Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding heeft zojuist circulaire 13/2024/TT-BGDDT uitgegeven, waarin de normen en voorwaarden worden vastgelegd voor het overwegen van promoties van beroepstitels van kleuterleidsters, leraren in het openbaar basisonderwijs en voortgezet onderwijs en leraren in voorbereidende universitaire studies.
| Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding verhoogt de normen voor de promotie van leraren naar rang I en II. (Foto: Phuong Ly) |
Deze circulaire vervangt circulaire 34/2021/TT-BGDDT van het Ministerie van Onderwijs en Opleiding, uitgegeven in 2021. Dienovereenkomstig bevat circulaire 13 een aantal nieuwe voorschriften en aanpassingen ten opzichte van circulaire 34.
Er zijn met name geen voorschriften over de normen en voorwaarden voor bevorderingsexamens, omdat de overheid het bevorderingsexamenformaat heeft afgeschaft. Er zijn ook geen voorschriften over de inhoud, het format en de bepaling van succesvolle kandidaten voor het bevorderingsexamen, omdat de overheid gedetailleerde voorschriften heeft in Besluit nr. 85/2023/ND-CP.
De nieuwe circulaire bevat ook specifieke regels over de normen en voorwaarden voor registratie voor bevordering naar graad II en graad I voor kleuterleidsters, algemene vormingsleraren en universitair voorbereidende leraren.
Op verzoek van de regering stelt het Ministerie van Onderwijs en Opleiding aanvullende normen en voorwaarden vast om te voldoen aan de vereiste van kwaliteitsverbetering van het team, zoals:
Betreffende de normen voor kwaliteitsclassificatie tijdens de werkzame periode: Gedurende de tijd dat men de beroepstitel van leraar niveau III of een gelijkwaardig niveau bekleedt, zijn er 2 jaar (voor kleuteronderwijs) en 3 jaar (voor algemeen vormend onderwijs, universitaire voorbereiding) aan werk direct voorafgaand aan het jaar van overweging voor bevordering tot de beroepstitel, waarbij de kwaliteit is geclassificeerd op het niveau van "Taken goed voltooien" of hoger.
Gedurende de tijd dat men de beroepstitel van leraar graad II of een gelijkwaardige titel draagt, moeten de 5 jaar voorafgaand aan het jaar waarin promotie naar de beroepstitel in aanmerking komt, worden geclassificeerd als 'Goede voltooiing van taken' of hoger, waarvan ten minste 2 jaar moeten worden geclassificeerd als 'Uitstekende voltooiing van taken'.
Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding heeft verklaard dat, conform de richtlijnen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken inzake het bepalen van de structuur van beroepstitels van ambtenaren in Officieel Bericht nr. 64/BNV-CCVC van 5 januari 2024, voor openbare diensteenheden die gedeeltelijk zelf de reguliere uitgaven verzekeren en openbare diensteenheden waarvan de reguliere uitgaven worden gegarandeerd door de staatsbegroting, het maximale aandeel beroepstitels van graad I niet meer dan 10% mag bedragen, het maximale aandeel beroepstitels van graad II en equivalent mag niet meer dan 50% bedragen.
Daarom zijn de kwaliteitsclassificatienormen in de circulaire in overeenstemming met de eisen die worden gesteld aan de structuur van beroepstitels volgens de richtlijnen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Zo wordt gegarandeerd dat er waardige docenten worden geselecteerd, wier bijdragen worden erkend en die zich hebben ingespannen om hun carrière te ontwikkelen tijdens hun periode als leraar.
Met betrekking tot emulatietitels en lofbetuigingen op het gebied van de normen en voorwaarden van professionele en technische competentie die in aanmerking komen voor inschrijving voor graad I: zijn emulatietitels en lofbetuigingen behaald tijdens de periode dat graad II werd bekleed?
Volgens het Ministerie van Onderwijs en Vorming moet deze regeling ervoor zorgen dat dezelfde navolgingstitel en prestatie niet tegelijkertijd kunnen worden gebruikt bij twee bevorderingen van klas III naar klas II en van klas II naar klas I. Tegelijkertijd moet worden gewaarborgd dat leraren zich blijven inspannen en zich blijven inzetten zolang ze de rang bekleden.
Deze circulaire treedt in werking op 15 december 2024.
Bron






Reactie (0)