In een reactie op het wetsontwerp over elektronische transacties (waarvan verwacht wordt dat het tijdens de vijfde zitting van de vijftiende Nationale Vergadering door de Nationale Vergadering wordt becommentarieerd en goedgekeurd), stelde de Vietnamese Confederatie van Handel en Industrie (VCCI) voor dat de opsteller van het wetsvoorstel zou overwegen om een aantal criteria toe te voegen om elektronische transacties te vergemakkelijken en een solide juridisch kader te creëren om een steeds beter ontwikkelde Vietnamese digitale economie op te bouwen.
Met een wettelijk kader voor elektronische transacties wordt een belangrijke voorwaarde gecreëerd om het nationale digitale transformatieproces te bevorderen.
Daarmee worden de beperkingen en tekortkomingen van de huidige wetgeving overwonnen, wordt gestreefd naar het waarborgen van de veiligheid van bedrijven en personen bij elektronische transacties en wordt de ontwikkeling van elektronische transacties ondersteund. Hiermee wordt een belangrijk uitgangspunt gecreëerd om het nationale digitale transformatieproces te bevorderen.
Zorgen voor transparantie bij elektronische transacties
De herziene wet inzake elektronische transacties wordt gezien als een zeer belangrijk wetgevend project, vooral in de huidige periode waarin de trend om transacties via elektronische middelen te verrichten onvermijdelijk is en in de nabije toekomst de overhand zal krijgen.
Volgens de VCCI bepaalt artikel 25.1 van het ontwerp dat een elektronische handtekening die voldoet aan de voorwaarden voor het waarborgen van de veiligheid, de handtekening van een individu kan vervangen. Het ontwerp bevat echter geen bepalingen over de criteria om te bepalen of een elektronische handtekening als veilig wordt beschouwd. Daarom wordt aanbevolen dat de opsteller van het ontwerp de regelgeving op dit punt aanvult. Met andere woorden, het is mogelijk om de bepalingen in artikel 22 van de Wet op het elektronisch betalingsverkeer uit 2005 te heroverwegen.
Bij een gedetailleerde analyse van deze kwestie is de VCCI van mening dat artikel 28.1.d van het ontwerp bepaalt dat een van de voorwaarden voor de erkenning van buitenlandse elektronische handtekeningen is dat de gebruikers buitenlandse organisaties en personen zijn; Vietnamese organisaties en personen die elektronische transacties moeten uitvoeren met buitenlandse partners waarvan de elektronische handtekeningcertificaten van binnenlandse dienstverleners in dat land niet zijn erkend.
Volgens de VCCI is deze regeling echter niet echt redelijk, omdat het voor Vietnamese organisaties en individuen moeilijk is om te weten of binnenlandse dienstverleners in het partnerland al dan niet erkend zijn. Deze regeling zal Vietnamese ondernemingen in de problemen brengen bij het zakendoen met buitenlandse partners.
Bovendien bepaalt artikel 28 van het ontwerp ook het gebruik en de erkenning van buitenlandse elektronische handtekeningen. Op grond hiervan zal de staat de juridische waarde van buitenlandse elektronische handtekeningen en elektronische handtekeningcertificaten erkennen als aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
Een dergelijke bepaling kan ertoe leiden dat alle elektronische transacties met buitenlandse elektronische handtekeningen een "toets" op juridische waarde moeten ondergaan. Volgens de analyse van VCCI is het echter noodzakelijk om te overwegen om partijen toe te staan vrijelijk overeenstemming te bereiken over het gebruik van bepaalde soorten elektronische handtekeningen of elektronische certificaten, omdat dit de keuzevrijheid van partijen respecteert.
Handelstransacties worden gekenmerkt door een maximale eerbiediging van de keuzevrijheid van ondernemingen; de wet grijpt alleen in wanneer dit in strijd is met de wettelijke bepalingen, de openbare zeden en de sociale ethiek. Artikel 4.2 van het Wetsvoorstel vermeldt dit beginsel ook, en geeft partijen specifiek de mogelijkheid om vrijelijk elektronische middelen te kiezen om transacties uit te voeren.
Geschillenbeslechting zal gebaseerd zijn op de betrouwbaarheid van elektronische middelen om beslissingen te nemen zonder dat erkenning door een overheidsinstantie nodig is. Erkenning door een overheidsinstantie moet slechts worden beschouwd als een wettelijke garantie (vrijwel niet te toetsen), niet als een voorwaarde voor rechtsgeldigheid.
De VCCI adviseert daarom dat de opstelcommissie de regelgeving aanvult in de richting dat partijen bij commerciële activiteiten vrijelijk afspraken kunnen maken over het gebruik van buitenlandse elektronische handtekeningen of buitenlandse elektronische handtekeningcertificaten. Op die manier wordt voorkomen dat de kosten voor de partijen stijgen en er belemmeringen ontstaan voor grensoverschrijdende transacties.
Bevorderen van nationale digitale transformatie
Daarnaast worden opmerkingen gemaakt over de bepalingen over de voorwaarden waaronder de conversie tussen papieren documenten en databerichten juridische waarde heeft in artikel 14 van het ontwerp. VCCI is van mening dat het vaststellen van standaarden voor de conversie tussen de twee vormen "papier" en "elektronisch" zinvol is als basis voor de partijen om de waarde van de conversievorm te overwegen en te vertrouwen. Er dient echter te worden opgemerkt dat de keuze van technologie en implementatiemethode ernaar moet streven om in een zo open mogelijke richting te worden vormgegeven.
Consumenten kiezen en kopen hun producten steeds vaker via e-commerceplatforms.
Volgens de VCCI zou het ontwerp enerzijds nog steeds een aantal "standaard" methoden moeten bevatten, die zeer veilig zijn en juridische waarde hebben zonder dat ze hoeven te worden beoordeeld. Deze worden beschouwd als standaardvoorwaarden waaraan partijen kunnen voldoen om mogelijke juridische risico's te beperken, vooral in gevallen waarin partijen nog geen wederzijds vertrouwen hebben, zoals bij de eerste transactie. Uiteraard zullen partijen de extra kosten voor deze transactie moeten accepteren,...
Voor papieren documenten staat de wet partijen toe om verschillende methoden te gebruiken om ervoor te zorgen dat de kopie identiek is aan het origineel. Artikel 3 van Decreet 23/2015/ND-CP bepaalt dat een kopie rechtsgeldigheid heeft wanneer deze is opgesteld op basis van het originele boek of wanneer de kopie is gewaarmerkt op basis van het origineel. Dit betekent dat op deze manier vervaardigde kopieën automatisch rechtsgeldig zijn (zonder dat ze opnieuw gecontroleerd hoeven te worden).
VCCI adviseert daarom dat de opstelinstantie de regelgeving inzake het ontvangen van databerichten die zijn omgezet van papieren documenten van overheidsinstanties aanvult in de richting van het accepteren van databerichten die voldoen aan de vereisten in artikel 14.1 van het Concept of databerichten die zijn omgezet van papieren documenten (bijvoorbeeld scans, fotokopieën) en het origineel ter vergelijking in te dienen.
Naast de bovengenoemde kwesties verzocht VCCI in het commentaardocument de opstellersinstantie ook om een aantal inhoudelijke regelgevingen te beoordelen en te overwegen: Voorwaarden voor het zakendoen in vertrouwde diensten; open data; digitale platforms; intermediaire digitale platforms; verantwoordelijkheden van gegevensverwerkers...
Bronlink






Reactie (0)