestrijden van mensenhandel slechts algemene principes zouden moeten bevatten met betrekking tot het waarborgen van gendergelijkheid en het genieten van ondersteuningsregelingen die passen bij leeftijd en geslacht. Specifiek beleid om tegemoet te komen aan genderbehoeften is in andere wetten vastgelegd. Bovendien zijn alle overige bepalingen van het wetsontwerp genderneutraal en niet-discriminerend.
Bron: https://kinhtedothi.vn/quoc-hoi-thong-qua-nhieu-bien-phap-phong-chong-mua-ban-nguoi.html






Reactie (0)