Wat betekent het driehoekige verkeersbord?
Overeenkomstig de Nationale Technische Regeling Verkeersborden (QCVN 41:2019/BGTVT), uitgegeven door het Ministerie van Transport met circulaire 54/2019/TT-BGTVT, worden driehoekige verkeersborden vaak gebruikt voor groepen gevaars- en waarschuwingsborden.
De groep gevaar- en waarschuwingsborden is derhalve een groep borden die verkeersdeelnemers vooraf informeren over gevaren op de weg, zodat zij deze tijdig en proactief kunnen voorkomen.
Gevaar- en waarschuwingsborden zijn meestal gelijkzijdige driehoeken met een rode rand en een gele achtergrond, met zwarte tekeningen die het incident beschrijven dat moet worden aangegeven.
De geldigheid van gevaar- en waarschuwingsborden is beperkt tot de rijstroken.
Grootte, vorm en kleur van waarschuwingsborden
- Waarschuwingsborden zijn voornamelijk gelijkzijdige driehoeken met drie afgeronde hoekpunten. Eén zijde is horizontaal en het corresponderende hoekpunt wijst naar boven. Een uitzondering hierop is bord W.208 "Kruising met voorrangsweg", waarvan het corresponderende hoekpunt naar beneden wijst.
- De specifieke afmetingen van de tekeningen en kleuren worden gedetailleerd gespecificeerd in Bijlage C en Artikelen 16 en 17 van QCVN 41:2019/BGTVT.
Het effect van gevaar- en waarschuwingssignalen
Gevaar- en waarschuwingsborden worden gebruikt om weggebruikers te informeren over de aard van gevaar of over de voorzorgsmaatregelen die in het verkeer moeten worden genomen.
Bij het tegenkomen van gevaar en waarschuwingsborden moeten verkeersdeelnemers hun snelheid verlagen tot het noodzakelijke niveau, opletten en voorbereid zijn op mogelijke situaties om ongelukken te voorkomen.
De betekenis van het gebruik van gevaar- en waarschuwingsborden
Gevaar- en waarschuwingsborden hebben de code W met de volgende namen:
- Bord W.201 (a,b): Gevaarlijke bocht;
- Kenteken W.201 (c,d): Gevaarlijke bocht met risico op kantelen van het voertuig;
- Bord W.202 (a,b): Veel opeenvolgende gevaarlijke bochten;
- Bord W.203 (a,b,c): Versmalde weg;
- Kenteken W.204: Tweerichtingsweg;
- Bord W.205 (a,b,c,d,e): Kruising;
- Bord W.206: Kruispunt dat om de rotonde heen loopt;
- Bord W.207 (a, b, c, d, e, f, g, h, i, k, l): Kruising met een niet-prioritaire weg (aftakking);
- Bord W.208: Kruising met voorrangsweg (hoofdweg);
- Bord W.209: Kruising met verkeerslichten;
- Bord W.210: Spoorwegovergang met slagboom;
- Bord W.211a: Spoorwegovergang zonder slagboom;
- Bord W.211b: Kruising met tramlijn;
- Bord W.212: Smalle brug;
- Kenteken W.213: Tijdelijke brug;
- Kenteken W.214: Draaibrug - Hefbrug;
- Bord W.215a: Talud, diepe afgrond voor ons;
- Bord W.215 (b,c): Talud, diepe ravijn aan de rechterkant van de weg; Talud, diepe ravijn aan de linkerkant van de weg;
- Bord W.216a: Ondergrondse weg;
- Bord W.216b: Ondergrondse weg met risico op plotselinge overstromingen;
- Bord W.217: Veerterminal;
- Kenteken W.218: Onderdoorgang;
- Bord W.219: Gevaarlijke afdaling;
- Bord W.220: Gevaarlijk bergopwaarts;
- Kenteken W.221a: Concave en convexe weg;
- Bord W.221b: Weg met verkeersdrempels;
- Bord W.222a: Gladde weg;
- Bord W.222b: Gevaarlijke berm;
- Bord W.223 (a,b): Gevaarlijke klif;
- Bord W.224: Voetgangersoversteekplaats;
- Kenteken W.225: Kinderen;
- Bord W.226: Kruispunt voor fietsers;
- Kenteken W.227: Bouwplaats;
- Kenteken W.228 (a,b): Rotsverschuiving;
- Kenteken W.228c: Opgeworpen stenen en grind;
- Bord W.228d: Zwakke wegbedding;
- Bord W.229: Start- en landingsbaan;
- Kenteken W.230: Vee;
- Bord W.231: Wilde dieren steken de weg over;
- Kenteken W.232: Crosswind;
- Kenteken W.233: Ander gevaar;
- Bord W.234: Kruising met tweebaansweg;
- Kenteken W.235: Dubbele rijstrook;
- Bord W.236: Einde van de dubbele rijbaan;
- Kenteken W.237: Regenboog;
- Bord W.238: Snelweg in aantocht;
- Bord W.239a: Bovengrondse elektriciteitskabel; Bord W.239b: Werkelijke doorrijhoogte;
- Kenteken W.240: Tunnel;
- Bord W.241: File;
- Bord W.242 (a,b): Waar de spoorlijn loodrecht op de weg kruist;
- Bord W.243 (a,b,c): Waar de spoorlijn de weg niet loodrecht kruist;
- Bord W.244: Weggedeelte met veel ongevallen;
- Bord W.245 (a,b): Langzamer rijden (a), Langzamer rijden met Engelse instructies (b);
- Bord W.246 (a,b,c): Pas op voor obstakels;
- Kenteken W.247: Let op geparkeerde voertuigen.
Plaatsing van gevaar- en waarschuwingsborden afhankelijk van de rijrichting en de effectiviteit van de borden.
- Gevaar- en waarschuwingsborden worden op voldoende afstand van de beoogde locatie geplaatst, zodat ze gemakkelijk te observeren zijn en het zicht niet wordt beïnvloed.
- De afstand van het bord tot het beoogde signaalpunt moet over het gehele weggedeelte consistent zijn met dezelfde gemiddelde voertuigsnelheid. In bijzondere gevallen kan het bord verder of dichterbij worden geplaatst en indien nodig moet een extra bordnummer S.502 "Afstand tot het signaalobject" worden toegevoegd.
- Bord W.208 "Kruising met voorrangsweg": in dichtbevolkte gebieden, direct voor de kruising met de voorrangsweg. Buiten dichtbevolkte gebieden, afhankelijk van de afstand tot de kruising met de voorrangsweg, staat een extra bord S.502.
Elk type verkeersbord geeft een gevaarlijk element aan dat zich op een locatie of weggedeelte kan voordoen. Als het gevaarlijke element zich op een weggedeelte bevindt, plaats dan het subbord S.501 "Toepassingsgebied van het bord" om de lengte van het gevaarlijke weggedeelte aan te geven onder de borden W.202 (a,b), W.219, W.220, W.221a, W.225, W.228, W.231, W.232. Als de lengte hetzelfde belangrijke gevaarlijke element bevat, plaats dan een herinneringsbord met het subbord S.501 dat de lengte van het resterende gevaarlijke element aangeeft.
- Beperk het gebruik van gevaarsborden en grootschalige waarschuwingen indien de objecten geen daadwerkelijk gevaar opleveren voor het verkeer.
- Binnen de snelheidslimietzones:
+ Indien bij een gevaarlijke afslag al een bord staat dat de maximumsnelheid beperkt tot minder dan of gelijk aan 40 km/u, is het niet nodig om een bord voor een gevaarlijke afslag te plaatsen (borden W.201 (a,b) en W.202 (a,b);
+ In geval van slechte, gladde, oneffen wegen is het, indien er een bord is geplaatst dat de maximumsnelheid beperkt tot minder dan 50 km/u, niet nodig om een bord te plaatsen dat waarschuwt voor oneffen, gladde wegen (bordnummer W.221 (a,b) en bordnummer W.222a);
+ Wegen in dichtbevolkte gebieden, met lage voertuigsnelheden en doorlopende kruispunten met drie- en vierrichtingsverkeer vereisen niet noodzakelijkerwijs het bord W.205 (a, b, c, d, e) "Kruising".
- Op plaatsen waar wegen voorrang hebben bij kruispunten met andere wegen die volgens de bepalingen van deze verordening niet als kruispunten worden beschouwd, is het niet nodig om borden W.207 en W.208 te plaatsen. Deze borden of rastervormige verflijnen kunnen echter wel worden gebruikt indien nodig.
Bron










Reactie (0)