Afgevaardigden drukken op de knop om de gewijzigde Wet op Ondernemingen goed te keuren - Foto: Nationale Assemblee
Daarom is in de wet die op 1 juli is aangenomen en in werking is getreden, het begrip 'uiteindelijke eigenaar van een onderneming' gedefinieerd en is de overheid belast met het opstellen van specifieke richtlijnen voor de criteria voor het vaststellen van en de sancties voor overtredingen wanneer informatie niet wordt verstrekt.
Openbaarmaking van informatie over de uiteindelijke begunstigden aan bedrijfsautoriteiten
Dienovereenkomstig is de economische eigenaar van een rechtspersoononderneming een natuurlijk persoon die feitelijk eigenaar is van het maatschappelijk kapitaal of het recht heeft om die onderneming te controleren, met uitzondering van het geval van de directe vertegenwoordiger van de eigenaar bij een onderneming waarvan de Staat 100% van het maatschappelijk kapitaal in handen heeft en de vertegenwoordiger van het Staatskapitaal dat is geïnvesteerd in een naamloze vennootschap of een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met twee of meer aandeelhouders, overeenkomstig de wettelijke bepalingen inzake het beheer en de investering van Staatskapitaal in ondernemingen.
De wet geeft echter geen specifieke termijn voor het verstrekken van informatie over uiteindelijke begunstigden aan de ondernemingsregistratieautoriteit door ondernemingen die vóór de inwerkingtreding van deze wet zijn opgericht.
Tijdens de eerdere discussie werd in sommige meningen voorgesteld om een overgangsbepaling toe te voegen, waarin een specifieke termijn wordt vastgelegd voor ondernemingen die zijn opgericht vóór de inwerkingtreding van deze wet, om informatie over de uiteindelijke eigenaren van de onderneming aan te vullen.
Minister van Financiën Nguyen Van Thang lichtte de aanvaarding toe voordat de wet werd aangenomen en zei dat de regering de wet zou wijzigen in die zin dat er informatie over uiteindelijke eigenaren aan zou worden toegevoegd. Deze informatie moet gelijktijdig worden uitgevoerd op het moment dat de onderneming procedures uitvoert om wijzigingen in de inhoud van de bedrijfsregistratie te registreren.
Ondernemingen die zijn opgericht voordat de wet van kracht wordt, hoeven geen informatie over uiteindelijke begunstigden te verstrekken. Als ondernemingen namelijk een aparte administratieve procedure moeten doorlopen om aanvullende informatie over uiteindelijke begunstigden te verstrekken, leidt dat tot een toename van het aantal procedures en tot nalevingskosten voor ondernemingen.
"Dit is niet gepast in de context waarin de Partij en de Staat veel drastische beleidsmaatregelen en strategieën implementeren om de uitvoering van procedures te vereenvoudigen en de tijd en kosten ervan te verminderen. Deze eis is ook niet gepast in het licht van het non-retroactiviteitsbeginsel", aldus de heer Thang. "Dit is geen optimale oplossing in de context waarin informatieverzameling en -verstrekking op verzoek van bevoegde overheidsinstanties kan plaatsvinden."
Tegelijkertijd wordt het aantal ondernemingen dat informatie over uiteindelijk belanghebbenden aan het handelsregistratiebureau verstrekt in de loop van de tijd steeds completer (gemiddeld registreert ongeveer 35% van de ondernemingen zich elk jaar om de inhoud van de handelsregistratie te wijzigen), zodat deze informatie actueel blijft.
Strengere maatregelen voor niet-publieke ondernemingen om private obligaties uit te geven
Wat betreft de uitgifte van private obligaties door niet-publieke bedrijven stelden afgevaardigden van de Nationale Assemblee voor om geen specifieke voorwaarden voor bedrijven te stellen, maar om regelgeving te overwegen die vergelijkbaar is met de Wet op de effecten, met als doel de overheid regelgeving op te leggen.
De Minister van Financiën bleef echter van mening dat het noodzakelijk is deze inhoud te reguleren en zei dat het Permanent Comité van de Nationale Assemblee ook had ingestemd met het toevoegen van regelgeving over de verhouding tussen schulden en eigen vermogen als een van de voorwaarden voor de uitgifte van particuliere obligaties van niet-beursgenoteerde bedrijven.
De aangenomen wet maakt het dus mogelijk dat naamloze vennootschappen die geen naamloze vennootschap zijn, onderhandse obligaties mogen aanbieden, terwijl ze voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in de Ondernemingswet van 2000 en aan specifieke aanvullende criteria.
Met betrekking tot het vorige voorstel om de categorie ambtenaren toe te voegen die mogen deelnemen aan het oprichten en beheren van ondernemingen, zei de heer Thang dat op basis van de ontvangen meningen de wet is aangenomen die bepaalt dat de categorie ambtenaren die geen ondernemingen mogen oprichten, er geen kapitaal in mogen investeren en deze niet mogen beheren, ambtenaren en overheidspersoneel omvat overeenkomstig de bepalingen van de Wet op Kaders, Ambtenaren en de Wet op Overheidspersoneel.
Deze bepaling is echter alleen van toepassing op het gebied van wetenschap, technologie, innovatie en nationale digitale transformatie, zoals voorgeschreven in de Wet op wetenschap, technologie en innovatie en relevante resoluties en regelgeving.
Bron: https://tuoitre.vn/doanh-nghiep-thanh-lap-tu-1-7-phai-cong-bo-thong-tin-chu-so-huu-huong-loi-20250617093630441.htm
Reactie (0)