Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding gaf aan dat in het laatste ontwerp van de Wet op Leraren de regels voor salarissen, toelagen en ondersteuningsbeleid voor leraren volledig zijn vastgelegd. Het doel is om het voorkeursbeleid te vergroten, zodat leraren met een gerust hart kunnen werken.
Het nieuwe ontwerp bepaalt specifiek: "Het salaris van leraren aan openbare onderwijsinstellingen is het hoogst in het systeem van administratieve salarisschalen." Daarnaast hebben leraren nog steeds recht op voorkeursvergoedingen en andere toeslagen, afhankelijk van de aard van de baan, per regio en in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.
Kleuterleidsters behoren tot de leerkrachten die voorrang krijgen als het gaat om salaris en toelagen.
Kleuterleidsters; leerkrachten die werken in bijzonder moeilijke gebieden, gebieden met een etnische minderheid, berggebieden, kustgebieden en eilanden; leerkrachten op gespecialiseerde scholen en andere gespecialiseerde scholen; leerkrachten die inclusief onderwijs aanbieden; leerkrachten die tot een etnische minderheid behoren en leerkrachten in bepaalde beroepen krijgen voorrang op salaris en toelagen ten opzichte van andere leerkrachten. Leerkrachten die voor het eerst worden aangenomen en betaald, krijgen een salarisverhoging van één trede in het systeem van administratieve salarisschalen.
In het ontwerp is tevens vastgelegd dat de salarissen en het salarisbeleid van docenten in niet-openbare onderwijsinstellingen niet lager mogen zijn dan de salarissen en het salarisbeleid van docenten in openbare onderwijsinstellingen met hetzelfde opleidingsniveau en dezelfde functie, tenzij anders is overeengekomen.
Leraren die werkzaam zijn in sectoren en vakgebieden met een speciaal beleid, hebben volgens de regelgeving recht op een speciaal beleid. Ze hebben alleen recht op het hoogste niveau als dat beleid samenvalt met het beleid voor leraren.
Het nieuwe wetsontwerp vult een aantal aantrekkelijke beleidsmaatregelen voor leraren aan en verduidelijkt deze. Denk hierbij aan het ontvangen van toelagen en subsidies; het garanderen van collectieve huisvesting met voldoende essentiële voorwaarden of het huren van een sociale huurwoning wanneer men werkt in plattelandsgebieden, gebieden met etnische minderheden, berggebieden, grensgebieden, eilanden en gebieden met bijzonder moeilijke sociaal-economische omstandigheden; en het krijgen van ondersteuning bij opleiding en ontwikkeling.
Volgens het wetsvoorstel kunnen leerkrachten in het kleuteronderwijs met pensioen gaan op een lagere leeftijd, maar niet meer dan 5 jaar eerder dan de regeling voorschrijft. Ook wordt het pensioenbedrag niet in mindering gebracht op grond van vervroegd pensioen.
Leraren met de titel hoogleraar, universitair hoofddocent of doctor, en leraren die werkzaam zijn in gespecialiseerde vakgebieden en sectoren, mogen op hogere leeftijd met pensioen gaan. Het pensioenstelsel op hogere leeftijd wordt ingevoerd wanneer de onderwijsinstelling daar behoefte aan heeft, de leraar gezond genoeg is en vrijwilligerswerk doet. Bij invoering van het pensioenstelsel op hogere leeftijd mogen leraren geen leidinggevende of managementfuncties bekleden en mogen ze geen vergoedingen voor leidinggevende functies behouden.
De arbeidsduur bij pensionering op hogere leeftijd bedraagt voor docenten met een doctorstitel maximaal 5 jaar, voor docenten met de titel universitair hoofddocent maximaal 7 jaar en voor docenten met de titel hoogleraar maximaal 10 jaar.
Bron: https://thanhnien.vn/nha-giao-nao-duoc-de-xuat-uu-tien-luong-va-tuoi-nghi-huu-185241118235750492.htm
Reactie (0)