Zal de speculatie op de vastgoedmarkt beperkt blijven?

Volgens het Ministerie van Financiën maakt het huidige beleid inzake de inkomstenbelasting in ons land geen onderscheid op basis van de periode waarin de overdrager het onroerend goed in bezit heeft.

Om speculatie met onroerend goed te beperken, maken sommige landen in de wereld gebruik van belastingmaatregelen om de kosten van speculatief gedrag te verhogen en de aantrekkelijkheid van onroerend goed-speculatie in de economie te verminderen. Een voorbeeld hiervan is de inkomstenbelasting.

Bovendien heffen sommige landen ook belasting op winsten uit vastgoedtransacties, afhankelijk van de transactiefrequentie en het tijdstip van aankoop en wederverkoop van onroerend goed. Hoe sneller dit tijdstip, hoe hoger het belastingtarief; hoe langzamer de transactie, hoe lager het belastingtarief.

In Singapore wordt bijvoorbeeld het eerste jaar dat grond wordt gekocht en verkocht, belast met 100% over het waardeverschil. Na 2 jaar is het belastingtarief 50% en na 3 jaar 25%.

In Taiwan (China) geldt voor vastgoedtransacties die binnen twee jaar na aankoop worden uitgevoerd een belastingtarief van 45%. Voor transacties die binnen twee tot vijf jaar worden uitgevoerd, geldt een belastingtarief van 35%. Voor transacties die binnen vijf tot tien jaar worden uitgevoerd, geldt een belastingtarief van 20%. Na tien jaar is het belastingtarief 15%.

De infrastructuur voor landinformatie moet gereed en gesynchroniseerd zijn.

Resolutie nr. 06/NQ-TW van 24 januari 2022 van het Politbureau over de planning, bouw, het beheer en de ontwikkeling van stedelijke gebieden in Vietnam tot 2030, met een visie tot 2045, heeft de volgende inhoud: "Onderzoek en verbeter het belasting- en heffingenbeleid met betrekking tot onroerend goed om het effectieve gebruik van huizen en grond te bevorderen".

Resolutie nr. 18/NQ-TW van 16 juni 2022 van de 5e Conferentie van het 13e Centraal Comité van de Partij over "Het blijven innoveren en perfectioneren van instellingen en beleid, het verbeteren van de effectiviteit en efficiëntie van landbeheer en -gebruik, het creëren van momentum om ons land te transformeren tot een ontwikkeld land met een hoog inkomen" stelde: "Schrijf hogere belastingtarieven voor mensen die grote stukken land gebruiken, veel huizen, grondspeculatie...".

Resolutie nr. 62/2022/QH15 van 16 juni 2022 van de Nationale Vergadering over de ondervragingsactiviteiten tijdens de 3e zitting van de 15e Nationale Vergadering vereist: "Herziening en voltooiing van de wettelijke voorschriften inzake belastingen met betrekking tot bedrijfs- en onroerendgoedoverdracht, versterking van het management, voorkoming van belastingverliezen, borging van begrotingsinkomsten zonder de bedrijfsvoering, de legitieme rechten van personen en de ontwikkeling van de onroerendgoedmarkt te beïnvloeden".

Om bovengenoemde beleidsmaatregelen en richtlijnen te institutionaliseren, een redelijk niveau van regulering te bereiken en speculatie en vastgoedzeepbellen te voorkomen, stelde het ministerie van Financiën voor om "te onderzoeken of het mogelijk is belasting te heffen op persoonlijk inkomen uit vastgoedoverdrachten op basis van de houdperiode, zoals die in sommige landen voorkomt. Het specifieke belastingtarief moet worden bestudeerd en op passende wijze worden vastgesteld, rekening houdend met de feitelijke werking van de vastgoedmarkt".

Het Ministerie van Financiën merkte op dat de toepassing van het beleid inzake inkomstenbelasting op de overdracht van onroerend goed op basis van de aanhoudtijd ook moet worden gesynchroniseerd met het proces van het perfectioneren van het beleid met betrekking tot grond en huisvesting, evenals met de synchronisatie en paraatheid van de IT-infrastructuur voor de registratie van grond en onroerend goed. Daarmee kan het de belastingautoriteiten voldoende informatie en een wettelijke basis bieden om informatie te verkrijgen over de aanhoudtijd van onroerend goed.

Artikel 247 van de Grondwet 2024 wijzigde en vulde ook lid 1, artikel 14 van de Wet op de inkomstenbelasting aan, met de specifieke bepaling: "Het belastbare inkomen uit de overdracht van onroerend goed wordt telkens bepaald op basis van de overdrachtsprijs; bij overdracht van grondgebruiksrechten wordt het belastbare inkomen berekend op basis van de grondprijs in de grondprijslijst."

Het Ministerie van Financiën is van mening dat het noodzakelijk is om deze bepaling in het wetsontwerp inzake de inkomstenbelasting voor particulieren (vervanging) te actualiseren om de consistentie van het rechtsstelsel te waarborgen.

Artikel 5, artikel 3, artikel 14, lid 2, artikel 21, artikel 23 van de huidige Wet op de inkomstenbelasting voor particulieren luidt als volgt: Inkomsten uit de overdracht van onroerend goed, waaronder: inkomsten uit de overdracht van gebruiksrechten op grond en aan grond verbonden activa; inkomsten uit de overdracht van eigendoms- of gebruiksrechten van huizen; inkomsten uit de overdracht van pachtrechten op grond, pachtrechten op wateroppervlakken; andere inkomsten ontvangen uit de overdracht van onroerend goed.

Het belastbare inkomen uit overdracht van onroerend goed wordt telkens bepaald op basis van de overdrachtsprijs. Het geldende belastingtarief bedraagt ​​2%.