Volgens het Ministerie van Onderwijs en Opleiding heeft het ministerie zojuist Circulaire 11/2023/TT-BGDDT (Circulaire 11) uitgegeven over de intrekking van Circulaire 23/2014/TT-BGDDT van 18 juli 2014 (Circulaire 23) die hoogwaardige opleidingen op universitair niveau reguleert.
Cursussen die vóór 1 december 2023 (de ingangsdatum van Circulaire 11) zijn ingeschreven, blijven tot het einde van de cursus trainingen organiseren volgens de regels in Circulaire 23.
Het ministerie heeft de regelgeving voor kwalitatief hoogwaardige opleidingen aan universiteiten afgeschaft (fotobron: Nationale Universiteit).
De afschaffing van Circulaire nr. 23/2014/TT-BGDDT is noodzakelijk en in overeenstemming met de bepalingen van de Wet op het Hoger Onderwijs 2018. Meer specifiek als volgt:
Artikel 65, lid 6, van de Wet op het hoger onderwijs uit 2012 luidt: “De minister van Onderwijs en Vorming stelt criteria vast voor het bepalen van kwalitatief hoogwaardige opleidingsprogramma’s; en is verantwoordelijk voor het beheer en toezicht op de hoogte van de collegegelden, in overeenstemming met de kwaliteit van de opleiding.”
Volgens de bepalingen van de Wet op het Hoger Onderwijs van 2018 bestaat het concept van hoogwaardige opleidingsprogramma's echter niet meer. De ontwikkeling van verschillende soorten opleidingsprogramma's valt onder de autonomie van hogeronderwijsinstellingen, die de naleving van de regelgeving inzake opleidingsprogrammanormen voor hogeronderwijsniveaus zoals vastgelegd in circulaire nr. 17/2021/TT-BGDDT van 22 juni 2021 van het Ministerie van Onderwijs en Vorming waarborgen.
Het Ministerie van Onderwijs en Opleiding moedigt instellingen voor hoger onderwijs aan om opleidingsprogramma's op te zetten en te ontwikkelen met hogere input- en outputnormen dan de normen die door het Ministerie van Onderwijs en Opleiding worden voorgeschreven.
Hogescholen en universiteiten zijn verantwoordelijk voor het openbaar maken en transparant informeren van informatie over de opleidingen die zij aanbieden. Daarnaast moeten zij zich tegenover de cursisten committeren aan de kwaliteit van de uitkomsten van deze opleidingen en tegelijkertijd verantwoording afleggen aan belanghebbenden en de maatschappij als geheel.
De afschaffing van Circulaire 23 betekent dus niet dat instellingen voor hoger onderwijs geen ‘hoogwaardige programma’s’ meer moeten of mogen aanbieden.
Dit heeft ook geen gevolgen voor de toelating tot en de opleiding in verschillende opleidingen van instellingen voor hoger onderwijs.
Hogescholen en universiteiten zijn autonoom bij het samenstellen en ontwikkelen van opleidingsprogramma's. Ongeacht hun naam moeten ze er echter op toezien dat de regelgeving inzake de normen voor opleidingsprogramma's, de kwaliteitsborging van input, onderwijs- en leeromstandigheden, het opleidingsproces tot output en andere regelgeving met betrekking tot opleidingen, wordt nageleefd.
De ontwikkeling en uitvoering van 'hoogwaardige programma's' (met hogere eisen aan outputnormen, voorwaarden voor kwaliteitsborging, etc.) vallen onder de autonomie van instellingen voor hoger onderwijs.
Wat betreft het collegegeld, moeten instellingen voor hoger onderwijs dit vaststellen en implementeren overeenkomstig de overheidsvoorschriften in Besluit nr. 81/2021/ND-CP van 27 augustus 2021.
Bron
Reactie (0)