| De Nationale Vergadering kwam op 23 juni in de middag in deze hal bijeen. |
Tijdens de ochtendsessie stemde de Nationale Vergadering voor de wet tot wijziging en aanvulling van een aantal artikelen van de Wet op de in- en uitreis van Vietnamese staatsburgers en de Wet op de in- en uitreis, doorreis en verblijf van buitenlanders in Vietnam. Vervolgens besprak de Nationale Vergadering in de aula het wetsontwerp inzake de strijdkrachten die deelnemen aan de handhaving van de openbare orde en veiligheid op lokaal niveau. De minister van Openbare Veiligheid lichtte een aantal kwesties toe die door afgevaardigden van de Nationale Vergadering waren aangekaart.
Aan het einde van de ochtendsessie en aan het begin van de middagsessie kwam de Nationale Vergadering afzonderlijk bijeen om personeelszaken te bespreken.
Na een aparte sessie stemde de Nationale Assemblee voor het aannemen van een resolutie over het testen van een aantal specifieke mechanismen en beleidsmaatregelen voor de ontwikkeling van Ho Chi Minhstad; en een resolutie over de resultaten van thematisch toezicht op "mobilisatie, beheer en gebruik van middelen voor preventie en bestrijding van Covid-19; implementatie van beleid en wetten op het gebied van basisgezondheidszorg en preventieve geneeskunde".
Tijdens de slotzitting van de sessie stemde de Nationale Vergadering ervoor om de resolutie over vragen en antwoorden aan te nemen; Stemde ervoor om de resolutie van de 5e sessie, 15e Nationale Vergadering aan te nemen (die het volgende bepaalt: Aanpassing van het investeringsbeleid van het Ka Pet Reservoir Project, district Ham Thuan Nam, provincie Binh Thuan; voortzetting van de uitvoering van het beleid om de btw met 2% te verlagen overeenkomstig Resolutie nr. 43/2022/QH15 van 11 januari 2022 en het beleid om te investeren in aanvullend charterkapitaal voor de Bank voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling van Vietnam).
Aan het einde van de sessie hield de voorzitter van de Nationale Vergadering, Vuong Dinh Hue, een slottoespraak.
* Op 23 juni besprak de Nationale Vergadering, ter voortzetting van de 5e zitting, in de vergaderzaal twee wetsontwerpen: Wet op het beheer en de bescherming van nationale verdedigingswerken en militaire zones; Wet op de onroerendgoedsector (gewijzigd).
Bij het geven van hun mening over het wetsontwerp inzake het beheer en de bescherming van nationale verdedigingswerken en militaire zones wezen de afgevaardigden op de realiteit van inbreuk op en gebruik van land voor nationale verdedigingswerken en militaire zones.
Afgevaardigde Duong Tan Quan (Ba Ria-Vung Tau) zei dat de situatie van schendingen en inbreuken op verdedigingswerken en militaire zones in verschillende delen van het land steeds complexer wordt. De situatie van inbreuken en overlapping van verdedigingsgebieden komt nog steeds voor, meestal de incidenten die zich in sommige provincies (op schietbanen) voordeden, zoals Bac Giang, Dong Nai, Binh Thuan, Ba Ria-Vung Tau...
Daden van inbreuk op en vernieling van nationale verdedigingswerken en militaire zones, zoals het vernielen van oude bunkers, artilleriecontrolemarkeringen, nationale verdedigingsmarkeringen... om staal te stelen, vinden op sommige plaatsen nog steeds plaats.
Volgens het rapport van het Ministerie van Defensie zijn er momenteel meer dan 600 onopgeloste defensiegronden met betrekking tot geschillen, inbreuken en overlappende subsidies. Na bestudering van het volledige wetsontwerp constateerde afgevaardigde Duong Tan Quan echter dat er geen specifieke sancties zijn voor deze overtredingen.
Daarom stelde de afgevaardigde voor dat het Opstelcomité zou overwegen om aanvullende sancties op te leggen voor overtredingen. Tegelijkertijd zouden er bepalingen moeten komen die het overgangsproces reguleren voor de afhandeling van openstaande kwesties in de geschiedenis van de toewijzing van landgebruik, verdedigingswerken en militaire zones.
Wat betreft het gewijzigde wetsontwerp over de vastgoedsector waren de afgevaardigden het erover eens dat de wet moet worden afgekondigd om de mechanismen en het beleid te perfectioneren, een stabiele en gezonde vastgoedmarkt te ontwikkelen en de werking van de vastgoedrelaties te waarborgen volgens het socialistisch georiënteerde marktmechanisme.
Afgevaardigde Tran Van Khai (Ha Nam) zei dat de vastgoedmarkt in werkelijkheid altijd in een staat van "koorts" of "bevriezing" verkeert, wat grote gevolgen heeft voor de economie. Als het overheidsbeleid niet tijdig reguleert en er geen effectieve oplossingen zijn, kan dit gevolgen hebben voor de financiën, de economie en, erger nog, een economische crisis. Daarom is de ontwikkeling van overheidsbeleid voor de vastgoedmarkt van groot belang.
Volgens de afgevaardigden willen de kiezers de wet op de vastgoedsector aanpassen om de gedachte dat "niets winstgevender is dan het verhandelen van grond" te doorbreken en om te voorkomen dat armen armer worden door onroerend goed. Ook willen ze voorkomen dat toekomstige generaties hopeloos worden in hun droom om een eigen huis te bezitten.
Om het staatsbeleid voor deze markt specifiek te kunnen vastleggen, wezen de afgevaardigden erop dat vier factoren gewaarborgd moeten worden. Dat is de stabiliteit van het beleid; de vastgoedmarkt heeft een zeer lange cyclus en de projecten duren ook erg lang, dus de stabiliteit van het beleid is erg belangrijk.
Daarnaast is het creëren van gemak, openheid en motivatie, zodat investeerders na de wetswijziging fors kunnen investeren in de vastgoedmarkt, een zeer belangrijk onderdeel van het regelgevingsbeleid van de staat.
Bovendien moet de structuur van het woningsegment opnieuw worden gereguleerd. Momenteel wordt er te veel geïnvesteerd in het duurdere woningsegment en is er ook sprake van een "bloedstolsel". Tegelijkertijd wordt de enorme vraag naar arbeiderswoningen niet gereguleerd en wordt de investeringskapitaalstroom ernaartoe niet gereguleerd.
Het is met name noodzakelijk om de vastgoedmarkt strikt te beheren en snel en proactief te reageren op de 'warm-koud'-situatie op de vastgoedmarkt.
| Afgevaardigde Tran Van Khai (Ha Nam) sprak in de zaal. |
* Tijdens de werkdag stemde de Nationale Assemblee ook voor het aannemen van de Wet op het Bieden van Kandidaten (gewijzigd) en de Resolutie over het nemen van een motie van vertrouwen en het stemmen voor vertrouwen in personen die posities bekleden die gekozen of goedgekeurd zijn door de Nationale Assemblee of de Volksraad (gewijzigd).
De gewijzigde wet op aanbestedingen treedt in werking op 1 januari 2024 en bestaat uit 10 hoofdstukken en 96 artikelen. Deze wet reguleert het staatsbeheer van aanbestedingsactiviteiten, de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van instanties, organisaties en personen bij aanbestedingsactiviteiten, het selecteren van aannemers voor de uitvoering van aanbestedingspakketten en het selecteren van investeerders voor de uitvoering van zakelijke investeringsprojecten.
Wat betreft de regelgeving inzake gecentraliseerde aanbestedingen en de inkoop van geneesmiddelen, chemicaliën en medische apparatuur, heeft het Permanent Comité van de Nationale Assemblee de instantie die verantwoordelijk is voor de beoordeling en de instantie die verantwoordelijk is voor het opstellen van de regelgeving opgedragen nauw samen te werken met de Commissie voor wetgeving, de Commissie voor sociale zaken, het Ministerie van Volksgezondheid en een aantal afgevaardigden van de Nationale Assemblee die werkzaam zijn in de gezondheidszorg over de inhoud van de ontvangst en herziening met betrekking tot de gezondheidszorg.
In de resolutie over het nemen van een vertrouwensstemming en het stemmen voor vertrouwen in personen die posities bekleden die gekozen of goedgekeurd zijn door de Nationale Assemblee of de Volksraad (gewijzigd) staat duidelijk: De resultaten van de vertrouwensstemming worden gebruikt om kaders te evalueren en dienen als basis voor het plannen, mobiliseren, benoemen, aanbevelen van kaders voor kandidatuur, ontslaan en implementeren van regimes en beleid voor kaders.
Een persoon die bij stemming wordt gekozen voor een motie van vertrouwen en die meer dan de helft tot minder dan twee derde van het totale aantal stemmen voor 'weinig vertrouwen' heeft, mag aftreden. Indien hij/zij niet aftreedt, legt het Permanente Comité van de Nationale Vergadering het voor aan de Nationale Vergadering. Het Permanente Comité van de Volksraad legt het op zijn beurt voor aan de Volksraad voor een motie van vertrouwen tijdens die zitting of de dichtstbijzijnde zitting.
Als een persoon die onder een vertrouwensstemming valt een beoordeling van "laag vertrouwen" krijgt van 2/3 of meer van het totale aantal stemmen, is het agentschap of de persoon die de bevoegdheid heeft om die persoon voor te dragen voor verkiezing of goedkeuring door de Nationale Vergadering of de Volksraad, verantwoordelijk voor het indienen van een verzoek tot ontslag bij de Nationale Vergadering of de Volksraad tijdens die zitting of de dichtstbijzijnde zitting.
Bron






Reactie (0)