Het ministerie van Onderwijs en Vorming heeft in het ontwerpbesluit een groot aantal nieuwe regels opgenomen over het vaststellen van de streefcijfers voor het voorschoolse onderwijs aan universiteiten en hogescholen. Deze regels vervangen de circulaire uit 2022.
Het Ministerie van Onderwijs en Vorming heeft zojuist het ontwerp van de circulaire over de regelgeving inzake het vaststellen van streefcijfers voor inschrijvingen in het universitair onderwijs en in het kleuteronderwijs door het Ministerie van Onderwijs en Vorming bekendgemaakt, zodat er commentaar kan worden verzameld.
Deze circulaire vervangt circulaire 38 uit 2022, waarin de vaststelling van de inschrijvingsdoelstellingen voor universitaire, master-, doctoraats- en hogeschoolinschrijvingen voor voorschools onderwijs is geregeld.
In het ontwerp zijn er inhoudelijk veel wijzigingen ten opzichte van circulaire 38. Deze wijzigingen sluiten aan bij de oriëntatie op de planning van het netwerk van universitaire en pedagogische onderwijsvoorzieningen en sluiten aan bij de circulaire waarin de normen voor universitaire onderwijsvoorzieningen zijn vastgelegd en die in januari 2024 is uitgegeven.
Het daadwerkelijke aantal inschrijvingen mag niet meer dan 20% bedragen van de aangekondigde inschrijvingsdoelstelling.
Concreet worden er voor elk jaar inschrijvingsdoelstellingen vastgesteld en geïmplementeerd, afhankelijk van de sector, de sectorgroep, het niveau en de opleidingsvorm op het hoofdkantoor en elke vestiging. Zo wordt er rekening gehouden met de capaciteit van de opleidingsfaciliteit, de behoeften van de arbeidsmarkt en de eisen voor de sociaal- economische ontwikkeling van het land en elke regio en plaats.
Kandidaten voor toelating tot een universiteit
Gevallen waarbij het inschrijvingsquotum per hoofdvak moet worden bepaald, zijn onder meer: hoofdvakken in de lerarenopleiding; Vietnamese taal, literatuur en cultuur; vreemde talen, literatuur en cultuur; en master- en doctoraatsopleidingen.
Inschrijvingsdoelen worden bepaald en geïmplementeerd om ervoor te zorgen dat de opleidingsomvang aan het einde van het inschrijvingsjaar (verwacht en werkelijk) aan de volgende criteria voldoet: ten eerste moet de verhouding tussen het vloeroppervlak van de bouw dat wordt gebruikt voor opleidingen en het totale aantal omgevormde voltijdstudenten op het hoofdkantoor en elke vestiging minimaal 2,8 m2 bedragen.
Ten tweede mag de verhouding tussen bekeerde studenten en voltijds docenten voor elke groep hoofdvakken en elk hoofdvak (indien het nodig is om inschrijvingsquota per hoofdvak te bepalen) van de opleidingsinstelling niet groter zijn dan 40.
Ten derde voldoen het team van docenten en ondersteunend personeel, de faciliteiten, de technologie en het lesmateriaal aan de regelgeving inzake opleidingsprogrammanormen die van toepassing zijn op de betreffende sector, sectorgroep en opleidingsniveau.
Opleidingsinstellingen moeten studenten inschrijven volgens de aangekondigde quota. Daarbij moeten ze ervoor zorgen dat het daadwerkelijke aantal studenten dat voor elke hoofdvak, groep hoofdvakken, niveau en opleidingsvorm wordt gerekruteerd, niet meer dan 20% van het aangekondigde quotum bedraagt.
In twee gevallen mogen universiteiten het inschrijvingsquotum niet verhogen.
In dit ontwerp is bepaald dat het inschrijvingsquotum voor een hoofdvak, een groep hoofdvakken op universitair niveau of een gespecialiseerd hoofdvak op niveau 7 bij het hoofdkantoor en de vestigingen niet mag worden verhoogd ten opzichte van het quotum en de daadwerkelijke inschrijvingen van het voorgaande jaar, indien het uitvalpercentage in het eerste jaar hoger is dan 15% of de werkgelegenheidsgraad van afgestudeerden lager is dan 70%.
In de circulaire van 2022 wordt het uitvalpercentage niet vastgelegd, maar wordt alleen bepaald dat het quotum niet wordt verhoogd als het percentage afgestudeerden dat binnen 12 maanden na erkenning als afgestudeerde in dat vakgebied een baan vindt, lager is dan 80%, of als het percentage van de implementatie van het inschrijvingsquotum voor dat vakgebied in het inschrijvingsjaar direct voorafgaand aan het inschrijvingsjaar lager is dan 80% (behalve in het geval van opleidingen op universitair niveau met opleidingen die erkend zijn als voldoend aan de kwaliteitsaccreditatienormen).
Voor internationale opleidingssamenwerkingsprogramma's en gezamenlijke opleidingen op universitair en hbo-niveau in het voorschoolse onderwijs, ligt het quotum binnen het opleidingsquotum van elke bedrijfstak, bedrijfstakgroep, niveau en bijbehorende opleidingsvorm.
Inschrijvingsquota volgens afzonderlijke methoden voor gezamenlijke opleidingen op universitair niveau voor elke hoofdvak, groep van hoofdvakken en opleidingsvorm mogen niet meer bedragen dan 20% van de totale inschrijvingsquota van de betreffende hoofdvak, groep van hoofdvakken en opleidingsvorm.
Een opleiding die is geopend nadat de Wet op wijzigingen en aanvullingen op een aantal artikelen van de Wet op het hoger onderwijs 2018 in werking is getreden, mag, nadat de eerste lichting gedurende 2 jaar is afgestudeerd, geen studenten meer inschrijven zolang de opleiding niet volgens de regelgeving voldoet aan de kwaliteitsaccreditatienormen.
Uiterlijk op 31 december van elk jaar moeten opleidingsinstellingen een verslag indienen over de implementatie van de inschrijvingsdoelstellingen voor het jaar in het softwaresysteem voor het beheer van inschrijvingsdoelstellingen van het Ministerie van Onderwijs en Opleiding.
Basis voor het bepalen van quota voor lerarenopleidingen
Voor elke lerarenopleidingssector wordt het quotum vastgesteld en bekendgemaakt door het Ministerie van Onderwijs en Vorming, op basis van de criteria voor het bepalen en implementeren van het quotum in dit ontwerp en het voorstel van de opleidingsinstelling.
Tegelijkertijd, op basis van de volgende grondslagen: capaciteit van het onderwijzend personeel, reputatie op het gebied van opleidingskwaliteit en inschrijvingsresultaten van voorgaande jaren van de opleidingsinstelling voor elke opleidingsrichting; oriëntatie voor de ontwikkeling van lerarenopleidingen volgens de planning van het netwerk van universiteiten en pedagogische onderwijsinstellingen; opleidingsbehoeften, aanvulling van het onderwijzend personeel op lokaal niveau; aantal bestellingen, opleidingsopdrachten, implementatiestatus en verplichting om studentenondersteuningsfondsen van staatsagentschappen te betalen volgens de regelgeving.
Bron: https://thanhnien.vn/truong-dh-khong-duoc-tang-chi-tieu-tuyen-sinh-khi-ty-le-thoi-hoc-cao-hon-15-185241026174250778.htm






Reactie (0)