Een doorbraak creëren in de ontwikkeling van het hoger onderwijs
Het wetsontwerp heeft de belangrijkste beleidslijnen van de Partij en de Staat fundamenteel, volledig en snel geïnstitutionaliseerd; fundamentele, belangrijke en principiële inhoud vastgelegd die onder de bevoegdheid van de Nationale Assemblee valt om institutionele knelpunten weg te nemen en een duidelijke, uniforme en gunstige wettelijke basis te creëren voor doorbraken in de ontwikkeling van het hoger onderwijs.
Volgens de commissie waarborgt het wetsontwerp inzake de basiswet de regelgeving en voldoet het aan de voorwaarden om ter overweging en besluitvorming aan de Nationale Assemblee te worden voorgelegd. De regering wordt aanbevolen dat de relevante instanties de opdracht krijgen om de herziening voort te zetten om administratieve procedures te verminderen, de toepassing van technologie te vergroten en een alomvattende digitale transformatie door te voeren in beheer en implementatie.
Tegelijkertijd moet u samenwerken met het agentschap dat verantwoordelijk is voor de beoordeling om het wetsontwerp te blijven beoordelen en herzien en het projectdossier van de wet te voltooien, met name wat betreft de inhoud die aan de regering is toegewezen voor gedetailleerde regelgeving, om de haalbaarheid en kwaliteit te waarborgen.
Het Comité heeft de bepalingen inzake het staatsbeleid voor de ontwikkeling van het hoger onderwijs (artikel 5) goedgekeurd. Het is echter noodzakelijk om de leidende rol van de staatsbegroting bij investeringen in het hoger onderwijs te verduidelijken, met inbegrip van het beleid voor openbaar en niet-openbaar hoger onderwijs.
Het Comité heeft de regelgeving inzake de organisatie en het bestuur van instellingen voor hoger onderwijs (Hoofdstuk II) goedgekeurd en heeft verklaard dat het wetsontwerp de geest van Resolutie nr. 71-NQ/TW heeft geïnstitutionaliseerd door volledige en alomvattende autonomie voor instellingen voor hoger onderwijs te garanderen, ongeacht de mate van financiële autonomie.
Het Comité stelde echter voor dat de regering een apart richtsnoer zou opstellen over de autonomie van de universiteit, waarin de mate van autonomie duidelijk zou worden vastgelegd op basis van de bestuurlijke capaciteit, de geaccrediteerde onderwijskwaliteit en de financiële capaciteit van de universiteit.
Leg bij het beëindigen van de werking van de schoolraad in openbare scholen de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de betrokken partijen bij het toezicht op de werking van instellingen voor hoger onderwijs duidelijk vast. Verduidelijk de rol, positie en functie van een aantal eenheden in de organisatiestructuur van instellingen voor hoger onderwijs, zoals aangesloten scholen, vestigingen, productiefaciliteiten, wetenschappelijke en opleidingsraden.

Goedkeuren van de toevoeging van een reglement voor medehuurdersdocenten
De commissie onderschrijft de regelgeving inzake de verantwoordelijkheden van overheidsinstanties bij het controleren en waarborgen van de kwaliteitsverbetering van opleidingen in het hoger onderwijs (hoofdstuk III), met name op het gebied van lerarenopleidingen, gezondheidszorg, rechten en doctoraatsopleidingen; zij onderschrijft het innovatieperspectief van het beheer van de openstelling van opleidingsrichtingen tot het beheren van opleidingsprogramma's volgens normen. Het verdient echter aanbeveling om de vergunningverlening, aanvullende vergunningen en de toepassing van schorsing en intrekking van verleende vergunningen te verduidelijken.
De heer Vinh zei dat er meningen waren die suggereerden dat de bevoegdheid zou moeten worden gedelegeerd aan overheidsinstanties om de drempel te reguleren en zo de inputkwaliteit van alle industrieën, beroepen en universitaire opleidingsmethoden te waarborgen; om de inputvoorwaarden voor afgestudeerden van beroepsopleidingen te reguleren om de kwaliteit te controleren; om het kwaliteitscontrolemechanisme te verduidelijken en om na-inspecties uit te voeren op basis van de outputresultaten.
Het Comité heeft de bepalingen van het wetsontwerp inzake wetenschappelijke, technologische en innovatieve activiteiten in instellingen voor hoger onderwijs (Hoofdstuk IV) goedgekeurd en is overeengekomen om instellingen voor hoger onderwijs aan te merken als wetenschappelijke en technologische organisaties die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van het wetenschappelijke, technologische en innovatieve potentieel door middel van de opleiding en ontwikkeling van hoogwaardige menselijke hulpbronnen.
Er wordt echter voorgesteld om regelgeving toe te voegen om een mechanisme te creëren om de banden tussen scholen, bedrijven en de staat te bevorderen en om de inhoud, volgorde en procedures voor waardering, vaststelling van eigendom, exploitatie en verdeling van voordelen uit intellectueel eigendom, onderzoeksresultaten en technologieoverdracht te verduidelijken.
Daarnaast heeft de commissie in principe ingestemd met de toevoeging van een regelgeving voor docenten met een gezamenlijke vaste aanstelling. Het is raadzaam om de regelgeving te herzien om consistentie te waarborgen met de bepalingen van de Wet op Wetenschap, Technologie en Innovatie en het wetsontwerp inzake Onderwijs en Opleiding, die momenteel worden gewijzigd en aangevuld.
De commissie keurde tevens de principes goed met betrekking tot normen, mechanismen en verantwoordelijkheden voor de implementatie van kwaliteitsbeoordeling en accreditatie in het onderwijs, zoals vastgelegd in het wetsontwerp (hoofdstuk VI). Zij stelde echter voor om de eis te overwegen om een intern kwaliteitsborgingssysteem op te zetten, te beheren en te ontwikkelen voor zeer kleinschalige opleidingsinstellingen;
Het Comité stelde voor om de relatie tussen normen voor opleidingsprogramma's en normen voor kwaliteitsbeoordeling en accreditatie te verduidelijken; om de onafhankelijkheid tussen zelfbeoordelingsactiviteiten van instellingen voor hoger onderwijs en externe beoordelingsactiviteiten van organisaties voor onderwijskwaliteitsaccreditatie duidelijker te specificeren; en om de capaciteit en kwaliteit van de activiteiten van organisaties voor onderwijskwaliteitsaccreditatie te monitoren en te evalueren.
Het Comité stemde in met de bepalingen over financiën en activa (Hoofdstuk VII) en zei dat het wetsontwerp het beleid van de Partij inzake de uitgaven aan hoger onderwijs door de staatsbegroting heeft geïnstitutionaliseerd en dat dit ten minste 3% van de totale jaarlijkse begrotingsuitgaven bedraagt. Deze uitgaven worden toegewezen op basis van missie, kwaliteit en efficiëntie, volgens een uniform mechanisme voor de hele sector.
Het wetsontwerp definieert echter nog niet het financieringsmechanisme voor openbare en particuliere instellingen voor hoger onderwijs; de regelgeving over het bestelmechanisme voor opleidingen is onduidelijk. Het is raadzaam om de toewijzing van openbare instellingen voor hoger onderwijs te bestuderen om te beslissen over het beheer en de aanwending van legale inkomstenbronnen buiten de staatsbegroting voor ontwikkelingsinvesteringen.
Bron: https://giaoducthoidai.vn/thao-diem-nghen-ve-the-che-de-tao-dot-pha-phat-trien-giao-duc-dai-hoc-post753550.html
Reactie (0)