Op de middag van 20 juni, tijdens een groepsdiscussie over de Wet op Geologie en Mineralen, stelde afgevaardigde Sung A Lenh, vicehoofd van de delegatie van de provincie Lao Cai in de Nationale Assemblee, voor om artikel 9, dat de "Rechten en verantwoordelijkheden van lokale overheden, gemeenschappen, huishoudens en individuen waar geologische en minerale hulpbronnen worden geëxploiteerd" regelt, aan te vullen met de bepaling "De bevolking moet worden geïnformeerd over geologische en minerale onderzoeken."
In werkelijkheid zijn mensen die in de buurt van mijnbouwlocaties wonen vaak niet op de hoogte van de organisaties en bedrijven die bij de mijnbouwactiviteiten betrokken zijn. Dit leidt er gemakkelijk toe dat mensen overvallen worden en verrast raken, met vaak negatieve reacties en bezwaren tegen de mijnbouwactiviteiten van deze organisaties en bedrijven. Daarom is het belangrijk dat mensen geïnformeerd worden over geologisch en mineraalonderzoek.
De inhoud van "Minerale Planning" wordt duidelijk uiteengezet in artikel 13, waarin punt d, clausule 2, " Gebieden voor registratie van de exploitatie van mineralen van Groep IV" bepaalt . Volgens de regelgeving omvatten mineralen van Groep IV klei, heuvelgrond, gemengde grond, gesteente, zand, grind, enz. Deze groep is alleen geschikt voor doeleinden zoals funderingen en egalisatiematerialen, en de vraag ernaar ontstaat doorgaans tijdens het bouwproces.

Afgevaardigde Sung A Lenh analyseerde dat de meeste investeringsprojecten in de bouwsector een korte doorlooptijd hebben, waardoor het opnemen van mineralen uit Groep IV in het planningsproces een zorgvuldigere overweging en beoordeling van hun praktische geschiktheid vereist.
Met betrekking tot de regelgeving over "Gebieden waar mijnbouw verboden is, gebieden waar mijnbouw tijdelijk verboden is" (artikel 29), stelde afgevaardigde Sung A Lenh voor dat de vaststelling van gebieden waar mijnbouw verboden is, specifieker en gedetailleerder zou moeten zijn, gebaseerd op "de resultaten van geologische onderzoeken naar mineralen".

Ook in artikel 29, onder punt d, clausule 1, stelde de vertegenwoordiger voor om de zinsnede "overtuiging" toe te voegen en deze als volgt volledig te wijzigen: Religieus en geloofsgerelateerd land. Volgens punt g, lid 3, artikel 9 van de Landwet 2024: Land gebruikt voor religieuze activiteiten (hierna te noemen religieus land); land gebruikt voor geloofsgerelateerde activiteiten (hierna te noemen geloofsgerelateerd land). Dit zijn soorten land die worden gebruikt voor de bouw van faciliteiten, hoofdkantoren en religieuze bouwwerken; daarom zou overwogen moeten worden om ze toe te voegen aan de gebieden waar mijnbouwactiviteiten verboden zijn.
Vertegenwoordiger Sùng A Lềnh stelde ook voor om te overwegen en te onderzoeken of de gebieden waar mijnbouwactiviteiten verboden of tijdelijk gesanctioneerd zijn, uitgebreid kunnen worden. Denk hierbij aan gebieden met een hoge biodiversiteit of ecologische waarde, en gebieden die risico lopen op grondwaterverontreiniging. Dit zijn gebieden die een aanzienlijke impact hebben op biologische organismen en de leefomgeving van de mens.

Met betrekking tot de regelgeving inzake "Rechten en verplichtingen van organisaties en individuen die delfstoffen exploiteren" (artikel 62), in het bijzonder punt 1, lid 1, waarin is bepaald dat organisaties en individuen die delfstoffen exploiteren het recht hebben om "hypotheken te verstrekken of kapitaal in te brengen voor de exploitatierechten van delfstoffen", wees vertegenwoordiger Sung A Lenh erop dat organisaties en individuen in sommige gevallen hypotheken hebben verstrekt of kapitaal hebben ingebracht om de exploitatierechten van delfstoffen te registreren, maar vervolgens tijdens de exploitatie de regelgeving hebben overtreden, waardoor de vergunning moest worden ingetrokken. In dergelijke gevallen worden geschillen en de oplossing ervan zeer complex en moeilijk aan te pakken.
Delfstoffenwinning is een unieke activiteit en de geschatte reserves kunnen om diverse redenen veranderen. In geval van risico, als de gewonnen reserves niet aan de voorspellingen voldoen, kan geen enkele instantie aansprakelijk worden gesteld jegens de bank of kredietinstelling. Daarom stelde de vertegenwoordiger voor dat de opstellende instantie onderzoek zou doen naar en aanvullende regelgeving zou overwegen om ervoor te zorgen dat de huidige regelgeving passend en streng is.
Afgevaardigde Sùng A Lềnh heeft ook meegewerkt aan het opstellen van artikel 64 over "Mijnbouwontwerp", inclusief clausule 1. De regelgeving omvat twee punten: punt a: "Voor mijnbouwprojecten van een omvang die voldoet aan de regelgeving voor één- en tweestapsontwerp, is het mijnontwerp het ontwerp van de constructietekeningen" en punt b: "Voor mijnbouwprojecten van een omvang die voldoet aan de regelgeving voor driestapsontwerp, omvat het mijnontwerp het technisch ontwerp en het ontwerp van de constructietekeningen."

Volgens afgevaardigde Sung A Lenh is de bovengenoemde regeling in strijd met de bepalingen van de Bouwwet van 2014 en de Wet tot wijziging en aanvulling van enkele artikelen van de Bouwwet uit 2020. Deze wet bepaalt namelijk dat "een ontwerp in één stap bouwtekeningen omvat; een ontwerp in twee stappen basisontwerp en bouwtekeningen omvat; een ontwerp in drie stappen basisontwerp, technisch ontwerp en bouwtekeningen omvat."
Bron






Reactie (0)