
Vergeleken met decreet 84/2024/ND-CP van 17 juli 2020 bevat dit ontwerp veel wijzigingen en aanvullingen met betrekking tot beurzen ter stimulering van het leren en regelgeving inzake vrijstellingen en kortingen op tarieven voor openbaar vervoer voor studenten.
Beurzen voor leerlingen van gespecialiseerde scholen en scholen voor hoogbegaafde leerlingen.
De ontwerpwijzigingen omvatten verschillende bepalingen, waaronder specifieke voorwaarden voor het overwegen en toekennen van beurzen ter bevordering van academische prestaties voor leerlingen in gespecialiseerde scholen en scholen die gespecialiseerd zijn in kunst, lichamelijke opvoeding en sport (clausule 1, artikel 8 van decreet 84/2020/ND-CP).
Studenten van gespecialiseerde scholen met goed gedrag en academische resultaten in de periode waarin de beurs wordt toegekend, komen in aanmerking voor een beurs als ze een cijfer van 8,5 of hoger hebben behaald voor hun specialisatievak in het betreffende semester, of als ze ten minste één van de prijzen (van eervolle vermelding tot en met) hebben gewonnen in de nationale, regionale of internationale studentenwedstrijden van dat jaar.
Leerlingen van kunst-, lichamelijke opvoedings- en sportscholen die een "goed" of hoger trainingsniveau behalen, een "bevredigend" of hoger academisch niveau bereiken tijdens de periode waarin de beurs wordt toegekend, en medailles winnen in nationale, regionale of internationale wedstrijden gedurende dat schooljaar, komen in aanmerking voor een beurs.
Het ontwerpdocument stelt het volgende: voor middelbare scholieren wordt, volgens het algemene onderwijsprogramma van 2018, het gedrag van leerlingen in elk semester en gedurende het hele schooljaar beoordeeld aan de hand van een van de vier niveaus: goed, redelijk, voldoende of onvoldoende. De academische prestaties van leerlingen in elk semester en gedurende het hele schooljaar worden eveneens beoordeeld aan de hand van een van de vier niveaus: goed, redelijk, voldoende of onvoldoende.
Deze herziening is noodzakelijk om consistentie te garanderen in de manier waarop het voltooiingsniveau van de opleidings- en leertaken van studenten wordt vastgesteld, overeenkomstig de vereiste leerresultaten zoals vastgelegd in het Algemeen Onderwijsprogramma van 2018.
Voor studenten in beroepsopleidingen en instellingen voor hoger onderwijs behoudt het ontwerp de bepalingen van paragraaf 1, artikel 85 van de Onderwijswet, zonder verdere voorwaarden toe te voegen.
Beurzen beschikbaar bij openbare beroepsscholen en universiteiten.
Het ontwerp wijzigt en vult ook punt b, clausule 4, artikel 8 van decreet 84/2020/ND-CP aan met betrekking tot de bronnen voor het instellen van beurzen ter stimulering van het leren in openbare beroepsopleidingsinstellingen en instellingen voor hoger onderwijs. Wat deze inhoud betreft, presenteert het ontwerp dat aan de regering is voorgelegd twee opties.
Optie 1: Voor beroepsopleidingen en instellingen voor hoger onderwijs dient ten minste 5% van de inkomsten uit collegegeld te worden toegewezen aan beurzen ter stimulering van het leren voor openbare scholen en ten minste 2% van de inkomsten uit collegegeld voor particuliere scholen.
Optie 2: Voor beroepsopleidingen en instellingen voor hoger onderwijs: beurzen ter stimulering van het leren worden toegekend ten minste 8% van het lesgeld voor reguliere programma's in openbare scholen en ten minste 2% van het lesgeld voor particuliere scholen.
Met betrekking tot de wijziging en aanvulling van punt b, clausule 4, artikel 8 van decreet 84/2020/ND-CP heeft het Ministerie van Onderwijs en Opleiding gekozen voor optie 1. Volgens deze optie maakt het ontwerpdecreet geen onderscheid tussen studenten die voltijdopleidingen volgen en studenten die deeltijd- of afstandsonderwijsopleidingen volgen.
Het ontwerp voegt ook punt d toe na punt c van clausule 1, artikel 8, waarin de doelgroep voor studiebeurzen op basis van academische prestaties als volgt wordt gespecificeerd: "Studenten van instellingen voor hoger onderwijs die vallen onder de bepalingen van clausule 1, artikel 85 van de Onderwijswet en die een opleiding volgen ter uitvoering van de programma's en projecten voor de ontwikkeling van menselijk kapitaal in nieuwe industrieën die zijn goedgekeurd door de regering en de premier."
Het ontwerp voegt ook punt c toe na punt b van clausule 4, artikel 8, betreffende de bron van beurzen ter stimulering van het leren. Dienovereenkomstig verstrekt de staat beurzen aan de onderwerpen die zijn gespecificeerd in punt d, clausule 1, artikel 8. De financiering van de beurzen wordt in evenwicht gebracht binnen de jaarlijkse begrotingsramingen van de staat voor de onderwijs- en opleidingssector, overeenkomstig het gedecentraliseerde staatsbegrotingsbeheer.
Het ontwerpbesluit voegt specifieke regels toe over de hoogte van de beurs, de criteria voor toelating en de betalingsmethoden voor studiebeurzen op basis van academische prestaties voor de bovengenoemde doelgroep.
Gratis of gereduceerde tarieven voor het openbaar vervoer voor studenten.
Ontwerpwijzigingen en -aanvullingen op clausules 1 en 2 van artikel 10 betreffende de vrijstelling en verlaging van tarieven voor openbare diensten met betrekking tot vervoer, amusement en bezoeken aan musea, historische locaties en culturele werken.
Concreet komen drie extra vormen van openbaar vervoer nu in aanmerking voor korting op de tarieven voor studenten: bovengrondse treinen, metro's en veerboten.
Het wetsontwerp schrapt de bepaling die studenten recht geeft op korting op de servicekosten bij direct gebruik van bibliotheekdiensten, aangezien het concept van servicekosten in de bibliotheekwet niet bestaat. Tegelijkertijd regelt de bibliotheekwet al de rechten van specifieke bibliotheekgebruikers. Zo hebben kinderen het recht op toegang tot informatiebronnen die zijn afgestemd op hun leeftijd en opleidingsniveau in openbare bibliotheken, en zijn ze vrijgesteld van de kosten voor een bibliotheekpas.
Het wetsontwerp heeft tot doel middelbare scholieren gratis toegang te geven tot culturele instellingen zoals musea, historische en culturele monumenten en toeristische trekplekken, en de terminologie te standaardiseren in overeenstemming met de Wet op het Cultureel Erfgoed. Voor universiteitsstudenten blijven de huidige regels van Decreet 84/2020/ND-CP (die gereduceerde toegangsprijzen voor musea, historische en culturele monumenten en toeristische trekplekken mogelijk maken) ongewijzigd.
"De bovengenoemde amendementen weerspiegelen de mening van de meerderheid van de leerkrachten, leerlingen en onderwijsinstellingen en hebben een positieve impact op het bieden van meer mogelijkheden aan leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs, met name aan leerlingen in het basisonderwijs, om deel te nemen aan ervaringsgericht leren en praktische verkenning. Deze richting van de amendementen is in overeenstemming met de doelstellingen en vereisten van het huidige algemene onderwijsprogramma", aldus het ontwerp.
Bron: https://kinhtedothi.vn/hoc-sinh-pho-thong-co-the-duoc-mien-phi-ve-tham-quan-di-tich-bao-tang.html






Reactie (0)