Volgens het Ministerie van Wetenschap en Technologie (de instantie die het wetsvoorstel heeft opgesteld en ingediend) moet de ontwikkeling en toepassing van AI, met name in de publieke sector, strikt worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat deze technologie bijdraagt aan de duurzame ontwikkeling van de samenleving en tegelijkertijd de wettelijke rechten en belangen van burgers en bedrijven beschermt. Dit houdt in dat "wetten inzake digitale technologie , cyberbeveiliging en de bescherming van persoonsgegevens moeten worden nageleefd, de mensenrechten moeten worden gerespecteerd, de technologie in overeenstemming moet zijn met gebruiken en tradities, de sociale ethiek moet respecteren en geen negatieve invloed mag hebben op de reputatie en de werking van overheidsinstanties en organisaties."
Het ontwerpdocument somt duidelijk verboden gedragingen op met betrekking tot AI in de digitale transformatie, met als doel individuen en organisaties te beschermen tegen de potentiële risico's van deze technologie.
Concreet is het ambtenaren, overheidsfunctionarissen en werknemers van overheidsinstanties binnen het politieke systeem verboden om AI-systemen te gebruiken voor de volgende doeleinden: het verwerken van informatie die als staatsgeheim is geclassificeerd; het gebruiken van persoonsgegevens zonder toestemming van de betrokkene; het gebruiken van interne informatie die de nationale veiligheid of de openbare orde kan schaden; en het plegen van illegale handelingen (zoals fraude, het verspreiden van valse informatie, het verstoren van informatiesystemen of het illegaal ingrijpen in informatiesystemen).
Het opslaan van officiële wachtwoorden op AI-apparaten of -systemen, of het misbruiken van AI-informatie op openbare plaatsen op een manier die tot het blootleggen van informatie kan leiden, is eveneens ten strengste verboden.
Daarnaast definieert het ontwerp ook duidelijk de rechten van burgers in de digitale samenleving, waaronder het recht om te kiezen, het recht om te beslissen over het gebruik van digitale diensten, het recht op informatie, het recht op uitleg en het recht om in te grijpen in geautomatiseerde algoritmische beslissingen die hun legitieme rechten en belangen aantasten.
Het wetsontwerp verbiedt ook oneerlijke concurrentiepraktijken door dominante digitale platforms, zoals oneerlijke prijsstelling, discriminatie en het bevoordelen van de producten en diensten van het platform om andere bedrijven te benadelen, waardoor een gelijk speelveld voor alle bedrijven wordt gecreëerd.
Bron: https://www.sggp.org.vn/de-xuat-mot-so-truong-hop-can-bo-khong-su-dung-ai-trong-thuc-thi-cong-vu-post809754.html






Reactie (0)