Momenteel wordt de vereiste van 20 jaar sociale verzekeringsbijdragen (SI) om pensioen te ontvangen als te lang beschouwd. Dit heeft de motivatie van werknemers om deel te nemen en de SI lang vol te houden verminderd. Hierdoor hebben veel werknemers niet genoeg geduld om hun SI in één keer op te nemen, wat gevolgen heeft voor hun toekomst, vooral voor degenen die niet meer kunnen werken en geen bron van inkomsten hebben wanneer ze met pensioen gaan, ondanks dat ze lange tijd daarvoor SI hebben betaald.
De Sociale Verzekeringswet 2024 is aangenomen door
de Nationale Assemblee en treedt officieel in werking vanaf 1 juli 2025 met veel belangrijke inhoud, waaronder de aanpassing van de voorwaarden voor het ontvangen van pensioenen en de verhoging van eenmalige uitkeringen. Om werknemers die deelnemen aan het sociale verzekeringsstelsel te behouden en hun leven veilig te stellen, is de Sociale Verzekeringswet 2024 aangenomen door de Nationale Assemblee en treedt officieel in werking vanaf 1 juli 2025 met veel belangrijke inhoud. Inclusief de aanpassing van de voorwaarden voor het ontvangen van pensioenen en de verhoging van eenmalige uitkeringen.
Voorwaarden voor het ontvangen van eenmalige uitkeringen bij pensionering vanaf 1 juli 2025 Volgens de huidige Sociale Verzekeringswet 2014 ontvangen werknemers die bij pensionering meer dan het aantal jaren sociale verzekeringen hebben betaald dat overeenkomt met het pensioenpercentage van 75%, naast hun pensioen ook eenmalige uitkeringen. De voorwaarde voor het ontvangen van een eenmalig pensioen bij pensionering volgens de huidige regelgeving is dus dat de socialeverzekeringsperiode langer is dan het aantal jaren dat overeenkomt met het pensioenpercentage van 75%. Dit subsidieniveau wordt berekend op basis van het aantal jaren sociale verzekeringsuitkering dat groter is dan het aantal jaren dat overeenkomt met het pensioenpercentage van 75%. Voor elk jaar sociale verzekeringsuitkering wordt dit berekend als 0,5 maand van het gemiddelde maandelijkse inkomen voor sociale verzekeringsuitkering. Volgens de Wet op de Sociale Verzekeringen 2024, die van kracht is vanaf 1 juli 2025, is deze regeling echter aangepast. Meer specifiek als volgt: Volgens de bepalingen van Clausule 1, Artikel 68 van de Wet op de Sociale Verzekeringen 2024 (van kracht vanaf 1 juli 2025), ontvangen mannelijke werknemers met een sociale verzekeringsuitkeringsperiode van meer dan 35 jaar, vrouwelijke werknemers met een sociale verzekeringsuitkeringsperiode van meer dan 30 jaar, bij pensionering, naast het pensioen, ook een eenmalige subsidie. Dus, vanaf 1 juli 2025 is de voorwaarde voor het ontvangen van een eenmalig pensioen bij pensionering een langere sociale verzekeringsuitkeringsperiode: - 35 jaar voor mannelijke werknemers. - 30 jaar voor vrouwelijke werknemers.
Ook de hoogte van de eenmalige subsidie verandert en is geregeld in artikel 68, lid 2, van de Wet sociale verzekeringen 2024.
Ook de hoogte van de eenmalige subsidie verandert en is geregeld in artikel 68, lid 2, van de Wet sociale verzekeringen 2024, verdeeld in 2 gevallen. Ten eerste, indien de werknemer recht heeft op pensioen en de procedures voor het ontvangen van pensioenuitkeringen voltooit, wordt de eenmalige uitkering berekend op 0,5 keer het gemiddelde salaris dat als basis wordt gebruikt voor de sociale verzekeringsbijdragen voor elk jaar van bijdrage hoger dan de bepalingen in Clausule 1, Artikel 68 van de Sociale Verzekeringswet 2024 tot de wettelijk voorgeschreven pensioenleeftijd. In dit geval is de eenmalige uitkering hetzelfde als de huidige regelgeving onder de Sociale Verzekeringswet 2014. Ten tweede, indien de werknemer recht heeft op pensioenuitkeringen maar sociale verzekeringen blijft betalen, is de uitkering gelijk aan 2 keer het gemiddelde salaris dat als basis wordt gebruikt voor de sociale verzekeringsbijdragen voor elk jaar van bijdrage hoger dan het voorgeschreven aantal jaren (vanaf het moment na het bereiken van de wettelijk voorgeschreven pensioenleeftijd tot het moment van pensionering en het ontvangen van pensioenuitkeringen).
 |
|
Indien een werknemer recht heeft op pensioen, maar nog steeds sociale verzekeringspremies betaalt, bedraagt de subsidie 2 maal het gemiddelde salaris dat als basis voor de sociale verzekeringspremies geldt voor elk uitkeringsjaar dat hoger is dan het voorgeschreven aantal jaren.
In dit geval is de eenmalige uitkering 4 keer hoger dan de huidige uitkering volgens de Sociale Verzekeringswet van 2014.
Hoe de eenmalige uitkering te berekenen bij pensionering vanaf 1 juli 2025 Het Ministerie van Arbeid, Invaliden en Sociale Zaken geeft richtlijnen voor het berekenen van de eenmalige uitkering als volgt: Bijvoorbeeld: Dhr. D. werkt onder normale arbeidsomstandigheden, op het moment van de pensioengerechtigde leeftijd heeft hij 38 jaar sociale verzekeringsbijdragen. Dhr. D. gaat echter niet met pensioen om een pensioen te ontvangen, maar blijft nog 3 jaar werken en sociale verzekeringen betalen voordat hij met pensioen gaat om een pensioen te ontvangen. Bij pensionering om een pensioen te ontvangen, heeft dhr. D. een totale tijd van sociale verzekeringsbijdragen van 41 jaar. Derhalve heeft de heer D. naast zijn pensioen ook recht op een eenmalige uitkering, de berekeningsformule is als volgt: - 3 jaar sociale verzekeringsbijdragen hoger dan 35 jaar vóór de pensioengerechtigde leeftijd, elk jaar is gelijk aan 0,5 keer het gemiddelde salaris dat als basis voor de sociale verzekeringsbijdragen wordt gebruikt: 3 jaar x 0,5 = 1,5. - 3 jaar sociale verzekeringsbijdragen hoger dan 35 jaar na de pensioengerechtigde leeftijd, elk jaar is gelijk aan 2 keer het gemiddelde salaris dat als basis voor de sociale verzekeringsbijdragen wordt gebruikt: 3 jaar x 2 = 6. Derhalve heeft de heer D. recht op een eenmalig pensioen bij pensionering gelijk aan 7,5 (1,5 + 6) keer het gemiddelde salaris dat als basis voor de sociale verzekeringsbijdragen wordt gebruikt. Bron: https://tienphong.vn/tu-172025-tro-cap-khi-nghi-huu-tang-gap-4-lan-muc-cu-post1697858.tpo
Reactie (0)