Circulaire nr. 44/2011/TT-BTNMT, uitgegeven op 26 december 2011 door het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen en Milieu (oud), tot vaststelling van nationale technische voorschriften inzake de gelijktijdige behandeling van gevaarlijk afval in cementovens (QCVN 41:2011/BTNMT), zal dus niet langer van kracht zijn vanaf de ingangsdatum van circulaire 44, behalve in enkele gevallen.
Met name installaties die in gebruik zijn genomen, investeringsprojecten in uitvoering (met inbegrip van investeringsprojecten waarvoor beslissingen tot goedkeuring van de resultaten van milieueffectrapportages zijn genomen of waarvan de volledige en geldige dossiers zijn ontvangen door bevoegde staatsinstanties die milieueffectrapportages en milieuvergunningen opvragen vóór de inwerkingtredingsdatum van deze circulaire) en die gelijktijdige verwerkingsactiviteiten in cementovens hebben, blijven de technische voorschriften, operationele procedures en monitoringvoorschriften toepassen die zijn vastgelegd in de Nationale Technische Regeling inzake gelijktijdige verwerking van gevaarlijk afval in cementovens (QCVN 41:2011/BTNMT) tot en met 31 december 2031.
Of de installatie is in gebruik genomen, het investeringsproject wordt uitgevoerd zoals voorgeschreven in clausule 1 van dit artikel, de toegestane grenswaarden van vervuilingsparameters in de rookgassen van het cementovenafval overeenkomstig de bepalingen van Circulaire nr. 45/2024/TT-BTNMT uitgegeven op 30 december 2024 van de Minister van Natuurlijke Hulpbronnen en Milieu (oud) tot afkondiging van de Nationale Technische Regelgeving inzake industriële emissies.
Met betrekking tot het implementatieplan heeft het Ministerie van Landbouw en Milieu verklaard dat vanaf de inwerkingtredingsdatum van deze circulaire op investeringsprojecten (waaronder nieuwe investeringsprojecten, investeringsprojecten die de omvang ervan uitbreiden, de capaciteit vergroten, aanvraagdossiers indienen voor de beoordeling van milieueffectrapportages en milieuvergunningen verlenen na de inwerkingtredingsdatum van deze circulaire) de bepalingen van QCVN 41:2025/BNNMT van toepassing zijn.
Vanaf 1 januari 2032 moeten de onderwerpen die in clausule 1, artikel 3, van deze circulaire worden genoemd, ook voldoen aan de eisen van QCVN 41:2025/BNNMT. Tegelijkertijd moedigt het ministerie ook in gebruik genomen installaties en lopende investeringsprojecten aan om de bepalingen van QCVN 41:2025/BNNMT vanaf de inwerkingtreding van deze circulaire toe te passen.
Indien er zich bij de implementatie van deze circulaire problemen voordoen, dienen instanties, organisaties en personen dit onmiddellijk schriftelijk te melden aan het Ministerie van Landbouw en Milieu, zodat deze de problemen kunnen overwegen en oplossen.
In deze verordening worden de technische eisen voor de gezamenlijke verwerking van afval in cementovens vastgelegd. Deze eisen zijn van toepassing op overheidsinstanties, organisaties en personen die betrokken zijn bij de gezamenlijke verwerking van afval in cementovens.
Technische vereisten voor cementovens met afvalcobehandelingsactiviteiten bepalen specifiek dat cementovens met afvalcobehandelingsactiviteiten droge draaiovens moeten zijn of dat cementovens met afvalcobehandelingsactiviteiten een druk moeten hebben die lager is dan de externe druk (ook wel negatieve druk genoemd) om te voorkomen dat uitlaatgassen uit de cementoven via de afvalinlaat in de cementoven in het milieu terechtkomen.
Cementovens die afval meebehandelen, moeten beschikken over een rookgasreinigingssysteem dat de giftige vervuilingsparameters die vrijkomen bij de meebehandelactiviteiten van het afval, verwijdert. Er mag geen buitenlucht worden toegevoegd om het rookgas uit de uitlaat van het rookgasreinigingssysteem te verdunnen.
Vereisten voor afval dat in cementovens wordt geladen: De volgende soorten afval mogen niet in cementovens worden geladen (radioactief afval; kapotte, beschadigde, gebruikte apparatuur die kwik bevat - afvalcode 13 03 02; afgedankte TL-lampen - afvalcode 16 01 06; besmettelijk medisch afval - afvalcode 13 01 01).
Bovendien moeten het type, de omvang, het volume en de locatie van het afval, wanneer het wordt geladen voor co-processing, geschikt zijn voor de technologie en de normale werking van de cementoven, de productkwaliteit en de rookgasreiniging niet beïnvloeden. De opslag-, voorbehandelings- en laadruimtes voor afval uit cementovens moeten zijn uitgerust met apparatuur en maatregelen om geuren te verzamelen, te behandelen en de verspreiding ervan te voorkomen.
Naast de algemene laadprocedures voor cementproductie moet het laden van afval in de coprocessor aan de volgende specifieke vereisten voldoen: Gevaarlijk afval mag niet worden geladen als de oven tijdens het opstarten nog in de droogmodus staat of als het laadniveau lager is dan 75% van het stabiele bedrijfsniveau; Vluchtig organisch afval mag niet in de warmtewisselaartoren worden geladen of hierin worden geïntroduceerd.
Gevaarlijk afval dat organische halogeencomponenten bevat met het symbool "NH" (behorend tot de lijst van gevaarlijk afval, gecontroleerd industrieel afval en algemeen vast industrieel afval uitgegeven bij circulaire nr. 02/2022/TT-BTNMT van het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen en Milieu (oud), waarin de implementatie van een aantal artikelen van de wet op de milieubescherming gedetailleerd wordt beschreven) moet in het hoofdbrandergedeelte aan het einde van de oven worden geladen.
In geval van een noodstop van de oven moet het laden van afval onmiddellijk worden gestopt voordat het laden van traditionele grondstoffen en brandstof wordt gestopt. De procedure voor het stilleggen van de oven moet strikt worden gevolgd.
Bij een geplande sluiting van de oven moet het laden van afval minimaal 2 uur vóór de sluiting worden gestopt, moet worden overgeschakeld op traditionele brandstoffen en materialen en moeten de stappen voor het sluiten van de oven worden uitgevoerd. Er moet een logboek van de werking van de cementoven worden bijgehouden en de minimale inhoud moet worden geregistreerd, afhankelijk van de dienst (tijd en naam van de operator; soort en volume van het geladen afval). Het logboek moet in het Vietnamees worden geschreven en minimaal 2 jaar worden bewaard.
Het gebied waar de cementoven is geïnstalleerd voor de meeverwerking van afval, moet informatie bevatten over de ontwerpcapaciteit van de cementoven, het type afval (gevaarlijk afval/algemeen vast industrieel afval/huishoudelijk vast afval) dat meeverwerking vereist en een samenvatting van de werkwijze van de cementoven bij het meeverwerking van afval.
De toegestane grenswaarden van verontreinigingsparameters in de rookgassen van cementovens die afval gelijktijdig verwerken, moeten voldoen aan de eisen die zijn vastgelegd in QCVN 19:2024/BTNMT - Nationale technische regelgeving inzake industriële emissies (uitgegeven met circulaire nr. 45/2024/TT-BTNMT van het voormalige Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen en Milieu tot afkondiging van de Nationale technische regelgeving inzake industriële emissies); QCVN 41:2025/BNNMT.
De prestaties van de meebehandeling van afval in cementovens worden beoordeeld aan de hand van de resultaten van emissiemonitoring. De frequentie van de emissiemonitoring in cementovens wordt uitgevoerd in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.
Cementovens met afvalcobehandelingsactiviteiten mogen pas in gebruik worden genomen nadat voor het project of de installatie een milieuvergunning is verleend conform de bepalingen van de Wet milieubescherming.
Bron: https://doanhnghiepvn.vn/cong-nghe/chuan-hoa-ky-thuat-quoc-gia-ve-dong-xu-ly-chat-thai-trong-lo-nung-xi-mang/20250808072600314






Reactie (0)