Vanaf 31 oktober bepaalt Ho Chi Minhstad dat de minimale oppervlakte voor de verkaveling van land 36 vierkante meter bedraagt in centrale wijken en 80 vierkante meter in voorstedelijke wijken.
In Ho Chi Minhstad bedraagt de minimale oppervlakte voor het scheiden van percelen met woonbestemming 36 vierkante meter.
Vanaf 31 oktober bepaalt Ho Chi Minhstad dat de minimale oppervlakte voor de verkaveling van land 36 vierkante meter bedraagt in centrale wijken en 80 vierkante meter in voorstedelijke wijken.
Op 31 oktober vaardigde het Volkscomité van Ho Chi Minhstad Besluit nr. 100/2024/QD-UBND uit, waarin de voorwaarden voor grondverdeling, ruilverkaveling en de minimale oppervlakte voor grondverdeling in Ho Chi Minhstad zijn vastgelegd. Dit besluit treedt in werking op de datum van ondertekening en vervangt Besluit nr. 60/2017 van het Volkscomité van de stad, waarin de minimale oppervlakte voor grondverdeling is vastgelegd.
Specifiek voor percelen in gebied 1, inclusief de districten 1, 3, 4, 5, 6, 8, 10, 11, Go Vap, Binh Thanh, Phu Nhuan, Tan Binh en Tan Phu, bedraagt de minimale oppervlakte voor perceelscheiding 36 m2, met een frontbreedte en perceeldiepte van niet minder dan 3 m.
Gebied 2 omvat de districten 7, 12, Binh Tan, Thu Duc City en districtssteden met een minimale oppervlakte van 50 m2, met een frontbreedte en perceeldiepte van niet minder dan 4 m.
Gebied 3 omvat de districten Binh Chanh, Nha Be, Cu Chi, Hoc Mon, Can Gio (met uitzondering van steden) met een minimale oppervlakte van 80 m2, met een frontbreedte en een perceeldiepte van minimaal 5 m.
Voor landbouwgrond bedraagt de minimale oppervlakte voor de verkaveling van grond voor eenjarige gewassen en andere landbouwgrond 500 m². Voor grond voor meerjarige gewassen, aquacultuur, zoutwinning en geconcentreerde veeteelt bedraagt de oppervlakte 1.000 m².
| Ho Chi Minhstad stelt een minimale oppervlakte van 36 vierkante meter voor de verkaveling van grond vast voor centrale districten en 80 vierkante meter voor voorstedelijke districten. Foto: Le Toan |
Wat de voorwaarden voor grondsplitsing betreft, moeten grondsplitsing en ruilverkaveling voldoen aan de beginselen en voorwaarden zoals vastgelegd in artikel 220, lid 1, lid 2 en lid 3, van de Grondwet. Dienovereenkomstig moet de te verdelen en te ruilen grond toegankelijk zijn, aangesloten zijn op bestaande openbaarvervoersverbindingen en voorzien zijn van watervoorziening, riolering, enz.
Indien de grondgebruiker een deel van het perceel reserveert voor een wandelpad, dan moeten de partijen het eens worden over dat wandelpad. Het volkscomité van het district, de stad en de stad Thu Duc moet dan rekening houden met de feitelijke situatie op locatie. Zij moeten nagaan of het door de partijen overeengekomen wandelpad brandpreventie en -bestrijding, watervoorziening en drainage, en elektriciteit waarborgt. Voordat de scheiding of consolidatie van het perceel wordt uitgevoerd, moet goedkeuring worden verkregen.
Het stuk grond dat bestemd is om te worden gebruikt als wandelpad voor meerdere percelen grond (vanaf 2 of meer percelen), wordt omgezet in een gemeenschappelijke gebruiksvorm op het certificaat van grondgebruiksrechten en eigendom van de activa die bij het land horen.
Dit besluit is van toepassing op organisaties, huishoudens en personen die behoefte, rechten en plichten hebben met betrekking tot de implementatie van procedures voor grondverdeling en ruilverkaveling. Overheidsinstanties zijn bevoegd om procedures voor grondverdeling en ruilverkaveling uit te voeren conform de wettelijke bepalingen.
Gevallen waarin deze beslissing niet van toepassing is, zijn onder meer: Verkoop van staatswoningen volgens overheidsvoorschriften . Grond geschonken aan de staat, grond geschonken aan huishoudens en individuen voor de bouw van liefdadigheidshuizen, dankbaarheidshuizen en solidariteitshuizen. Scheiding en consolidatie van percelen om projecten uit te voeren volgens de bepalingen van de wet inzake investeringen en overheidsinvesteringen; voor gebieden met gedetailleerde planning 1/500. Percelen of delen van percelen waarvoor een landaanwinningsbesluit is genomen door een bevoegde overheidsinstantie, behalve in gevallen waarin het meer dan drie jaar geleden is sinds de datum van het landaanwinningsbesluit, maar er nog geen uitvoering heeft plaatsgevonden.
In het besluit wordt ook duidelijk gesteld dat de dossiers van grondverdeling en ruilverkaveling die door de bevoegde autoriteiten zijn ontvangen, maar niet door de bevoegde autoriteiten zijn afgehandeld vóór de inwerkingtreding van de Grondwet 2024 en Besluit 100/2024, door de bevoegde autoriteiten ten uitvoer moeten worden gelegd op basis van de bepalingen van Clausule 2, Artikel 256 van de Grondwet 2024 en Besluit nr. 60/2017.
Bron: https://baodautu.vn/batdongsan/tphcm-quy-dinh-dien-tich-toi-thieu-de-tach-thua-dat-o-la-36-m2-d228852.html






Reactie (0)