![]() |
| Afgevaardigde Nguyen Thi Suu nam deel aan de discussie in de zaal. Foto: Delegatie van de Nationale Vergadering van de stad. |
Onderwijsautonomie moet gepaard gaan met toezicht
Nguyen Thi Suu, plaatsvervangend hoofd van de delegatie van de Nationale Vergadering van de stad Hue , nam deel aan de discussie in de zaal en besteedde daarbij met name aandacht aan het versterken van de autonomie van onderwijsinstellingen. Dit is al jaren een belangrijk beleid van de partij en tevens het speerpunt van het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de Onderwijswet.
Volgens afgevaardigde Nguyen Thi Suu heeft het wetsontwerp de autonomie op veel gebieden uitgebreid, zoals het opzetten van onderwijsinstellingen, het werven van personeel, het beheren van collegegelden, het organiseren van opleidingen en kwaliteitsbeoordeling. De toekenning van autonomie mist echter momenteel specifieke criteria om de capaciteit te beoordelen en is niet gekoppeld aan een controlemechanisme, wat leidt tot het risico van machtsmisbruik en te hoge kosten. Ook de relatie tussen het schoolbestuur, investeerders en lokale overheden is onduidelijk.
Wat betreft de oprichting en vergunningverlening van onderwijsinstellingen, zei afgevaardigde Suu dat de vergunningscriteria nog steeds algemeen zijn, zonder duidelijke definities van financiële voorwaarden, personeelskwaliteit, outputnormen of conformiteit met de lokale onderwijsplanning. Dit zou mazen in de wet kunnen creëren voor instellingen met beperkte capaciteit om deel te nemen aan de markt. Mevrouw Suu stelde voor om specifieke criteria toe te voegen, zoals: ontwikkelingsplannen in overeenstemming met de planning, minimale financiële voorwaarden, gekwalificeerd personeel qua kwalificaties en beroepsethiek, faciliteiten en technologie die voldoen aan de opleidingsvereisten; en tegelijkertijd het ministerie van Onderwijs en Opleiding of lokale autoriteiten de opdracht te geven om de initiële capaciteit te beoordelen alvorens vergunningen te verlenen.
Wat betreft management- en onderwijsondersteunend personeel merkte afgevaardigde Nguyen Thi Suu op dat het ontwerp dat onderwijsinstellingen toestaat autonoom te werven, in lijn is met de trend, maar dat de wervingscriteria en de capaciteitsbeoordeling nog steeds vaag zijn. Zij stelde voor om de wervingsnormen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van management- en ondersteunend personeel duidelijk vast te leggen en een mechanisme in te stellen om de werkprestaties te monitoren. De afgevaardigde stelde ook voor om punt c, lid 2, artikel 71a te wijzigen in de richting van de eis dat managers van openbare onderwijsinstellingen een universitair diploma of hoger, een certificaat onderwijsmanagement en ten minste vijf jaar ervaring moeten hebben.
Wat betreft collegegeld en onderwijsondersteunende diensten, benadrukte ze dat het verlenen van financiële autonomie aan particuliere en niet-openbare onderwijsinstellingen noodzakelijk is om middelen flexibel te beheren en tegemoet te komen aan de behoeften van leerlingen. Zonder een controlemechanisme zal het risico op overbelasting en gebrek aan transparantie echter zeer groot zijn. Ze stelde voor om het minimum- en maximumtarief voor collegegeld per onderwijsniveau te reguleren, collegegeld, opleidingskosten en ondersteunende diensten voor elke opleiding en elk schooljaar volledig openbaar te maken en tegelijkertijd de verantwoordelijkheid van onderwijsinstellingen voor het waarborgen van de rechten van leerlingen te verduidelijken.
Afgevaardigde Nguyen Thi Suu was het eens met veel eerdere meningen over de opleiding van arts-assistenten en specialisten. Mevrouw Suu zei dat internationale ervaring aantoont dat de opleiding van arts-assistenten voornamelijk in ziekenhuizen plaatsvindt, zoals het model in Europa, Noord-Amerika en Korea... en dat artsen vervolgens extra praktijkervaring moeten opdoen voordat ze mogen werken. De opleiding van specialist 1 en 2 is ook een essentiële vereiste om de praktische capaciteit van het medisch team te verbeteren.
Op basis van bovenstaande analyse stelde afgevaardigde Nguyen Thi Suu voor dat de regering het opleidingsmechanisme voor artsen in opleiding, specialisten en specifieke opleidingsprogramma's voor de gezondheidszorgsector zou specificeren in overeenstemming met de internationale praktijken. Zo zou de kwaliteit van de medische personeelsbronnen in de nieuwe context gewaarborgd blijven.
![]() |
| Afgevaardigde Nguyen Hai Nam nam deel aan het debat. Foto: Delegatie van de Nationale Vergadering van de stad. |
De opleiding van medisch personeel valt onder het beheer van het Ministerie van Volksgezondheid.
Wat betreft de inhoud van het management van medische opleidingen stelde afgevaardigde Nguyen Hai Nam (delegatie van de Nationale Assemblee van de stad Hue) die aan het debat deelnam, voor om het managementmodel voor medische universiteiten te herzien.
Volgens de heer Nam zouden medische universiteiten niet onder het Ministerie van Onderwijs en Opleiding moeten vallen, zoals bepaald in het wetsontwerp, maar onder het Ministerie van Volksgezondheid, om zo beter aan te sluiten bij de specifieke kenmerken van de sector.
Afgevaardigde Nguyen Hai Nam noemde zeven verschillende redenen: Ten eerste is de opleiding van medisch personeel direct gerelateerd aan de gezondheid en het leven van mensen, en moet deze daarom door de industrie worden beheerd. Alle professionele normen, van praktijknormen en patiëntveiligheid tot technische procedures, worden vastgesteld door het Ministerie van Volksgezondheid. Daarom moeten medische opleidingsprogramma's nauw aansluiten op het ziekenhuissysteem en de klinische praktijk om de kwaliteit te waarborgen.
Ten tweede is dit model consistent met de internationale praktijk. In Japan en Zuid-Korea valt het beheer van de opleiding van medisch personeel onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Volksgezondheid; in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, hoewel universiteiten autonoom zijn, worden de normen voor stagecapaciteit en praktijkvergunningen gereguleerd en gecontroleerd door het Ministerie van Volksgezondheid.
Ten derde is het Ministerie van Volksgezondheid de enige instantie die de personeelsbehoeften van de sector helder begrijpt. Deze instantie kan het overschot of tekort aan medisch specialisten, verpleegkundigen en technici voorspellen, waardoor passende wervingsdoelen worden vastgesteld en verspilling van sociale middelen wordt voorkomen.
Ten vierde draagt sectoraal management bij aan een verdere verbetering van de kwaliteit van de opleiding dankzij directe coördinatie tussen medische faculteiten, ziekenhuizen en onderzoeksinstituten. Dit is ook een manier om de situatie van "academisering", waarbij opleiding en klinische praktijk van elkaar gescheiden worden, te beperken.
Ten vijfde helpt dit model het risico van commercialisering van medische opleidingen te verminderen in de context van toenemende socialisatie en universitaire autonomie. Het nastreven van doelen en toenemende inkomstenbronnen kan de kwaliteit van de inschrijvingen en opleidingen beïnvloeden als deze niet door gespecialiseerde instanties worden gecontroleerd.
Ten zesde stelt de medische beroepsgroep specifieke eisen aan beroepsethiek en gedragsnormen. Het Ministerie van Volksgezondheid, met zijn ervaring in het aansturen van medisch personeel, kan de implementatie van beroepsethische normen in zowel opleiding als praktijk ontwikkelen, integreren en bewaken.
Ten zevende vergroot gecentraliseerd management de mogelijkheid om personeel te coördineren in noodsituaties zoals epidemieën of natuurrampen. Uit de praktijk van Covid-19 blijkt dat het Ministerie van Volksgezondheid de inzet van studenten en artsen in opleiding van medische faculteiten effectief heeft gecoördineerd om deel te nemen aan de strijd tegen de epidemie.
Afgevaardigde Nguyen Hai Nam stelde voor dat de redactiecommissie bovenstaande groepen redenen in overweging zou nemen om de kwaliteit van de opleidingen te waarborgen en te voldoen aan de praktische vereisten van de medische sector.
Bron: https://huengaynay.vn/chinh-tri-xa-hoi/theo-dong-thoi-su/dai-bieu-quoc-hoi-tp-hue-kien-nghi-ve-tu-chu-giao-duc-va-quan-ly-dao-tao-nhan-luc-y-te-160163.html








Reactie (0)