Op de ochtend van 22 april gaf het Permanente Comité van de Nationale Vergadering tijdens de 32ste zitting advies over het wetsontwerp inzake stads- en plattelandsplanning.
De voorzitter van de Nationale Vergadering , Vuong Dinh Hue, gaf in een reactie aan dat hij de voorbereiding en de nauwkeurigheid van het wetsontwerp zeer waardeerde. In het voorlopige evaluatierapport werden veel kwesties genoemd, waarmee een basis werd gelegd voor verdere verfijning van het ontwerp.
De heer Vuong Dinh Hue gaf aan dat hij het eens was met de aanpak van dit wetsontwerp toen hij de Wet op de Ruimtelijke Ordening van 2009 en het deel over plattelandsplanning in de Bouwwet van 2014 overnam. Hij specificeerde daarbij enkele inhoudsopgaven van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Daarnaast worden er nieuwe onderwerpen toegevoegd om te voldoen aan de eisen van stedelijke en plattelandsontwikkeling in de komende tijd; knelpunten en obstakels bij de implementatie van wetten worden weggenomen; en de consistentie en eenheid van wetten op het gebied van planning wordt gewaarborgd.
De voorzitter van de Nationale Vergadering stelde voor om een aantal standpunten en principes die in de documenten van de partij staan, verder te bestuderen en duidelijker te specificeren.
De eerste is de relatie tussen verstedelijking en nieuwe plattelandsontwikkeling. "Ik heb ooit gezegd dat in werkelijkheid sommige districtseenheden die het nieuwe plattelandsgebied nog niet hebben voltooid, gemakkelijker te plannen zijn om districten te worden dan eenheden die het geavanceerde, modelmatige nieuwe plattelandsgebied al hebben voltooid, vanwege de betrokken criteria. Daarom moeten, als een gemeente een wijk wordt, of als een district waarschijnlijk een district wordt, de principes en criteria voor de planningsoriëntatie worden herzien en moet de wet een aantal punten bevatten als uitgangspunten voor toekomstige implementatie," merkte de heer Vuong Dinh Hue op.
De tweede is de relatie tussen verstedelijking en stedelijke economische ontwikkeling. Volgens hem zal het, als we alleen over stedelijke gebieden praten zonder over de stedelijke economie, erg moeilijk zijn om stedelijke gebieden duurzaam te beheren en te ontwikkelen. Daarom is het noodzakelijk om duidelijk te onderscheiden welke onderdelen in deze wet zijn opgenomen en welke onderdelen van het Urban Development Management Law Project (waarvoor onderzoek wordt gedaan en dat wordt ontwikkeld) herzien en verduidelijkt moeten worden.
Een ander belangrijk punt, aldus de voorzitter van de Nationale Assemblee, is dat de planning moet worden aangepast aan klimaatverandering. Daarom is herziening en onderzoek nodig.
De voorzitter van de Nationale Vergadering gaf ook aan dat er criteria en normen zijn voor stadsplanning met betrekking tot bevolkingsdichtheid en infrastructuur, om de balans te berekenen tussen stedelijke ontwikkeling in de breedte en compacte stedelijke gebieden volgens het TOD-model (waar er een hoge nederzettingsdichtheid is, een klein gebied en dus vooral ontwikkeling in de hoogte en ruimte erboven - PV).
Over de hoogte van het gebouw zei hij dat hij er al vaak over had gediscussieerd zonder het te weten. "Toen ik met het Ministerie van Bouwzaken werkte, kwam ik erachter dat dit te maken had met de vliegveiligheid, en dat niemand de bouw van hoogbouw in de binnenstad heeft verboden. Het probleem is hoe om te gaan met de relatie tussen infrastructuur en bouwhoogte. In werkelijkheid reguleert het Ministerie van Bouwzaken deze hoogte niet, waardoor het voor stedelijke gebieden moeilijk is om oude appartementen te renoveren", aldus de heer Vuong Dinh Hue.
Of over de planningsomvang: het district Hoan Kiem heeft bijvoorbeeld een planningsomvang van slechts 5 km2. Volgens de bevolkingscriteria moet het district dus veel mensen "uittrekken". Maar toen veranderde de manier van denken: alle vier de oude binnenstadsdistricten (Hoan Kiem, Ba Dinh, Dong Da, Hai Ba Trung) werden in de algehele planning opgenomen om een evenwicht te creëren. Dan kan het probleem van bevolkingsomvang en infrastructuur worden opgelost.
"Moeten de normen en criteria voor bevolkingsdichtheid en bouwhoogte dan door planologen worden voorgesteld op basis van het masterplan en niet strikt worden gereguleerd? Hongkong (China) en Singapore staan vol met wolkenkrabbers", aldus de heer Vuong Dinh Hue.
Een ander praktisch probleem dat volgens de voorzitter van de Nationale Assemblee veel problemen zou oplossen als het in de wet zou worden opgenomen, is het daadwerkelijke onderzoek om de planning uit te voeren.
"Het principe van planning is om veldonderzoek uit te voeren, maar soms zijn er onvoldoende omstandigheden om dat goed te doen. Er zijn gebieden waar mensen al lange tijd wonen, maar het onderzoek is niet zorgvuldig uitgevoerd. Bij de planning werd het als een "groen gebied" "afgeschilderd", maar nu staat niemand op om het te repareren. Die planning is niet realistisch. Mochten we overwegen om de planning in dergelijke gevallen aan te passen, dan moeten we ervoor zorgen dat deze aansluit bij de werkelijke situatie", aldus de heer Vuong Dinh Hue.
Bovendien stelde de voorzitter van de Nationale Assemblee voor dat de opstelcommissie doorgaat met het toezicht op de consistentie en uniformiteit van het rechtssysteem, omdat deze wet met veel andere wetten verband houdt. Ook stelde zij voor om een aantal termen gelijk te trekken en grondiger onderzoek te doen naar overgangsregelingen.
Secretaris-generaal van de Nationale Assemblee Bui Van Cuong stemde in met de mobilisatie van ondersteunende middelen om de kwaliteit van de planning te verbeteren. De mobilisatie en het gebruik ervan moeten echter strikt zijn, waarbij beleidsmatige gevolgen door steun, het inbrengen van "groepsbelangen" en lokale belangen moeten worden vermeden.
"Meer specifieke regelgeving inzake openbare bekendmaking en transparantie van informatie over ondersteunende organisaties en personen, agentschappen en eenheden die ondersteunende middelen ontvangen en het gebruik van middelen, zodat als er in de toekomst 'planten' bij betrokken zijn, mensen deze onmiddellijk zullen ontdekken", aldus de heer Bui Van Cuong.
Bron
Reactie (0)