Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding vraagt ​​om commentaar op een conceptbesluit dat het beleid inzake vrijstelling, vermindering en ondersteuning van collegegeld, ondersteuning van leerkosten en serviceprijzen in de onderwijs- en opleidingssector reguleert. Het besluit is bedoeld ter vervanging van besluit nr. 81/2021/ND-CP en besluit nr. 97/2023/ND-CP.

Het Ministerie van Onderwijs en Vorming heeft voorgesteld dat voor het openbaar kleuteronderwijs en algemeen onderwijs het schoolgeld (van vloer tot plafond) voor het schooljaar 2025-2026 gelijk blijft aan het schoolgeld voor het schooljaar 2022-2023, zoals vastgelegd in Decreet nr. 81/2021/ND-CP (gekoppeld aan de mate van financiële autonomie van onderwijsinstellingen). Tegelijkertijd zal er geen onderscheid meer worden gemaakt in schoolgelden op basis van stedelijke, landelijke en bergachtige gebieden, om aan te sluiten bij de realiteit na de invoering van lokale overheden op twee niveaus, conform de aanbevelingen van sommige gemeenten.

Volgens het ontwerp bedragen de collegegelden voor onderwijsinstellingen die niet zelfvoorzienend zijn in hun reguliere uitgaven voor het schooljaar 2025-2026 (vloer-vloer) als volgt:

Schermafbeelding 2025 07 15 091522.png

Vanaf het schooljaar 2026-2027 tot en met het schooljaar 2035-2036 wordt het maximumbedrag van het schoolgeld aangepast met een percentage dat is afgestemd op de plaatselijke sociaal -economische omstandigheden, de groei van de consumentenprijsindex en de jaarlijkse economische groei, maar dat niet hoger mag zijn dan 7,5% per jaar.

Vanaf het schooljaar 2036-2037 wordt het plafond voor het schoolgeld aangepast op basis van de sociaal-economische omstandigheden in de betreffende gemeente. Het maximum mag echter niet hoger zijn dan de groeivoet van de consumentenprijsindex op het moment dat het schoolgeld wordt vastgesteld, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, zoals bekendgemaakt door de bevoegde overheidsinstantie.

Het plafond voor het collegegeld voor openbare voorschoolse educatie en algemene onderwijsinstellingen die zelfvoorzienend zijn in hun reguliere uitgaven: Het maximum bedraagt ​​2 keer het plafond voor het collegegeld voor instellingen die niet zelfvoorzienend zijn in hun reguliere uitgaven.

Het plafond voor collegegeld voor openbare instellingen voor voorschools onderwijs en algemeen onderwijs die de reguliere uitgaven en investeringsuitgaven zelf financieren, bedraagt ​​maximaal 2,5 keer het plafond voor collegegeld voor instellingen die de reguliere uitgaven niet zelf financieren.

De bovenstaande collegegelden vormen echter alleen de basis voor het bepalen van de hoogte van de studiefinanciering voor kleuters, middelbare scholieren en studenten van algemene onderwijsprogramma's bij particuliere en niet-openbare onderwijsinstellingen, en de hoogte van de staatsbegrotingssteun voor openbare onderwijsinstellingen bij de implementatie van het beleid van vrijstelling van collegegeld voor kleuters, middelbare scholieren en studenten van algemene onderwijsprogramma's.

Volgens het Ministerie van Onderwijs en Opleiding, ter uitvoering van de resolutie van de Nationale Vergadering inzake vrijstelling en ondersteuning van collegegeld, worden de bovenstaande niveaus van het collegegeld voor kleuteronderwijs en algemeen onderwijs alleen gebruikt als basis voor de Volksraden van provincies en centraal bestuurde steden om te beslissen over de niveaus van collegegeldvrijstelling en ondersteuning voor leerlingen.

Collegegeld voor hoger onderwijs

Ook volgens het ontwerp bedraagt ​​het plafond voor het collegegeld voor openbare instellingen voor hoger onderwijs die niet zelfvoorzienend zijn in hun reguliere uitgaven vanaf het schooljaar 2025-2026 het volgende:

- Schooljaar 2025-2026 en schooljaar 2026-2027:

Schermafbeelding 2025 07 15 092053.png

- Vanaf het schooljaar 2027-2028 wordt het plafond voor het schoolgeld aangepast op basis van de betalingscapaciteit en de sociaaleconomische omstandigheden, maar mag het niet hoger zijn dan de groeivoet van de consumentenprijsindex op het moment dat het schoolgeld wordt vastgesteld in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, zoals aangekondigd door de bevoegde staatsinstantie.

toelating tot de universiteit 2022 2.jpg
Illustratie: Thanh Hung

Voor openbare universiteiten die zelfvoorzienend zijn in hun reguliere uitgaven: Het collegegeld bedraagt ​​maximaal 2 keer het collegegeldplafond van instellingen die niet zelfvoorzienend zijn in hun reguliere uitgaven, en dit per hoofdvak en per schooljaar.

Voor openbare instellingen voor hoger onderwijs die zelfvoorzienend zijn in hun reguliere uitgaven en investeringsuitgaven: Het collegegeld bedraagt ​​maximaal 2,5 keer het collegegeldplafond van instellingen die niet zelfvoorzienend zijn in hun reguliere uitgaven, en dit per hoofdvak en per schooljaar.

Voor opleidingsprogramma's van openbare instellingen voor hoger onderwijs die voldoen aan het niveau van kwaliteitsaccreditatie voor opleidingsprogramma's volgens de normen die zijn voorgeschreven door het Ministerie van Onderwijs en Opleiding of internationale/gelijkwaardige normen, baseren instellingen voor hoger onderwijs zich op economisch-technische normen of kostennormen van elke opleidingssector en elk beroep die door de onderwijsinstelling zijn uitgegeven om het collegegeld te bepalen. Zij maken dit openbaar aan de lerenden en de samenleving.

Het plafond voor het collegegeld voor master- en doctoraatsopleidingen aan openbare instellingen voor hoger onderwijs wordt bepaald door het plafond voor het collegegeld voor bacheloropleidingen te vermenigvuldigen met een coëfficiënt van 1,5 voor de masteropleiding en met een coëfficiënt van 2,5 voor de doctoraatsopleiding, overeenkomstig de opleidingssector van elk academiejaar, overeenkomstig de mate van autonomie.

Het collegegeld voor deeltijdopleidingen en afstandsonderwijs wordt vastgesteld op basis van de daadwerkelijke redelijke kosten, waarbij de kosten niet meer bedragen dan 150% van het collegegeld voor het overeenkomstige reguliere opleidingssysteem.

Bij online leren stelt de instelling voor hoger onderwijs het collegegeld vast op basis van de daadwerkelijk gemaakte redelijke kosten, tot maximaal het collegegeld van de instelling voor hoger onderwijs dat voor elke studierichting geldt.

Bron: https://vietnamnet.vn/bo-gd-dt-du-kien-muc-tran-hoc-phi-moi-cua-dai-hoc-cong-lap-2421758.html