Mevrouw Diem Huong in Ben Tre heeft een oom (die de pensioengerechtigde leeftijd al gepasseerd is) en zijn vrouw (haar tante is ook de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd) die geen pensioen hebben. Het echtpaar heeft geen kinderen, dus ontvangen ze nog steeds maandelijkse toelagen van mevrouw Huong.

Mevrouw Huong vraagt ​​zich af of ze haar oom en tante als afhankelijke personen kan registreren om gezinsaftrek te krijgen bij de berekening van haar inkomstenbelasting. Zo ja, wat zijn de procedures?

SEA Bank 2025 (53).jpg
Afhankelijken die in aanmerking komen voor gezinsaftrek zijn onder meer 'andere personen zonder steun die de belastingbetaler rechtstreeks ondersteunt'. Foto: Nam Khanh

Wat betreft de zaak van mevrouw Huong hanteert de belastingdienst de volgende principes:

Belastingbetalers kunnen zich registreren voor gezinsaftrek voor personen ten laste die ooms/tantes zijn, als zij voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in Clausule 1, Artikel 9 van Circulaire nr. 111/2013/TT-BTC en Artikelen 106 en 107 van de Wet op het Huwelijk en Gezin.

Volgens punt d, clausule 1, artikel 9 van circulaire nr. 111/2013/TT-BTC van het Ministerie van Financiën, die de implementatie van de wet op de inkomstenbelasting voor particulieren (PIT) begeleidt, de wet tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de wet op de PIT, komen de volgende personen ten laste in aanmerking voor gezinsaftrek: "andere personen zonder steun die de belastingplichtige rechtstreeks onderhoudt", met inbegrip van ooms langs vaderskant.

Afhankelijken die niet in de werkende leeftijd zijn, mogen geen inkomen hebben of mogen een gemiddeld maandelijks inkomen in het jaar uit alle inkomstenbronnen hebben dat niet meer bedraagt ​​dan 1 miljoen VND.

Wat betreft de documenten en procedures om het bestaan ​​van personen ten laste aan te tonen , is het noodzakelijk om te voldoen aan de bepalingen van artikel 1 van circulaire nr. 79/2022/TT-BTC van 30 december 2022 van het Ministerie van Financiën, waarin een aantal wettelijke documenten van het Ministerie van Financiën worden gewijzigd en aangevuld.

De vereiste documenten omvatten met name : een kopie van de identiteitskaart of burgerservicenummer of geboorteakte van de persoon die van u afhankelijk is; wettelijke documenten om de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de kinderen vast te stellen, overeenkomstig de wettelijke bepalingen.

Wettelijke documenten kunnen alle wettelijke documenten zijn die de relatie van de belastingplichtige met de afhankelijke identificeren, bijvoorbeeld: een kopie van het document waarin de onderhoudsplicht volgens de wettelijke bepalingen wordt vastgelegd (indien van toepassing); een kopie van de informatie uit het wooncertificaat of de melding van het persoonlijk identificatienummer en informatie in de nationale bevolkingsdatabase of andere documenten uitgegeven door het politiebureau); de eigen verklaring van de belastingplichtige volgens het formulier uitgegeven bij circulaire nr. 80/2021/TT-BTC met bevestiging van het Volkscomité van de gemeente waar de belastingplichtige woont dat de afhankelijke bij hem/haar woont; de eigen verklaring van de belastingplichtige volgens het formulier uitgegeven bij circulaire nr. 80/2021/TT-BTC met bevestiging van het Volkscomité van de gemeente waar de afhankelijke woont dat de afhankelijke momenteel in de gemeente woont en niemand heeft die hem/haar onderhoudt...

Indien de afhankelijke de arbeidsgeschikte leeftijd heeft , dienen naast de bovengenoemde documenten ook aanvullende documenten te worden overgelegd waaruit blijkt dat de afhankelijke niet in staat is om te werken. Denk hierbij aan een kopie van het invaliditeitscertificaat conform de wet op personen met een handicap voor mensen met een ernstige handicap die niet in staat zijn om te werken; een kopie van het medisch dossier voor mensen met ziekten die hen niet in staat stellen om te werken (aids, kanker, chronisch nierfalen, enz.).

Artikel 106 van de Wet op het Huwelijk en Gezin bepaalt het volgende: Tantes, ooms, ooms van vaderskant, neven en nichten hebben het recht en de plicht om van elkaar te houden, voor elkaar te zorgen en elkaar te helpen. Ook hebben ze het recht en de plicht om elkaar op te voeden in gevallen waarin de persoon die opgevoed moet worden geen vader, moeder, kinderen, broers, zussen of broers of zussen meer heeft, of nog wel, maar deze mensen niet aan de voorwaarden voldoen om aan de verplichting tot opvoeden te voldoen.

Artikel 107, lid 1, van de Wet op het Huwelijk en het Gezin luidt als volgt: “De onderhoudsplicht geldt tussen vaders, moeders en kinderen; tussen broers en zussen; tussen grootouders en kleinkinderen; tussen tantes, ooms, neven en nichten... De onderhoudsplicht kan niet worden vervangen door een andere plicht en kan niet worden overgedragen aan een ander persoon...”.