Het verlagen van de pensioenleeftijd van 80 naar 75 jaar zorgt ervoor dat het socialezekerheidsbeleid een bredere groep mensen kan dekken.
In het ontwerp stelde het Ministerie van Arbeid, Oorlogsinvaliden en Sociale Zaken (MOLISA) voor om de sociale pensioenuitkeringen aan te vullen en zo een gelaagd sociaal verzekeringsstelsel te creëren. Daarnaast stelde het ministerie voor om de leeftijd waarop men recht heeft op een sociale pensioenuitkering geleidelijk te verlagen. Vanaf 75 jaar en ouder, zonder pensioen of andere maandelijkse sociale verzekeringsuitkeringen, zou men een sociale pensioenuitkering ontvangen die gegarandeerd wordt door de staat.
Daarom heeft het Ministerie van Arbeid, Invaliden en Sociale Zaken in het ontwerp van de Wet op de Sociale Verzekeringen (gewijzigd) een hoofdstuk toegevoegd over sociale pensioenuitkeringen, waarin wordt voorgesteld dat de voorwaarden voor het ontvangen van een sociale pensioenuitkering zijn: personen van 75 jaar of ouder, zonder pensioen of andere maandelijkse sociale verzekeringsuitkeringen zoals voorgeschreven door de overheid.
De begunstigden van de sociale pensioenuitkering ontvangen 500.000 VND per persoon per maand en hebben recht op een ziektekostenverzekering conform de bepalingen van de wet op de ziektekostenverzekering.
Wanneer een persoon die een sociale uitkering ontvangt overlijdt, ontvangt de persoon die de uitvaart regelt een eenmalige uitvaartvergoeding van 10.000.000 VND.
Het Ministerie van Arbeid, Invaliden en Sociale Zaken verklaarde dat dit voorstel een stap is om het beleid van "geleidelijke aanpassing van de pensioenleeftijd" van Resolutie nr. 28/TW te institutionaliseren, met als doel om tegen 2030 ongeveer 60% van de mensen na de pensioenleeftijd een maandelijks pensioen, sociale verzekering of andere sociale uitkering te laten ontvangen. Tegelijkertijd is de regering verplicht om de Nationale Vergadering te informeren over de geleidelijke aanpassing van de pensioenleeftijd, afhankelijk van de beschikbare staatsbegroting in elke periode.
Werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken en sociale premies hebben betaald (zowel verplichte als vrijwillige), maar nog niet in aanmerking komen voor een pensioen (minder dan 15 jaar premiebetaling) en ook nog niet oud genoeg zijn om een sociale uitkering te ontvangen (nog geen 75 jaar), kunnen ervoor kiezen om gedurende de periode vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd een maandelijkse uitkering te ontvangen (ten minste gelijk aan de hoogte van de sociale uitkering). Deze keuze is afhankelijk van de premiebetalingsperiode, het salaris en de maandelijkse inkomsten uit sociale premies. Tijdens de periode waarin zij een maandelijkse uitkering ontvangen, hebben zij tevens recht op een door de staat gegarandeerde ziektekostenverzekering.
"Deze regeling heeft tot doel het aantal begunstigden van maandelijkse subsidies te vergroten zonder de staatsbegroting te verhogen (de staatsbegroting dekt alleen de ziektekostenverzekering, terwijl de maandelijkse subsidies worden gegarandeerd door het sociale verzekeringsfonds vanaf het moment dat de werknemer sociale premies betaalt)", aldus het ministerie van Arbeid, Invaliden en Sociale Zaken.
Volgens berekeningen van het Ministerie van Arbeid, Oorlogsinvaliden en Sociale Zaken kunnen werknemers die 5 jaar lang sociale premies hebben betaald met het huidige gemiddelde maandloon vanaf 65 jaar een maandelijkse uitkering ontvangen die gelijk is aan de sociale pensioenuitkering, in plaats van te moeten wachten tot hun 75e. De maandelijkse uitkering wordt 10 jaar eerder uitgekeerd door het sociale verzekeringsfonds, omdat de werknemer 5 jaar lang premies heeft betaald, en tegelijkertijd profiteert de werknemer van een door de staat gegarandeerde ziektekostenverzekering.
Het Ministerie van Arbeid, Invaliden en Sociale Zaken heeft de economische impact van dit voorstel beoordeeld: Voor de staatsbegroting wordt voorgesteld de maandelijkse sociale pensioenuitkering voor ouderen van 75 jaar en ouder zonder pensioen of andere maandelijkse sociale verzekeringsuitkeringen te verhogen van 360.000 VND per persoon per maand naar 500.000 VND per persoon per maand. Dit zal extra financiering genereren, gegarandeerd door de staatsbegroting, om deze groep te bekostigen. De extra financiering wordt geschat op ongeveer 7,1 biljoen VND per jaar.
Voor ouderen van 75 jaar en ouder die geen pensioen of andere maandelijkse sociale uitkering ontvangen, zal een verhoging van de subsidie echter helpen om meer financiële steun te krijgen en hun leven te verbeteren.
Het ministerie van Arbeid, Invaliden en Sociale Zaken schat dat er momenteel ongeveer 1,2 miljoen ouderen van 80 jaar en ouder zijn die geen pensioen of andere maandelijkse sociale uitkering ontvangen en een sociale uitkering krijgen. Wanneer de leeftijd waarop men een sociaal pensioen ontvangt wordt verlaagd van 80 naar 75 jaar, zullen er ongeveer 700.000 ouderen meer een sociaal pensioen ontvangen.
Bronlink










Reactie (0)