Op 23 oktober verklaarde Tran Hoang Ngan (Ho Chi Minh-stad), lid van de Nationale Vergadering , tijdens een groepsdiscussie over het ontwerp van de gewijzigde faillissementswet dat de huidige wet veel tekortkomingen en negatieve gevolgen kent.
Volgens de heer Ngan is het aantal bedrijven dat zich jaarlijks terugtrekt aanzienlijk; in 2024 hebben ongeveer 197.900 bedrijven hun activiteiten tijdelijk stopgezet of zich van de markt teruggetrokken; en in de eerste negen maanden van 2025 hebben ongeveer 174.900 bedrijven in het hele land de procedures voor tijdelijke stopzetting of terugtrekking van de markt afgerond.
De heer Ngan merkte op dat een groot aantal bedrijven hun activiteiten hebben stopgezet of tijdelijk hebben opgeschort, maar dat slechts zeer weinig bedrijven de faillissementsprocedure hebben afgerond. Hij suggereerde dat de mentaliteit ten aanzien van faillissementen in Vietnam nog steeds achterhaald is en dat faillissementsprocedures omslachtig zijn.

Vertegenwoordiger van de Nationale Assemblee Tran Hoang Ngan (Foto: Pham Thang).
Volgens de afgevaardigde wordt het woord 'faillissement' in Vietnam altijd als zeer slecht en negatief beschouwd, maar in andere landen of in de context van ontwikkelde bedrijven zijn bedrijfsverliezen en faillissementen normale verschijnselen.
"Faillissement moet worden gezien als een economische gebeurtenis, net als de levenscyclus van 'geboorte, ouderdom, ziekte en dood'. Als we mensen kunnen redden, moeten we daar naar streven; anders moeten we het probleem snel oplossen," aldus de heer Ngan, die eraan toevoegde dat de faillissementsprocedures in Vietnam de afgelopen tien jaar zeer complex zijn gebleven.
Volgens de heer Ngan ontstaan er, als een bedrijf failliet gaat zonder de noodzakelijke procedures te doorlopen, een reeks problemen, zoals een zware schuldenlast, conflicten met partners en een verlies van de motivatie om zaken te doen.
De afgevaardigde benadrukte de dringende behoefte aan mechanismen en wettelijke kaders om faillissementskwesties snel en efficiënt op te lossen.
Hoewel hij erkent dat dit wetsontwerp veel oplossingen biedt om bedrijven te ondersteunen en te redden, geeft de heer Ngan de voorkeur aan de optie waarbij de staatsbegroting de faillissementskosten voor bedrijven voorschiet, in plaats van de vorige regeling waarbij bedrijven de faillissementskosten zelf moesten voorschieten.
"Als ze al in het faillissementsstadium zijn beland, waarom zouden we dan van hen eisen dat ze geld voorschieten om de procedures voor ons af te handelen? In principe dragen bedrijven die overleven, bestaan en groeien aanzienlijk bij aan de begroting, maar wanneer ze failliet gaan, is het volkomen redelijk dat de staatsbegroting geld voorschiet om de faillissementsprocedures voor hen af te handelen. Dit versnelt bovendien het administratieve proces bij een faillissement," aldus de heer Ngan.
Wat dit betreft verklaarde opperrechter Le Minh Tri van het Hooggerechtshof dat de staat steun moet bieden, maar dat er wel gekeken moet worden hoe die steun op een eerlijke en redelijke manier verleend kan worden. Volgens de heer Tri is het niet mogelijk om simpelweg geld in te zetten, zoals sommige afgevaardigden hebben gesuggereerd, omdat dat niet aan alle eisen zou voldoen.

Hoofdrechter van het Hooggerechtshof Le Minh Tri (Foto: Pham Thang).
De heer Tri verklaarde dat in werkelijkheid, bij de afhandeling van faillissementszaken in het verleden, een bedrijf werd beïnvloed door veel verschillende juridische relaties. "Nu de rechtbank faillissementszaken behandelt en alle andere juridische relaties worden verwerkt, zal het samenvoegen ervan tot één aanspreekpunt het proces versnellen," aldus de opperrechter van het Hooggerechtshof.
De heer Tri benadrukte ook dat "het erg moeilijk is om te profiteren van het steunbeleid van de staat", omdat het herstel van een bedrijf afhangt van het bedrijf zelf en zijn schuldeisers. Het beleid van de staat om bedrijven te ondersteunen is het verlengen van de aflossingstermijnen van schulden, niet het kwijtschelden ervan.
"We hebben geen recht om ons te bemoeien met de terugbetalingsverplichtingen van bedrijven, dus u hoeft zich geen zorgen te maken," verduidelijkte de heer Tri.
De opperrechter van het Hooggerechtshof verklaarde tevens dat de intentie bij het wijzigen van de faillissementswet is om de reikwijdte van de wet te vergroten, met als belangrijkste doel het snel oplossen van problemen. De behoefte aan herstel, inclusief faillissement, is immers zeer groot, maar het afwikkelingsproces verloopt nog steeds traag, wat niet alleen bedrijven, maar ook de economie treft, omdat middelen niet worden vrijgemaakt.
Bron: https://dantri.com.vn/thoi-su/xem-pha-san-nhu-mot-hanh-vi-kinh-te-giong-vong-doi-sinh-lao-benh-tu-20251023141811930.htm






Reactie (0)