Bij het constateren van een overtreding moeten verkeersagenten in burgerkleding onmiddellijk de geüniformeerde eenheid waarschuwen om het voertuig te stoppen, een inspectie uit te voeren en de zaak volgens de voorschriften af te handelen.
Professionele apparatuur gebruiken om overtredingen op te sporen.
Het Ministerie van Openbare Veiligheid heeft zojuist Circulaire nr. 73/2024/TT-BCA uitgevaardigd, die ingaat op 1 januari 2025 en de patrouille, controle en afhandeling van overtredingen van de verkeersveiligheidswetgeving door de verkeerspolitie regelt.
Verkeersagenten in burger zullen gevallen van wetsovertredingen vastleggen om als bewijsmateriaal te gebruiken bij eventuele straffen.
Een van de opvallende nieuwe bepalingen in artikel 7 van deze circulaire is de regeling betreffende de organisatie van eenheden voor het rechtstreeks patrouilleren en controleren van openbare verkeersroutes in combinatie met undercoveroperaties.
Het verkeerspolitieteam zal derhalve een groep agenten in burgerkleding en met gecamoufleerde voertuigen inzetten om, conform het door de bevoegde autoriteit uitgevaardigde plan, samen te werken met de agenten die openlijk patrouilleren en inspecties uitvoeren.
Voorbeelden van gevallen waarbij openlijke en heimelijke patrouilles en inspecties betrokken zijn, zijn: het gebruik van technische apparatuur om de verkeersveiligheid en -beveiliging te verbeteren; misdaadbestrijding; en complexe situaties op het gebied van veiligheid, orde of verkeersveiligheid.
Circulaire nr. 73/2024 bepaalt dat de eisen voor openlijke en heimelijke patrouilles en inspecties het volgende omvatten:
Ten eerste moet er een patrouille- en controleplan zijn opgesteld door de bevoegde autoriteit, conform de geldende regelgeving. In dit plan moeten de uitvoeringsmethoden, het personeel, de uniformen, de communicatiemethoden, de tijdsduur, de routes en de patrouille- en controlegebieden duidelijk worden beschreven.
Ten tweede is er behoefte aan professionele technische apparatuur en hulpmiddelen; wapens, ondersteunende middelen en andere technische middelen die worden gebruikt voor patrouilles en controle.
Ten derde moeten de agenten in burgerkleding en de geüniformeerde patrouille- en controleagenten binnen het verkeerspolitieteam een gepaste afstand bewaren om ervoor te zorgen dat overtredingen snel en volgens de wet worden afgehandeld.
Wat de werkprocedure betreft, bepaalt circulaire nr. 73/2024 dat agenten in burgerkleding de taak hebben om de verkeersveiligheid direct te observeren en professionele apparatuur te gebruiken om overtredingen van verkeerswetten en andere wetten op te sporen.
Bij constatering van een overtreding moeten agenten in burgerkleding onmiddellijk de geüniformeerde eenheid waarschuwen om het voertuig te stoppen, een inspectie uit te voeren en de zaak volgens de voorschriften af te handelen.
Situaties waarin een misdaad wordt ontdekt
In gevallen waarin undercoveragenten ernstige overtredingen van de verkeersveiligheid, de openbare orde en de veiligheid constateren die, indien niet onmiddellijk voorkomen, gevaarlijke gevolgen voor de samenleving, schade aan eigendommen van instanties, organisaties en individuen, en schade aan de levens en de gezondheid van weggebruikers zouden veroorzaken.
Destijds gebruikten vermomde verkeersagenten hun politie-identificatiekaarten om voertuigen te laten stoppen en informeerden en moedigden ze het publiek aan om mee te werken aan het voorkomen van de overtreding.
Wanneer verkeersagenten in burgerkleding overtredingen constateren, werken agenten in uniform mee aan de afhandeling van de zaak.
Breng tegelijkertijd de openbare patrouille- en controlefunctionarissen op de hoogte en coördineer met hen om de kwestie ter plaatse waar de overtreding is geconstateerd op te lossen, of breng de overtreder naar het dichtstbijzijnde politiebureau voor verdere afhandeling volgens de geldende voorschriften.
Deze nieuwe circulaire bepaalt tevens dat verkeersagenten die patrouilleren en controlewerkzaamheden uitvoeren volgens plan, voertuigen die deelnemen aan het wegverkeer mogen staande houden voor inspectie, zoals voorgeschreven in artikel 65 en 66 van de Wet op de Verkeersveiligheid.
Het staande houden en inspecteren van voertuigen moet aan de volgende eisen voldoen: veiligheid, naleving van de wet en geen belemmering van de verkeersstroom; zodra een voertuig staande is gehouden, moeten de inspectie en de afhandeling van eventuele overtredingen volgens de voorschriften worden uitgevoerd.
Bron: https://www.baogiaothong.vn/canh-sat-hoa-trang-co-nhung-quyen-han-gi-khi-tuan-tra-kiem-soat-tu-1-1-2025-192241130213414555.htm







Reactie (0)