
(Illustratieve afbeelding)
Advocaat Nguyen Van Dinh (Orde van Advocaten van Hanoi ) - een expert in vastgoedrecht - heeft een lijst samengesteld met 17 opvallende nieuwe punten van de resolutie (van kracht vanaf 1 januari 2026) in vergelijking met de huidige Grondwet (Grondwet van 2024), als volgt:
1. Er worden drie extra groepen gevallen van landterugvordering toegevoegd, waaronder: (1) Projectuitvoering in vrijhandelszones en projecten in internationale financiële centra; (2) In gevallen waarin een project wordt uitgevoerd via een overeenkomst over landgebruiksrechten die is verlopen en waarbij overeenstemming is bereikt over meer dan 75% van het landoppervlak en meer dan 75% van de landeigenaren, zal de Provinciale Volksraad de terugvordering van het resterende landoppervlak overwegen en goedkeuren, dat vervolgens aan de investeerder zal worden toegewezen; (3) Het oprichten van een landfonds voor de betaling van BT-contracten; het verpachten van land voor voortgezette productie en bedrijfsactiviteiten in gevallen waarin organisaties gebruikmaken van land dat door de staat is teruggevorderd. (Geformuleerd in artikel 3.2 van de resolutie)
2. Breid de toepassing van grondprijstabellen uit naar alle doeleinden (zowel "input" van grondverhoudingen - wanneer de staat grond terugwint - als "output" van grondverhoudingen - wanneer de staat grond toewijst/verhuurt) en maak "specifieke grondprijzen" ongeldig. Grondprijstabellen en grondprijsaanpassingscoëfficiënten worden gebruikt als basis voor de berekening van grondgebruiksrechten, grondleasekosten en compensatie voor mensen wanneer de staat grond terugwint (artikel 5 van de resolutie).
3. Regelgeving inzake verlaging van de grondgebruiksrechten bij wijziging van het grondgebruik: In gevallen waarin tuingrond, vijvergrond of landbouwgrond binnen hetzelfde perceel als woongrond wordt omgezet in woongrond (en in sommige andere gevallen), bedragen de kosten: 30% van het verschil tussen de grondgebruiksrechten berekend op basis van de prijs van woongrond en de grondgebruiksrechten berekend op basis van de prijs van landbouwgrond op het moment van het besluit tot toestemming voor de wijziging van het grondgebruik, voor het omgezette grondoppervlak binnen de lokale woongrondlimiet; 50% van het verschil voor het grondoppervlak dat de limiet overschrijdt, maar niet meer dan tweemaal de woongrondlimiet; 100% van het verschil voor het grondoppervlak dat tweemaal de woongrondlimiet overschrijdt.
De voorkeursbehandeling geldt slechts eenmaal per huishouden of individu (per perceel). Indien het gebruiksdoel van de grond van een huishouden of individu is gewijzigd tussen het moment dat de Grondwet 2024 van kracht werd (1 augustus 2024) en de datum waarop de nieuwe regelgeving van kracht wordt (1 januari 2026), wordt de behandeling met terugwerkende kracht toegepast: Indien de grondgebruiksvergoeding nog niet is betaald, wordt deze herberekend (met 30% of 50% van het verschil). Indien de grondgebruiksvergoeding reeds is betaald (met 100% van het verschil volgens de Grondwet 2024), wordt deze herberekend en door de Staat vergoed… (Artikel 10.2, Artikel 4.10 van de Resolutie)
4. Het is toegestaan om grond te verwerven voordat het compensatie-, ondersteunings- en herhuisvestingsplan is goedgekeurd en de herhuisvesting is geregeld in de volgende gevallen: (1) Bij de uitvoering van een nationaal belangrijk project, een urgent publiek investeringsproject zonder herhuisvestingsregelingen (maar het grondontruimingsplan moet openbaar worden gemaakt); (2) andere projecten (zonder herhuisvestingsregelingen) waarbij meer dan 75% van de grondgebruikers instemt met grondverwerving voordat het grondontruimingsplan is goedgekeurd; (3) urgente publieke investeringsprojecten, herhuisvestingsprojecten op locatie en herhuisvestingsprojecten langs de hoofdaanlegroute. Het Provinciaal Volkscomité regelt de tijdelijke huisvesting, de duur en de kosten. (Artikelen 3.3, 3.4 van de resolutie)
5. Geeft de bevoegde autoriteit de bevoegdheid om te beslissen over de verwerving van grond op basis van de voortgang van het project of de voortgang van de grondontginning. (Artikel 3.5 van de resolutie)
6. Laat de bevoegde autoriteit beslissen over de toewijzing en verhuur van grond op basis van de voortgang van het project of de voortgang van de grondontginning. (Artikel 4.1 van de resolutie)
7. Geef grondgebruikers de keuze tussen het betalen van een eenmalig bedrag of het jaarlijks betalen van grondhuur. (Artikel 4.2 van de resolutie)
8. Maakt de toewijzing en verpachting van grond mogelijk, en staat de omzetting van grondgebruik van rijstteeltgrond en bosgrond naar andere doeleinden toe zonder goedkeuring van de Provinciale Volksraad. (Artikel 4.3 van de resolutie)
9. Aanvullende gevallen van grondtoewijzing en grondlease zonder veiling of bieding: (1) Grond ter betaling onder BT-contracten; (2) Voor de uitvoering van projecten in gevallen waarin de staat grond terugvordert, geen staatskapitaal gebruikt, een besluit heeft genomen waarin het investeringsbeleid wordt goedgekeurd en de investeerder wordt goedgekeurd/geselecteerd; (3) Energieprojecten, toerismeprojecten in verband met handel en diensten in gebieden met bijzonder moeilijke sociaaleconomische omstandigheden. (Artikel 4.4 van de resolutie)
10. Verlaag de eisen voor de veiling van gebruiksrechten van grond voor woningbouwprojecten; verlaag de eisen voor het bieden op investeerders voor projecten in stedelijke en landelijke woongebieden: alleen een bestemmingsplan (of een algemeen plan in gevallen waarin een bestemmingsplan niet vereist is) is nodig. (Artikelen 4.5, 4.6 van de resolutie)
11. Maakt aanpassing van de grondgebruikstermijn mogelijk voor nieuwe investeerders die ontbonden of failliete investeerders vervangen, en voor investeerders die een projectoverdracht ontvangen. Nieuwe investeerders en investeerders die een projectoverdracht ontvangen, moeten aanvullende grondgebruiksrechten en grondhuurkosten betalen. (Artikel 4.7 van de resolutie)
12. Verkort de termijn voor kennisgeving van landonteigening tot 60 dagen voor landbouwgrond en 120 dagen voor niet-landbouwgrond (de Landwet van 2024 schrijft respectievelijk 90 dagen en 180 dagen voor); verkort de termijn voor het openbaar maken van compensatie-, steun- en herhuisvestingsplannen; en verkort de termijn voor het voeren van overleg wanneer er meningsverschillen zijn over het landontginningsplan. (Artikel 3.9 van de resolutie)
13. Verduidelijking van gevallen van vrijstelling van grondgebruiksrechten en grondhuur: taxatie en berekening van grondgebruiksrechten en grondhuur zijn niet vereist, en er zijn geen procedures voor vrijstellingsaanvragen nodig, behalve in gevallen waarin grondhuur slechts voor een bepaald aantal jaren is vrijgesteld. In vergelijking met de Grondwet van 2024 verduidelijkt de resolutie dat in gevallen waarin grondhuur slechts voor een bepaald aantal jaren is vrijgesteld, taxatie en berekening van grondhuur nog steeds vereist zijn. (Artikel 10.1 van de resolutie)
14. Versoepeling van de voorwaarden voor de verkoop van activa op grond die met jaarlijkse betalingen wordt gepacht: Activa waarvoor een bouwvergunning is verleend (in gevallen waarin een bouwvergunning vereist is); activa die zijn voltooid conform het gedetailleerde plan en project, behalve in gevallen waarin de uitvoering is vereist door een rechterlijk vonnis of besluit… In vergelijking met artikel 46 van de Grondwet 2024 versoepelt de resolutie de voorwaarde dat het actief geregistreerd moet zijn, wat betekent dat activa waarvoor geen eigendomsbewijs vereist is, ook verkocht kunnen worden. (Artikel 11.1 van de resolutie)
15. In gevallen waarin grondgebruikers een gedeelte van een woonperceel of een perceel dat zowel woon- als andere grond bevat, voor een doorgang bestemmen, is het bij het splitsen of samenvoegen van percelen niet verplicht om de bestemming van het voor de doorgang bestemde gebied te wijzigen. Het toestaan van een wijziging van de bestemming van een gedeelte van het perceel vereist geen splitsing. Het samenvoegen van percelen met verschillende bestemmingen, verschillende vormen van landgebruik en verschillende gebruiksduur is toegestaan. (Artikel 11.3 van de resolutie)
16. Vereenvoudig de ruimtelijke ordening/het planningssysteem: geen vijfjarig ruimtelijk plan (2026-2030) voor centraal bestuurde steden, geen ruimtelijk plan op districtsniveau, geen jaarlijks ruimtelijk plan op districtsniveau en geen ruimtelijk plan op gemeentelijk niveau. (Artikel 12.3 van de resolutie)
17. De eis dat landaanwinningsactiviteiten moeten worden goedgekeurd door de Nationale Vergadering en de premier, en dat investeringsbeleidsbeslissingen moeten worden genomen, wordt afgeschaft indien deze worden uitgevoerd in de gebieden die zijn gespecificeerd in artikel 190.3 van de Landwet (Gebieden ter bescherming van historische en culturele erfgoederen, schilderachtige plekjes…; Natuurlijk erfgoed…; Nationale parken, natuurreservaten, gebieden voor de bescherming van soorten en habitats…; Havengebieden, wateren voor kades…; Rivierdelta's en gebieden die zijn gepland en gebruikt voor nationale defensie- en veiligheidsdoeleinden). (Artikel 11.6 van de resolutie)
Bron: https://vtv.vn/17-diem-moi-cua-nghi-quyet-thao-go-vuong-mac-trong-to-chuc-thi-hanh-luat-dat-dai-100251212104941604.htm






Reactie (0)